121 De VOORZITTER: U hoeft alleen de briefjes open te maken. Dat moet toch kunnen. Tot slot nog de vraag - ik moet u dat vanuit het Reglement van orde vragen - of u ermee instemt dat de verkiezing in één keer gebeurt en niet vijf afzonderlijke verkiezingen? Als u daar ook mee instemt dan allereerst de vraag wie er kandidaten wenst voor te dragen? Het woord is aan de heren Van Steekelenburg, Her mans en Teusink, de dames Adriaansen en Gepkens en de heer Van Antwerpen. Het woord is aan de heer Van Steekelenburg. De heer VAN STEEKELENBURG: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Namens de CDA-fractie zouden wij graag willen voorstellen, mevrouw Conny Kerkhof-Mos en Leo de Jaeger als kandidaat-wethouders voor de gemeente Roosendaal, in de periode 1999-2002. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Hermans. De heer HERMANS: Mijnheer de voorzitter, namens de fractie van de Vrije Lijst stellen wij de heer Gommert Jonkers voor als kandidaat-wethouder voor de gemeente Roosendaal, voor de periode 1999-2002. Dank u wel. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Teusink. De heer TEUSINK: Mijnheer de voorzitter, de fractie van de WD Roosendaal, draagt voor de komen de periode de heer Jan Hoogendoorn voor als wethouder voor de gemeente Roosendaal. De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Adriaansen. Mevrouw ADRIAANSEN-VAN NISPEN: Mijnheer de voorzitter, de Roosendaalse Lijst draagt Jacque- line Chamalaun voor als kandidaat wethouder voor de gemeente Roosendaal. De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Gepkens. Mevrouw GEPKENS: Voorzitter, nadat de beoogde wethouders door de verschillende partijen zijn voorgedragen, willen wij graag één punt ter discussie stellen, alvorens tot stemming over te gaan. Dat is de dubbelfunctie van één van hen. Dan hebben wij het over de dubbele functie waarin een persoon optreedt, als vertegenwoordiger van de bevolking. Dat je dus handelt met twee mandaten op ver schillende niveaus. Het mag duidelijk zijn dat de Kieswet de ruim.e laat voor een dergelijke combina tie, maar dat maakt het - althans voor POR/GroenLinks - nog niet tot wenselijk gedrag. Wij hechten zeer aan een democratisch stelsel, waarbij je de verantwoordelijkheid tussen de gemeente en de pro vincie splitst. Je zou zelfs de schijn moeten vermijden, dat je je eigen besluiten gaat zitten controleren. Andere partijen denken daar anders over, zo lijkt het bij de SP zelfs een regel te zijn dat je die functies combineert, want alle vier hun leden in Provinciale Staten, zitten in de eigen gemeente in de raad. De WD vindt ook dat dat moet kunnen en bij lokale partijen speelt dat uiteraard minder. Nu wordt voor gesteld dat de vertegenwoordiger vanuit de WD vooralsnog de portefeuille ruimtelijke ordening en milieu gaat oppakken. Juist op dat vlak is het veel aan de orde, dat besluiten van de raad ter goedkeu ring moeten worden voorgelegd aan de provincie. De WD neemt ook deel aan het dagelijks bestuur van de provincie, daarmee ontstaat toch een sfeer van belangenverstrengeling, die niet goed is voor de transparantie of helderheid in de besluitvorming. Nu nemen wij onmiddellijk aan dat de betreffende persoon daar integer mee om wil gaan en wij gaan zeker uit van zijn goede intenties, maar het blijft naar onze mening niet correct, het wringt. In de coalitiebespreking is dit punt aan de orde geweest en uit de verslagen hebben wij kunnen lezen dat andere partijen er geen veto - op de beoogde benoe ming van de WD-er - in het college aan zullen koppelen. Ons idee, om die koppeling van volksverte genwoordigende functie af te keuren, zullen we dan ook niet aan de raad voorleggen. Toch is het voor ons belangrijk om te weten of de raad een dergelijke combinatie wenselijk vindt. Om daarover een uitspraak van de raad te krijgen, hebben we een motie voorbereid die ik u nu zal voorlezen. - De motie luidt als volgt. - "De gemeenteraad van Roosendaal, in vergadering bijeen op dinsdag, 13 april 1999; overwegende, dat de Kieswet niet in de weg staat, dat eenzelfde persoon de bevolking vertegenwoordigt in bestuursorganen op verschillende niveaus; 122 dat derhalve in de gemeenteraad van Roosendaal twee personen zitting hebben die ook in Provinciale Staten de bevolking vertegenwoordigen; dat de provinciale overheid een controlerende