100 ziening te realiseren en de normale integrale afweging - waar bij het vorige agendapunt nog sprake van was - die komt hier in ieder geval ook aan de orde. Ook de informatie die u heeft uit gesprekken met het schoolbestuur, die u in de loop van het vorige jaar hebt gehad - maar ik begreep van de ambtenaren dat dat pas laat in het jaar was - daar heeft u in ieder geval niet over gecommuniceerd met de commissie. Dat zijn zaken die ik toch graag aan de orde wil stellen, in de commissie van mei. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Chamalaun. Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het verder geen probleem mag zijn. Vanavond gaat het - als we dan toch in de procedures komen - over de vraag of u akkoord kunt gaan met het voorstel zoals het hier ligt voor de tijdelijke huisvesting van de St. Jan in de Meidoorn laan en alle andere zaken en vragen die er nog zijn, die wil ik zeker op de agenda laten plaatsen in de commissie waar onderwijs in behandeld gaat worden. De VOORZITTER: Dank u. Mag ik dan constateren dat u instemt met het voorstel? Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 30e wijziging van de gemeentebegroting van het dienstjaar 1999). 9. Afscheid van vertrekkende raadsleden. De VOORZITTER: Voor dit onderwerp begeef ik me richting sprekersstoel. Dames en heren, het is vanavond onze laatste vergadering van de eerste raadsperiode van de nieuwe gemeente Roosen daal. Een hele korte raadsperiode is dat geweest. En bij zo'n gelegenheid realiseer je je nog eens dat dat maar twee jaar was. Het zijn wel twee heel bijzondere jaren geweest. Het woord "tropenjaren" wou ik niet in de mond nemen gezien de klimatologische omstandigheden in de afgelopen twee jaar. Maar het had er wel veel van weg. Het eerste jaar heeft met name in het teken gestaan van "je plekje vin den". Dat gold voor het ambtelijk apparaat, dat fors gereorganiseerd was, dat zich een nieuwe cultuur moest eigen maken, dat eisen gesteld kreeg op het punt van de bedrijfsvoering. Dat gold ook voor de raad die "zijn plekje nog moest vinden". Die de verhoudingen tussen de fracties eerst moest verken nen, maar ook binnen de fracties de plekken allemaal nog moest vinden. Dat was dat eerste jaar. In het tweede jaar hebben we veel meer producten met elkaar kunnen leveren, prestaties kunnen leve ren, lijnen uitgezet, visies onderschreven. Heel veel nieuwe initiatieven zijn ook ter hand genomen. Als je je dan realiseert dat we pas twee jaar bezig zijn, dan geeft dat - bij mij in ieder geval - het effect dan zijn we ook eigenlijk wel erg ongeduldig, als je bedenkt hoe vaak we in die twee jaar wel niet zeiden van: kan dat niet wat sneller en is dat nog niet klaar? Ook voor de raad zijn het - zei ik al - zeer inten sieve jaren geweest. Er is veel tijd en veel energie in het politiek bestuurlijke bedrijf gestoken. En bij de afgelopen verkiezingen realiseerde ik me nog wel eens dat het bij burgers, die raadsleden bezig zien in het verwerven van de gunsten van de kiezer, soms wel eens een misvatting daardoor ontstaat alsof in de raad zitten vooral eervol, vooral leuk, vooral makkelijk, pluche en zo zou zijn. In de raad zitten is doodgewoon heel hard werken. Daarmee wil ik alle zojuist toegelaten raadsleden die aan de zijlijn vanavond zitten, niet ontmoedigen, maar wel complimenten maken aan alle raadsleden zoals ze in de afgelopen twee jaar in onze raad gefunctioneerd hebben. En in het bijzonder wend ik me dan tot de raadsleden die vanavond afscheid nemen. Een negental. En ik loop ze langs in alfabetische volg orde, zij het dat ik wethouder De Leeuw tot het laatst bewaar. Mevrouw Cormaux