86
Maar zetten we ons zelf en daarmee de gemeenschap niet al te veel voor voldongen feiten door nu te
besluiten voor deze grondaankoop?
De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan mevrouw Kerkhof.
Mevrouw KERKHOF-MOS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik begrijp dat mijnheer Verschuren deze
besluitvorming ondersteunt. Alhoewel het bij hem wel vragen oproept en hij daar beelden bij gebruikt,
die mij meer aan de wildbeheereenheid doen denken, dan aan de POR/GroenLinks-fractie. In feite
liggen de vragen die hij stelt een beetje in het verlengde van de vragen die ook door de SP opgewor
pen worden. Plegen we nu met deze aankoop niet impliciet toch besluitvorming? U weet - net zo goed
als ik - op basis van het projectprogramma Borchwerf, dat dit gebied wat we nu aankopen ligt binnen
het primaire zoekgebied voor het te ontwikkelen Borchwerf II. Dat het op dit moment nog niets zegt
over de locatie waar Borchwerf II wordt ontwikkeld en ook nog niets zegt over de omvang van Borch
werf II. Als je grond verwerft in een primair zoekgebied dan betekent dat, dat je die grond mogelijk als
het masterplan dat uitwijst dat je daar als eerste zou willen ontwikkelen en dat dan daarvoor kunt ge
bruiken en als je elders begint te ontwikkelen, dat je die grond als ruilobject kunt inzetten. Allebei de
mogelijkheden zijn aanwezig. Daar doe ik vanavond geen uitspraak over, omdat ik dat vanavond nog
niet kan. U weet dat wij een adviseur hebben ingehuurd - de Grontmij - samen met de gemeente Hal-
derberge om het masterplan voor ons voor te bereiden. Dat ligt nog niet voor, maar zodra dat zover is
komen wij voor nadere besluitvorming naar uw raad. Uitdrukkelijk dus geen impliciete besluitvorming,
wel alvast een toekomstige reservering van een locatie die nu beschikbaar komt en die de aanwezige
agrariër aan ons heeft gevraagd te verwerven, omdat hij dat ook voor zijn toekomst veilig wil stellen.
Niet meer en niet minder is hier aan de orde, de prijs en het perceel is voor ons interessant. Vandaar
dat wij dit voorstel aan uw raad hebben voorgelegd. Overigens mijnheer Polderman, het gaat mij te
ver om met u opnieuw - op dit moment - de behoefte aan industrieterreinen ter discussie te stellen. U
weet dat wij die discussie allang gevoerd hebben en ik constateer dat de raad van Roosendaal het
projectprogramma Borchwerf II heeft vastgesteld en dat het college op dit moment bezig is de voorbe
reiding van de uitvoering ter hand te nemen en dan past deze discussie hier, op dit moment echt niet
meer.
De VOORZITTER: Wenst iemand in tweede instantie het woord? Het woord is aan de heer Polder
man.
De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, zonder nou opnieuw die discussie met u te willen voe
ren - dat snap ik ook wel - maar op een gegeven moment blijft dat natuurlijk toch een steeds terugko
mend punt. Ik ben het wel met u eens dat je op een gegeven moment moet zeggen, dat is nu zo be
sloten en daar gaan we zo meer door - daar wil ik me nog wel bij neerleggen - maar dat je discussie
moet blijven voeren, blijft voor mij buiten kijf staan. Over de impliciete besluitvorming - het karakter
daarvan - daar blijft natuurlijk toch een ongeloofwaardig puntje aan kleven. U zegt dat het nog naar de
inspraak gaat en alles nog mogelijk blijft, maar we gaan wel dit stuk grond vast kopen want daar moet
die weg komen, zo staat het ook in de stukken. Het is niet zomaar een stukje grond, u geeft daar zeer
duidelijke redenen voor. Dat stuk zou ook nodig zijn voor de ontsluiting en daarmee suggereer je toch
op zijn minst dat je plannen al veel verder zijn dan dat je zegt tegen de inspreker van nee, alles staat
nog open en alles is nog te bediscussiëren. Ik heb daar toch zodanig moeite mee, dat ik denk van
nee, ik moet hier gewoon niet mee akkoord gaan.
De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Kerkhof.
Mevrouw KERKHOF-MOS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, wat mijnheer Polderman suggereert is
niet aan de orde. Ik heb u de argumenten van het college gegeven, het ligt in het primaire zoekgebied.
Het kan dus eventueel in het toekomstig masterplan mogelijk toekomstig Borchwerf II zijn. Het kan ook
als ruilobject worden ingezet. Dat is cruciaal voor de aanwezige agrariërs in het primaire zoekgebied.
Overigens zullen wij het terrein voorlopig als gronddepot gaan gebruiken, omdat, zoals u weet, het
Asselbergsterrein moet worden leeggemaakt en overtollige grond ergens zijn plek moet vinden. Dus
het komt ons ook in die zin voorlopig goed uit.
