ma 112 NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE RAAD VAN ROOSENDAAL 1999 VERGADERING OP DINSDAG, 13 APRIL 1999 ONDERWERPEN TER BEHANDELING: 1Beëdiging raadsleden. 2. "Koers op kwaliteit", beleidsagenda 1999 - 2002. 3. Verkiezing wethouders. 4.a Voorstel nr. 62 Wijziging algemene commissieverordening; b voorstel nr. 63 benoeming leden in diverse commissies en samenwerkingsverban den. 5. Ingekomen stukken en mededelingen. VOORZITTER: de heer mr. M.J.H. Marijnen, burgemeester. AANWEZIG MET DE VOORZITTER: de heren J.L.M. Mol (VL), A.P.W.M. Veraart (WD) en F.D.S. Bleijenberg (WD), mevrouw M.J.C. Knappers-Hopstaken (RBRK), de heren S. Günes (CDA), drs. J.J.C. Adriaansen (RLPR), ing. C.A.E. Gommers (WD), L.C.M. de Jaeger (CDA) en mr. R.E. Teusink (WD), de dames H.M.H. Buisman (POR/GL) en A.J.M. Gepkens (POR/GL), de heer J.A.M. Verbraak (CDA), de dames ir. F. Henken (CDA), C.S.L.J.M. Adriaansen-van Nispen (RLPR) en J.J.M.M. Cha- malaun (RLPR), de heer B.E.P.G. van Antwerpen (PvdA), mevrouw C.A.R.M. Stroop (PvdA), de heren J.C.C. Roeken (CDA), A.C.J. Eist (WD), C.C.S. Verbogt (CDA), L.C.F.J. Alberts (PvdA), J.C. Jansen (RLPR), H.L.A. Hermans (VL), G.J.A. Jonkers (VL), H.M.M. Uitdewillegen (VL) en P.P.M. van Steeke- lenburg (CDA), mevrouw mr. G.I.M. Brooijmans-van Waes (CDA), de heren H.M.M. Bruijns (WD) en H.J. Polderman (SP), mevrouw C.C. Kerkhof-Mos (CDA), de heren J.J. Hoogendoorn (WD), P.J.H. Buijs (RLPR), J.M.M. Hertogh (VL), J.A.M. Verschuren (POR/GL) en drs. W.M. Wamsteker (RLPR), leden. SECRETARIS: de heer mr. drs. T. van der Wal, gemeentesecretaris. De VOORZITTER opent om 19.30 uur de vergadering en zegt: Dames en heren, ik heet u allen vanavond van harte welkom en ik open deze vergadering. 1. Beëdiging raadsleden. De VOORZITTER: Wij starten - want anders kunnen we überhaupt niet vergaderen - met de beëdiging van de raadsleden. Ik verzoek u daartoe te gaan staan. Ik lees u eerst de eed dan wel de verklaring en belofte voor en vraag daarna ieder van u om daarop te antwoorden, hetzij wanneer u de belofte uitspreekt met de uitspraak: "Dat verklaar en beloof ik" en wanneer u de eed aflegt: "Zo waarlijk helpe mij God Almachtig". Maar ik lees eerst de eed en verklaring voor: "Ik zweer, dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer, dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen". Voor degenen die de belofte afleggen: "Ik verklaar en beloof, dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof, dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, recht-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 59