96 weet dat de toezeggingen schaars zijn de laatste tijd, maar ik hoop toch dat de wethouder hier van avond duidelijkheid in kan scheppen. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Matthijssen. De heer MATTHIJSSEN: Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van commissievoorstellen krijgen we een raadsvoorstel. Ik heb ook nooit de gewoonte gehad om dan die twee voorstellen allebei tegen het licht te houden en heel erg precies te gaan vergelijken. Je kijkt ze natuurlijk wel heel erg goed in, maar om het op de letter te gaan controleren, dat heb ik nog nooit gedaan. Dat ben ik ook niet van plan. Goed, voorzitter... - De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, dat hoeft voorlopig ook niet meer. - De heer MATTHIJSSEN: Mijnheer de voorzitter, het zij zo. In ieder geval is de constatering van de Roosendaalse Lijst dat er tot 2002 in het gehele voorstel natuurlijk helemaal niks verandert. Tot 2002 zijn we gegarandeerd van dezelfde opstelling. Na 2002 wordt het dan in de meerjarenraming opge nomen en dan kunnen we zien of die kosten wel of niet zijn meegevallen en wat we dan met dat fi nanciële voordeel doen. Dus ik vind dit toch een hele zinnige zaak en onze fractie gaat hiermee ak koord, voorzitter. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Swinkeis. De heer SWINKELS: Mijnheer de voorzitter, de fractie van de Vrije Lijst was bang dat de frictiekosten straks niet helder in beeld worden gebracht en opgaan in allerlei kostenverhogingen, zoals bijvoor beeld huisvestingskosten. Als u kunt garanderen dat de frictiekosten duidelijk apart in de begroting naar voren komen kan de fractie van de Vrije Lijst instemmen met uw voorstel. De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Gepkens. Mevrouw GEPKENS: Voorzitter, ik kan mijnheer Matthijssen geruststellen, hoor. Ik ga niet echt alle voorstellen letter voor letter bekijken, maar het valt mij toch op als er in het ene voorstel vijf voorstellen staan en in het andere voorstel zes. Dan heb ik de neiging om toch even te kijken wat ik mis. In dit geval moet ik u zeggen - ik heb dat in eerste instantie ook al uitgebreid verteld - dat ik zeer veel waar dering heb voor het traject zoals dat is gelopen - de besluitvorming - daar is ook niets mis mee. Onze intentie is ook absoluut niet om tegen de fusie van Stads- en Streekgewest te stemmen, maar het onderdeeltje wat eigenlijk bij de gemeente thuishoort. Want als gemeente maken we natuurlijk het beleid wat je doet met het budget wat eventueel na een fusie overblijft. Dat je toch een bezuiniging realiseert, dat vul je in als gemeente. Nu weet ik natuurlijk wel dat het beleid bij de gemeente Roosen daal is om die kosten integraal af te wegen bij de voorjaarsnota of bij de begroting. Dat gebeurt bij deze kosten ook natuurlijk, zou ik bijna zeggen. Maar waar ik in de eerste termijn ook heel nadrukkelijk op heb gewezen is dat voorstellen die in de commissie aan de orde zijn, dat die op dezelfde manier aan de orde moeten komen in de gemeenteraad, tenzij er een gewijzigd voorstel komt. Als ik dan toch vrij indringende vragen stel in de eerste termijn en de wethouder geeft alleen aan van dat heb ik niet gezien, dan vind ik dat toch echt mager, moet ik u zeggen. Ik denk dat het gewoon van tweeën éen is. Het is óf nieuw beleid en dan breng je het expliciet aan de orde in de commissie, óf het is al college- beleid en dan merk je na de commissievergadering, dat er iets gewijzigd is, of dat je iets niet hebt opgenomen. Dan stuur je een gewijzigd voorstel naar de commissie en dan krijg je dat altijd vetge drukt - nou, ik heb tot in het weekeinde allerlei wijzigingsvoorstellen gehad - dan vind ik eigenlijk dat dat op deze manier ook had moeten gebeuren. Ik zei u al, ik zal zeker niet tegen de fusie van Stads en Streekgewest stemmen - althans voor wat de GGD betreft - alleen wil ik hier toch puur op procedu rele gronden op aandachtstreepje drie, op pagina twee van uw voorstel een tegenstem laten noteren. Dan heb ik ook nog het antwoord - wat u geeft - over de discussie die in het nieuwe bestuur plaats vindt over de wijze waarop je een basispakket samenstelt, of over de begroting en de financiële ver antwoording. Dat u dat in het bestuur van de nieuwe GGD - zal ik het maar even noemen - vaststelt en dat u daarvan verantwoording schuldig bent aan de raad. Ik hoop toch dat ik u in eerdere discussies ervan heb kunnen overtuigen dat het belangrijk is om niet alleen verantwoording schuldig te zijn aan de raad - en achteraf daarvan melding te maken in een commissie of in een raad - maar op voorhand met de commissie - met de politiek - te discussiëren over wat de politiek vindt dat een GGD zou moe ten leveren, tegen welke kosten uiteraard. 