taak heeft ten opzichte van de lokale overheid, met name op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu; dat het werken vanuit twee mandaten kan leiden tot conflicterende situaties en vanuit dat oog punt niet wenselijk wordt geacht; dat een dergelijke situatie zich vaker zal voordoen als de betreffende persoon of personen deel uitmaken van het dagelijks bestuur van de gemeente; Spreekt uit, het te betreuren dat de beoogde vertegenwoordiger van de WD in het nieuwe college, niet bereid is zijn mandaat op provinciaal niveau op te geven, ten gunste van een functie in het dagelijks bestuur van Roosendaal; en gaat over tot de orde van de vergadering". De motie is ondertekend door de drie leden van de POR/GroenLinks-fractie. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Van Antwerpen. De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, namens de Partij van de Arbeid-fractie, hebben wij dat al eerder aangegeven. Dat is ook het landelijk beleid van de Partij van de Arbeid, dat het ten zeerste wordt afgeraden om een mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen. Wij zouden ook dat verzoek aan mijnheer Hoogendoorn willen doen om één van de twee functies op te geven. Bovendien is - volgens mij - het credo van de WD: werk, werk, werk en nog eens werk. Misschien kan iemand anders dan een baantje van u overnemen en doet u zo iets aan de werkgelegenheid? Maar wij vinden het niet verstandig om een dubbelfunctie in deze te hebben. De VOORZITTER: Wie wenst het woord in tweede termijn? Achtereenvolgens wensen de heren Pol derman, Van Steekelenburg, Hermans en Teusink en mevrouw Adriaansen het woord. Het woord is aan de heer Polderman. De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, de SP heeft daar toch een iets andere kijk op en heeft ook geen behoefte aan deze motie. Naar mijn idee zit het probleem in het innemen van verschillende standpunten. Dat speelt nogal eens, bijvoorbeeld bij de gemeentelijke herindeling. Dat een partij - ik noem maar de Partij van de Arbeid - in de betreffende gemeente vóór is en in de provincie tegen of andersom. Het CDA doet het ook wel eens, bijvoorbeeld het CDA in Wouw tegen en in Roosendaal vóór. Dat geeft onduidelijkheid in de politiek en daarmee krijg je gewoon dat mensen op een gegeven moment niet meer weten, waar hun partijen voor staan. Maar zolang partijen een duidelijke consis tente lijn hebben - dat is de lijn van mijn partij als SP - denk ik dat dat geen conflicten hoeft op te leve ren. Het kan alleen conflict opleveren in tijdsbesteding en dan vind ik, dat mijnheer Hoogendoorn dat zelf moet beoordelen. Als blijkt dat hij gewoon zijn werk goed doet, dan zullen we hem daar op af re kenen en als hij het slecht doet dan zullen we hem daar op afrekenen. Dus zolang hij gewoon een constituent beleid voert, dat hij hetzelfde zegt - als WD in de provincie, of ongeveer van gelijke strek king - dan wat de WD in Roosendaal zegt, dan heb ik daar geen problemen mee. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Van Steekelenburg. De heer VAN STEEKELENBURG: Mijnheer de voorzitter, zoals ook al uit de verslagen van de ge sprekken blijkt - die gevoerd zijn bij de totstandkoming van dit coalitieprogramma - is dit punt uitvoerig aan de orde geweest. Ik denk dat daar geen enkel misverstand over hoeft te blijven bestaan. Wat de CDA-fractie betreft hebben wij geen behoefte aan het expliciet uitspreken van de woorden in deze motie, zoals die hier geformuleerd zijn. We zullen zeker - en dat is ook aan de WD-fractie gemeld - die zaak gewoon op zijn merites beoordelen en wij hebben er het volste vertrouwen in dat - conform de afspraken die daarover gemaakt zijn - dat dat tot een goede ontwikkeling zal kunnen leiden. Wat ons betreft is er geen enkele behoefte aan deze motie. En in de richting van mijnheer Polderman wil ik toch zeggen, dat zijn voorbeeld van de vergelijking CDA-Wouw en CDA-Roosendaal voor mij absoluut ergens uit het blauwe... - De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, het voorbeeld was de herindeling, wat inderdaad nogal eens conflicterende belangen geeft. En als je daarmee in de problemen komt dan hebben we een probleem. Want de herindeling hebben we wat dat betreft gehad. Het was maar een voorbeeld. -

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 64