De VOORZITTER: Mag ik constateren dat u instemt met het voorstel en dat de heer Polderman ge
acht wil worden tegengestemd te hebben?
87
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit FEFPA/44a en zie het
besluit tot 25e wijziging van de gemeentebegroting van het dienstjaar 1999).
- De heer Polderman van de SP-fractie wenst de aantekening dat hij geacht wil worden tegen dit voor
stel te hebben gestemd. -
5.q Voorstel nr. 45: Aankoop grond nabij de Abel Tasmanstraat.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit
FEFPA/45a en zie het besluit tot 29e wijziging van de gemeentebegroting van het dienstjaar 1999).
6.a Voorstel nr. 46: Voorbereidinasbesluiten "Tweede herziening bestemmingsplan Tolbera". "De
Kropten West". "Markt-Bloemenmarkt-Molenstraat". "Dubbelberg 2" (ine. PlanherzieninoT "Wijkcen
trum Kortendijk". "Locatie Opaaldijk". "Stadion Roosendaal". "Brugstraat 48-50-52 (ine, planherzie
ning)" en "Noodlokalen basisschool Lavoor (ine, planherziening)".
De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen de heren C.J. van de
Sande en Polderman en mevrouw Henken het woord. Het woord is aan de heer C.J. van de Sande.
De heer C.J. VAN DE SANDE: Voorzitter, dank u wel. Onder het kopje "Motivering/toelichting" in het
raadsvoorstel worden een negental voorbereidingsbesluiten toegelicht. Een drietal springen daarbij
duidelijk in het oog:
Voor de elfde maal een voorbereidingsbesluit om medewerking te verlenen aan ontwikkelin
gen in het Tolbergcentrum.
Bij het bouwproject in De Krogten West wordt voor dit gebied voor de elfde maal een voorbe
reidingsbesluit genomen.
De Markt-Bloemenmarkt-Molenstraat spant de kroon. Daar wordt voor de twaalfde maal een
voorbereidingsbesluit genomen.
Voorzitter, de fractie van POR/GroenLinks vindt dat dit beleid zijn doel voorbij schiet. Volgens het
kwaliteitsproject van de afdeling Vergunningen, wat behandeld is in de laatste commissievergadering
ROVM, is - en volgens de wethouder was - het aantal artikel 19-procedures niet te behappen. Dit is op
zich heel raar want deze procedures worden juist toegepast omdat die voor een bestemmingsplan te
lang duren. Voor dat vlot afwerken van die artikel 19-procedures moest er volgens de nota overge
werkt worden of een extern bureau ingeschakeld worden. Ondanks het grote wondermiddel van de
artikel 19-procedures toch nog in de problemen. Voorzitter, we hebben de wethouder in de commissie
voorgesteld om aan de slag te gaan met een artikel 38-procedure. Die procedure is helemaal nieuw,
maar met 2 maal 19 moet het toch mogelijk zijn om de achterstand versneld in te lopen. Ik zou bijna
zeggen, succes verzekerd. Voorzitter, de POR/GroenLinks-fractie zal instemmen met het voorstel,
maar mijn opvolger in de commissie voor Ruimtelijke Ordening zal de (nieuwe wethouder) op dit be
leid kritisch blijven volgen. Tot zover, voorzitter.
De VOORZITTER: het woord is aan de heer Polderman.
De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, ik wou niet ingaan op die aantallen die mijnheer
C.J. van de Sande noemt. De aantallen van de voorbereidingsbesluiten voor de zoveelste keer, maar
ik wou eigenlijk een opmerking maken over het voorbereidingsbesluit dat we voor de eerste keer nog
moeten nemen. Dat betreft het Stadion Roosendaal. Ik heb al meerdere keren uitgesproken dat ik dit
niet een plan vind wat wij kunnen omhelzen, dus ik wou graag aangetekend zien dat ik ook geen be
hoefte heb om hierover een voorbereidingsbesluit te nemen. Dat was het. Dank u wel.
De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Henken.
Mevrouw HENKEN: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Ik wilde graag namens de CDA-fractie nog
even de aandacht vragen voor de kwestie basisschool Lavoor. U stelt hier voor om ten behoeve van
een aantal noodlokalen een drietal voorbereidingsbesluiten te nemen. Wij willen dat wel steunen, want
wij zien ook wel dat het nieuwe schooljaar al binnenkort begint en u zult dus uw maatregelen moeten
nemen. Wij verbazen ons eigenlijk toch wel een beetje over het feit dat ook nu weer een vrij ad hoe
beslissing genomen moet worden. Wij missen eigenlijk in uw hele benadering een structurele aanpak.
Wij moeten er niet aan denken dat u alle toekomstige vragen naar schoollokalen - die waarschijnlijk
heel erg groot zal zijn - allemaal gaat oplossen middels noodgebouwen. Wij hebben nu ongeveer 52