97 De VOORZITTER: het woord is aan wethouder Chamalaun. Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, laat ik meteen trachten toch de angel eruit te halen, door te zeggen dat ik het zeer betreur dat hier een zin is komen te staan waar duidelijk de intentie was van het college - zoals hier geformuleerd staat - maar waar u blijkbaar niet van op de hoogte was in de commissie doordat de tekst toen anders was dan dat u die aangeleverd heeft gekre gen. Ik vind het temeer zo jammer, omdat u ook allemaal van mening bent dat het hele fusietraject tot nu toe bijzonder goed - en kwalitatief goed - ook voorbereid is geweest en het is dan - laat ik het maar gewoon in het Hollands zeggen - ontzettend "balen" als dan op deze manier eigenlijk toch enigszins de glans eraf gehaald wordt puur door een procedurele fout, waarvan ik hierbij dan ook mijn veront schuldiging aanbied. Wat betreft de vraag van mijnheer Verbraak over die kosten van die 90.000,-, ik heb u zojuist in eerste termijn, dacht ik, gezegd - en anders in ieder geval ook in de commissie - dat er alles aan gedaan zal worden om te zorgen dat we op het eind van het jaar kunnen zeggen: "die 90.000,- die zijn weg". Die zijn tegen elkaar weggevallen door hogere inkomsten. Misschien is het dan zelfs wel die verdieping waar huurders voor zijn. Op dit moment is daar natuurlijk nog geen duide lijkheid over te krijgen, zitten we nog met dat verschil en ziet het er nu naar uit, dat die kosten op een gegeven moment ook gedragen zullen moeten worden. U wilt van mij horen, waar komen die kosten dan vandaan? Dan kan het toch niet zijn dat dat ten koste gaat van onze inwoners - van de burgers - dat is niet de bedoeling. Maar duidelijkheid over wat voor bedrag we exact praten, kan ik u pas geven bij het eind van deze fase na de implementatie en ik ga er vooralsnog vanuit - gehoord hebbende, de voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg - dat alles in het werk gesteld zal worden om dat totale bedrag weg te poetsen, zodat het niet drukt op de begroting. Mevrouw Gepkens, u zegt dat het niet alleen zo is dat u de portefeuillehouder ter verantwoording kunt roepen, nee, het is straks juist de ge hele nieuwe werkwijze - wat ik al eens eerder gezegd heb in de commissie - waar ter voorbereiding van het portefeuillehoudersoverleg met de overige gemeenten dienst deed in de komende nieuwe situatie, de agendapunten die in dat portefeuillehoudersoverleg besproken zullen worden, ook gea gendeerd worden, zodat we daar met elkaar ook beleid op kunnen uitzetten. Mijnheer Swinkeis, ik heb begrepen dat als u zegt, wanneer de frictiekosten apart gezet worden in de begroting - dat ze als het ware geoormerkt worden - dat u dan in kunt stemmen met deze stand van zaken van het fusieproces, waar we dan weer een nieuwe fase in zullen gaan. Ik denk dat ik tot nu toe zover alles beantwoord heb, voorzitter. De VOORZITTER: Mag ik dan constateren dat u instemt met de fusie, zij het dat POR/GroenLinks, PvdA en SP om procedurele redenen tegen beslispunt 3, onder voorstel 5, gestemd willen hebben? - De fracties van de PvdA, POR/GroenLinks en de SP wensen de aantekening dat zij geacht willen worden tegen beslispunt 3, onder voorstel 5, gestemd te hebben. - 8.i Voorstel nr. 59: Wijziging besluit algemene voorwaarden en tarieven kunstzinnige vorming 1999/2000. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit FEFPA/59a). 8.j Voorstel nr. 80: Ondersteuninassubsidie 1999 AVO Integratie Gehandicapten Provinciaal Bureau Noord-Brabant. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 8.k Voorstel nr. 61Tijdelijke huisvesting St. Janschool in Meidoornlaan 3. De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen mevrouw Gepkens, de heren Wamsteker, Swinkeis en Van Antwerpen en mevrouw Cormaux het woord. Het woord is aan mevrouw Gepkens. Mevrouw GEPKENS: Voorzitter, dit voorstel hebben we gekregen zoals aangekondigd in de commis sievergadering, na afloop van die commissievergadering met het verzoek om telefonisch te reageren. Dan zou de wethouder voorafgaand aan dit agendapunt de vragen die gesteld zijn, beantwoorden. Nu zij daartoe geen initiatief neemt, ben ik geneigd om de vragen die ik telefonisch heb gesteld om die nog een keer te stellen. Ja? Oké, dan doe ik dat. Het voorstel zoals het hier aan ons voorgelegd

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 51