houdt van het debat, dat zie je aan de wijze waarop ze dat debat voert, maar dat zie je ook aan het feit dat ze vaak juist op de tweede termijn de nadruk wil leggen. Ze is vasthoudend. Maar toen ik dat opschreef dacht ik ja: wie eigenlijk niet in de raad, maar bij haar viel het me toch regelmatig op. Ze zou zo graag op hoofdlijnen besturen en doet dat ook, maar moet tegelijkertijd ook ervaren dat dat regelmatig hartstikke moeilijk is. Ze houdt van een geintje, zoals ze dat in haar geboortestad zeggen. En ze mag dan in Den Haag geboren zijn ze is niet van echt - Roosendaals dus - te onderscheiden. Een zo'n geintje was ook de raadsvrouwtjes in de carnavalsoptocht waarvan zij één van de gangmaaksters was. De heer Koster, gekenmerkt door een hele zakelijke inbreng, in de raad "to the point", dat is gezien zijn achtergrond natuurlijk ook helemaal niet verbazingwekkend. Normaal gesproken een heel ingetogen opererend raadslid. Maar wanneer het over handhaving ging en zeker wanneer daarbij het vermoeden boven kwam dat er niet met dezelfde maten gemeten zou zijn, dan werd hij bepaald emotioneel. Een man die heel strategisch denkt, maar tegelijkertijd uit is op snel resultaat. En hij heeft dan ook zichtbaar moeite met soms omslachtig lijkende procedures en met de beperkte mogelijkheden van een overheid om ook daadwerkelijk een vuist te maken. Mevrouw Lanooij die voelde zich maar wat thuis in een com missie WOC of liever gezegd in de welzijnswereld. Ze heeft daarin dan ook een heel ruim netwerk 101 opgebouwd dat haar als raadslid goed van pas kwam. Zeer serieus als het om de inhoud gaat, maar tegelijkertijd heel ontspannen in haar optreden. En er zijn maar heel weinig gelegenheden in de stad waar je haar niet tegenkomt. Zo'n gelegenheid is in ieder geval de halve marathon, maar daar is zij dan wel aanwezig als deelneemster. Zij loopt de 10 kilometer sneller dan menigeen van ons dat fiet send zou doen. Goed. Weddenschappen kunt u na afloop doen. Bij diverse carnavalsbijeenkomsten was ze niet zo zeer aanwezig, nee daar stortte ze zich in. Prachtig en verrassend uitgedost ieder jaar weer. De heer Matthijssen, die is in 1982 in de politieke voetsporen getreden van zijn oom Cees, die de oprichter was van C'70 in Wouw. Hij is wat mij betreft een van de voorbeelden van zo'n raadslid waarbij je je regelmatig afvraagt, waar haalt die de tijd vandaan? Want die vraag kwam in ieder geval bij mij heel nadrukkelijk op toen ik hem vorig jaar een onderscheiding mocht uitreiken voor het hele vele werk dat hij in het verenigingsleven doet. Een echte verenigingsman, een organisator: Oranje, Avondvierdaagse, 750 jaar Wouw en ga maar door. Voor hem is besturen vooral zichtbare resultaten boeken niet praten, maar blazen dus. En of het nou om een vereniging of om een gemeentebestuur gaat, daar ligt voor hem ook de inspiratie voor zijn sterke betrokkenheid bij het wel en wee van de dorpen in onze gemeente. De heer Pirée, ons meest monumentale raadslid. Niet alleen omdat hij al 20 jaar raadslid is, maar ook omdat je niet aan hem voorbij kunt in de raad. Ook al zou je dat willen. Door zijn ferme uitspraken of door zijn subtiele understatements. En vanavond hadden we er weer een: "Wie ben ik dat ik het beter zou weten dan de welstandscommissie"? Dat vond ik er zo een. Door dergelijke uitspraken weet hij steeds perfect de aandacht te trekken. Niet alleen zijn uitspraken trou wens. Het is hem - of liever gezegd zijn partij - voor zover ik weet nog nooit gelukt om aan de overzij de - aan deze zijde dus - van de tafel terecht te komen. Dat loste hij op door een foto achter op zijn stoel te plakken, zodat