6
daal en ze zijn allemaal belangrijk voor onze inwoners. Ik denk dat je een partij niet kunt verwijten,
wanneer je op voorhand al keuzes maakt en aangeeft in welke richting de oplossingen geboden
moeten worden. Dit is ons inziens een richting die dus financieel gezien voor de gemeente Roosen
daal op dit moment - en ik heb ook duidelijk gezegd in deze komende periode - niet te dragen valt.
De VOORZITTER: Wat dat laatste betreft mijnheer A.M. van de Sande, wordt ook u op uw wenken
bediend. Want het eerste scenario is het scenario dat we in de huidige locaties blijven zitten, maar dat
die locaties zodanig opgeknapt worden dat ze weer aan de eisen van de tijd voldoen en dan komen
we dus op die zaken van de verwarming en van de vloerbedekking. Het grote onderhoud van het ge
bouw. Het Stadskantoor is van 1979 en daar is nooit groot onderhoud aan gepleegd. Dat is één van
de scenario's
- De heer A.M. VAN DE SANDE: Mijnheer de voorzitter, die concrete voorstellen, zullen wij ook af
wachten en daar zullen we dan een oordeel over-
De VOORZITTER: Wat hier dus gebeurd is niet anders dan een studie, wat de diverse mogelijkheden
nu in feite aan voordelen opleveren in financiële, maar ook in andere zin. Het is niet anders bedoeld
dan de raad in staat te stellen een verantwoord besluit te nemen en dat bij die gelegenheid dan ook
zuilen doen. Ik herhaal nog even in de richting van de heer Polderman graag de bereidheid - want ik
denk dat het sowieso van belang is - om u regelmatig in de commissie ABZ van de stand van zaken
op de hoogte te houden. Daarmee ook in tweede instantie u beantwoord hebbend, mag ik constateren
dat de PvdA geacht wil worden tegengestemd te hebben? Mijnheer Pirée...
- Er wordt iets geroepen. -
De VOORZITTER: Oh sorry, de suggestie is van deskundigen. Ja, u zegt dat er allemaal hele des
kundige mensen in die stuurgroep zitten. Ja, maar toch op andere terreinen. Er zit geen bouwkundige
in de stuurgroep, er zit een directeur Stadsontwikkeling, maar dat is geen bouwkundige. De stuur
groep stuurt en wij "huren" de deskundigheid in, of dat nou bouwkundige deskundigheid is of financi
ële deskundigheid in het eigen apparaat. Als er op het punt van de financiën advies nodig is dan heb
ben we daar natuurlijk ter controle de afdeling financiën voor. Is er op het punt van bijvoorbeeld de
wijze waarop we met loketten zouden moeten omgaan deskundigheid nodig, dan hebben we daar de
mensen voor. Die zitten op zichzelf niet in de stuurgroep verenigd. Dus we kunnen er van overtuigd
zijn, dat de deskundigheid er in ieder geval in gebracht wordt. Dat is buiten kijf. Mag ik dan constate
ren dat de Partij van de Arbeid geacht wil worden tegengestemd te hebben op dit punt en dat alle
anderen instemmen en er derhalve besloten is?
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
- De drie leden van de PvdA-fractie wensen de aantekening, dat zij geacht willen worden tegen dit
voorstel te hebben gestemd. -
4.a Voorstel nr. 2: Aanwijzingsbesluit Wiw.
De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Het woord is aan de heer Polderman.
De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, op zich akkoord. Misschien kan de wethouder nog
even uitleggen of ik het goed begrepen heb dat het voorstel een maand is blijven liggen, alleen van
wege het advies van de ondernemingsraad. Is dat de enige reden? Dus op zich akkoord, maar niet
nadat ik toch ook nog een keer mijn ongerustheid heb uitgesproken over het feit dat we hier toch een
bepaalde weg inslaan met deze gesubsidieerde arbeid. De richting die we nou opgaan via de WSW,
brengt naar mijn idee toch de totstandkoming van het CWI (Centrum voor Werk en Inkomen) in een
bepaald daglicht en ik denk dat er toch een cultuur bij de WSW is wat die doorstroming niet zo in haar
vaandel heeft en daarmee gaan we die bepaalde weg op en dat vind ik toch enigszins de vraag...
- Er wordt iets geroepen. -
De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, op directie niveau. Maar dat is toch een bepaalde ma
nier waarop we er nu op ingaan en ik vraag me af of we daarmee wel de juiste weg opgaan, laat ik het
zo zeggen. Dus, op zich ben ik wel akkoord, maar die kanttekening wil ik wel gemaakt hebben.
7
De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder De Jaeger.