het publiek - van de voorkant - kon zien wie daar op die stoel zat. Zijn liefde voor het Roosendaals verleden is natuurlijk de belangrijkste reden voor die betiteling van meest mo numentale raadslid. Daar kan hij uitgesproken emotioneel bij worden. Hij is een teamworker, iemand die andere mensen in zijn omgeving moet hebben om goed te kunnen functioneren. Hij is ook een laatbloeier in carnavaleske zin dan, want bij zijn optredens tijdens de IQ-avonden kostte het hem zo zichtbaar moeite om geen raadslid te zijn dat het mij heel benieuwd maakt naar zijn bijdrage volgend jaar. De heer A. van de Sande, raadslid sinds 1986 en ruim een jaar wethouder geweest toen wet houder Hellegers uit Wouw burgemeester werd. Onlangs hebben we dat allemaal nog gememoreerd toen hij zijn koperen jubileum vierde. Hij - zo zou ik hem willen typeren - koestert tegenstellingen in de overtuiging dat uit de "shock des opinions" de bestuurlijk beste oplossing kan groeien. Hij houdt er daarom van om het debat uit te lokken en slaagt daar ook regelmatig in. Soms blijft hij daar onbegre pen in. Hij opereert graag op een zeker abstractieniveau met een nadrukkelijk oog voor relevante de tails. Zo heb je twee Van de Sande's in de raad, zo heb je er geen meer. Want ook de heer C. van de Sande zal niet terugkeren in de nieuwe gemeenteraad. Hij heeft sinds 1983 deel uitgemaakt van de POR/GroenLinks-fractie. De slogan van zijn partij heeft hij perfect inhoud weten te geven: "Prikkelend present". Met behulp van een hele grote dossierkennis en een sterke persoonlijke betrokkenheid wist hij de oppositierol met overtuiging vorm te geven. Door zijn consistent en vasthoudend optreden wist hij steeds respect af te dwingen. De heer Swinkels, van alle vertrekkende leden is hij het kortst raads lid geweest. Maar daar staat tegenover dat hij als enige - voor zover ik weet - ook kan bogen op een ambtelijk verleden in Roosendaal. Om zijn kwaliteiten ook bestuurlijk in te kunnen zetten voor Roosendaal moest hij eerst naar Bergen op Zoom gaan werken. Ondanks het feit dat zijn dagelijkse werkzaamheden in een hele andere hoek liggen wist hij zich heel snel op de terreinen van welzijn, onderwijs en cultuur in te werken. En dan kom ik aan wethouder De Leeuw. Met een onderbreking van 28 dagen is hij bijna 25 jaar raadslid geweest. Dat van die 28 dagen leg ik u allemaal nog wel eens uit, dat had iets te maken met het feit dat de heer Pirée van zijn baas nog geen raadslid mocht worden of zoiets. Maar het was heel ingewikkeld in ieder geval. In die periode - in die 25 jaar - heeft hij heel in grijpende veranderingen meegemaakt in het functioneren van de lokale democratie. In Roosendaal heeft hij zelf aan die veranderingen ook actief zijn bijdrage geleverd daarmee steeds het primaat van de politiek vooropstellend. Hij is een bestuurder in hart en nieren, die het algemeen belang voorop zet maar individuele belangen daarbij niet uit het oog verliest. Hij handelt zo sterk vanuit liefde voor zijn Roosendaal, dat het voor mij gewoon een schrik was toen ik onlangs er pas achter kwam dat hij in Breda geboren is. - De heer DE LEEUW wethouder: Mijnheer de voorzitter, ieder heeft zijn foutjes. - De VOORZITTER: Dat wou ik juist zeggen, een jeugdzonde die hem niet aangerekend kan en mag worden. Over zijn jeugd gesproken. Die persoonlijke emotionele band met Roosendaal die werd wel heel erg manifest bij zijn inspanningen om de renovatie van het Vrouwenhof op de agenda geplaatst te krijgen. De echte verhalen heeft hij ons nog altijd onthouden. Maar dat dat iets te maken had met al

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 53