De heer DE JAEGER, wethouder: Mijnheer de voorzitter, heel kort. Ik denk dat ik mijnheer Polderman
toch wel gerust kan stellen, want er gebeuren toch hele goede dingen op dit moment en ik denk dat
het goed is dat we daar in de commissie nog eens verder over praten. Overigens de weg die we nu
inslaan is op zichzelf een hele logische, al eerder door de raad ook wel als gewenst uitgesproken,
maar vanwege allerlei ontwikkelingen zijn er op enig moment best nog wel wat vraagtekens bijge
plaatst. Ik denk dat het goed is dat we in de commissie nog wat verder praten over die ontwikkelingen
en ik denk ook niet dat u moet denken dat daarmee de richting van het CWI - en alles wat er in zou
kunnen komen - wordt geblokkeerd of anderszins zou worden vertraagd of gebruuskeerd. Dat is niet
aan de orde, denk ik. Ik denk juist dat het een versterking kan betekenen, daar waar het gaat om de
gemeentelijke inspanningsverplichting om te zorgen voor gepaste werkgelegenheid voor die mensen
die dat nodig hebben. Maar ik wil er graag met u in de commissie verder over praten - dat zal binnen
kort ook wel gebeuren - omdat bij de Sociale Werkvoorziening toch een aantal ontwikkelingen zijn die
ook uw commissie aangaan. Dus daar komen we automatisch over aan de praat met elkaar. En de
ondernemingsraad, inderdaad. Wij vonden het toch correct om even het advies van de ondernemings
raad mee te nemen en dat is nu gelukkig in positieve zin.
De VOORZITTER: Wenst iemand in tweede instantie het woord? Neen? Mag ik constateren dat u
instemt met het voorstel?
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit FEFPA/2a).
4.b Voorstel nr. 3: Vaststelling "Beleidsplan Abw 1999. met het oog op de toekomst!".
De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen mevrouw Brooijmans,
de heren Polderman, Jansen, Hermans, Van Antwerpen, Verschuren en Eist het woord. Het woord is
aan mevrouw Brooijmans.
Mevrouw BROOIJMANS-VAN WAES: Mijnheer de voorzitter, het beleidsplan geeft een volledig beeld
van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de Abw in 1999, een prima "spoorboekje", vinden
wij. Nu het verbeterplan in zijn laatste fase is en de doelstellingen nagenoeg allemaal bereikt zijn komt
er tijd en ruimte vrij om te werken aan de verdere invulling van het gemeentelijk beleid ten aanzien van
de Algemene bijstandswet. U kondigt in de nota verschillende notities aan en voorzitter, u gaat hierbij
voorvarend te werk hebben wij gemerkt. Want half januari lagen er reeds twee notities op onze deur
mat. Voorzitter, ik wil niet ingaan op alle zaken die in dit beleidsplan genoemd zijn want het zijn er
talloze. Ik wil er een paar punten uitlichten. Allereerst het uitgangspunt dat u hanteert: "hulpverlening
op maat". Het CDA kan zich goed in dit uitgangspunt vinden. Eén van de instrumenten hierbij is de
bijzondere bijstand. Veel mensen blijken nog niet op de hoogte te zijn van de mogelijkheden die er
zijn. Nog steeds is er sprake van onbenutte rechten. In dit verband doen wij de suggestie om een se
rie artikelen in Stadserf één op te nemen, waarin praktijksituaties beschreven worden. Verder kondigt
u in de nota, specifiek beleid aan voor allochtone inwoners en het CDA is met u van mening dat het
hard nodig is. In dit verband doen wij u de suggestie om de mogelijkheid te onderzoeken om te wer
ken met allochtone intermediairs. Deze intermediairs vervullen een brugfunctie tussen allochtonen en
verschillende dienstverlenende instanties. Zij volgen een opleiding en werken via een Melkertbaan.
Zowel in Bergen op Zoom als in Tilburg zijn er goede ervaringen met allochtone intermediairs opge
daan. Als laatste aandachtspunt, voorzitter, vragen wij aandacht voor de armoedebestrijding. Eerste
punt hieruit is de 100% kwijtscheldingsnorm. Wij vragen u in beeld te brengen, wat de financiële ge
volgen daarvan zouden zijn. Verder vragen wij nogmaals speciale aandacht voor alleenstaande ou
ders met schoolgaande kinderen. Tot zover in eerste termijn, voorzitter.
De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Polderman.
De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, in het algemeen ziet het er goed uit. In grote lijnen is
dit beleidsplan Abw 1999 een goed rapport. Maar de grote vraag blijft echter toch of we die opgaande
lijn vast kunnen houden. Want we kunnen toch niet anders zeggen dan dat hier toch de bezielende
leiding van de interim-directeur nog aanwezig is. Op zich past het plan ook uitstekend in het verbeter
traject zoals we dat hebben ingezet en laten we dus maar hopen dat we op de goede weg blijven.
Overigens is toch door een impliciete besluitvorming de bemoeienis van BMC toch weer met een half
jaar verlengd en wat dat nu financieel voor de gemeente betekent, daarover zou ik toch nog wel eens
wat nader van u willen horen. Goed, we zijn op de goede weg, voorzitter, maar dat houdt niet in dat