2 SECRETARIS: de heer mr. drs. T. van der Wal, gemeentesecretaris. De VOORZITTER opent om 19.30 uur de vergadering en zegt: Ik open de vergadering en heet u van harte welkom. De heer Verbogt zal vanavond afwezig zijn en mevrouw Henken heeft laten weten rond 21.00 uur aanwezig te kunnen zijn. 1Vaststelling van de notulen van de vergaderingen van de raad van de gemeente Roosendaal van 26 november. 2 en 17 december 1998. De VOORZITTER: Ik kan u mededelen dat er geen wijzigingsvoorstellen op zijn gekomen en daarmee zijn de notulen vastgesteld. 2. Ingekomen stukken en mededelingen. De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen de dames Adriaansen en Cormaux, de heer Jansen en mevrouw Knappers het woord. Het woord is aan mevrouw Adriaan sen. Mevrouw ADRIAANSEN-VAN NISPEN: Mijnheer de voorzitter, wij willen u vragen om C-stuk 1, van de Stichting Dorpshuis Heerle over te hevelen naar de commissie WOC. De VOORZITTER: Akkoord. Het woord is aan mevrouw Cormaux. Mevrouw CORMAUX-EENINK: Mijnheer de voorzitter, ik verstond even niet wat mevrouw Adriaansen zei, maar ik dacht dat het over C-stuk 1 ging, dat was mijn zelfde vraag. En de tweede vraag over D- stuk 17, het beschikbaar stellen voor het krediet voor de federatie peuterspeelzalen. Moet dat niet een officieel raadsbesluit zijn of kan dat via de lijst van ingekomen stukken? Ik heb er op zich geen be zwaar tegen als het formeel zo kan. Het derde wat ik even wilde zeggen is dat we vandaag de ant woorden van het college hebben gehad op onze schriftelijke vragen over de bibliotheek c.q. het wijk centrum Kortendijk, ik wilde daar graag bij het agendapunt zelf op terug komen. Dank u wel. De VOORZITTER: Even wat uw vraag betreft over het raadsbesluit bij de peuterspeelzalen. Dat is op deze manier een officieel raadsbesluit en we hebben het alleen op deze manier geagendeerd, omdat de inhoud van het onderwerp uitvoerig aan de orde is geweest in de raad. Er is ook een bedrag aan de orde geweest. Het is alleen nog even de formele beschikbaarstelling en dat kan op deze wijze middels een raadsbesluit geregeld worden. Dus bij deze. Het verhaal van de bibliotheek, dat kan daar dan aan de orde komen. Het woord is aan de heer Jansen. De heer JANSEN: Mijnheer de voorzitter, wij wilden graag E-stuk 14 naar de commissie SAS. De VOORZITTER: Akkoord. Het woord is aan mevrouw Knappers. Mevrouw KNAPPERS-HOPSTAKEN: Mijnheer de voorzitter, ook wij willen C-stuk 1 graag terug naar de commissie WOC. De VOORZITTER: Met des te meer reden C-stuk 1 naar de commissie WOC. Zonder hoofdelijke stemming worden deze ingekomen stukken en mededelingen aangenomen. 3.a Voorstel nr. 1Verkennend onderzoek huisvesting van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie. De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen de heren Hermans, Van Steekei en burg, Polderman en A.M. van de Sande het woord. Het woord is aan de heer Hermans. De heer HERMANS: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Op dit voorstel konden wij schriftelijk reage ren. Wij hebben dat niet gedaan, dus waren wij het eens met het voorstel. Maar toch nog een vraag daarover. Er worden een drietal huisvestingsscenario's opgesteld, betreffende de technische aanpas sing van het huidige bestand, uitbreiding van locatie Stadserf en nieuwbouwlocatie. Worden alle drie deze scenario's met de financiële haalbaarheid aan de commissie voorgelegd? Dat is de vraag. 3 De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Van Steekelenburg. De heer VAN STEEKELENBURG: Mijnheer de voorzitter, dit verkennend onderzoek hebben wij ook niet in de commissie behandeld, want daar was het wat ons betreft toch nog niet urgent genoeg voor. Het kan wel op de instemming van de CDA-fractie rekenen en besluitvorming kan wat ons betreft ook vanavond plaatsvinden. Toch willen wij de stuurgroep nu al een paar aanbevelingen meegeven, die wat ons betreft in dit proces toch essentieel zijn. De huidige decentrale huisvesting die voldoet eigen lijk toch niet aan de eisen die gesteld moeten worden aan een klantvriendelijke en efficiënte organisa tie. Voor de medewerkers is het nu verre van optimaal en een centrale huisvesting zal de kwaliteit - denk ik - toch een stuk kunnen verbeteren. Die drie scenario's die bieden op zich alle drie prima mo gelijkheden, maar wij geven de projectgroep daarbij toch al wel de financiële haalbaarheid mee om het geheel toch - vanaf het allereerste begin - heel goed voor ogen te houden. Het krediet, dat u nu vanavond vraagt, past volledig binnen de financiële randvoorwaarden die we tot nu toe gesteld heb ben. Daar is op zich helemaal niets mis mee. Toch zou ik u willen vragen om in de commissievergade ring van februari nog eens oriënterend met de leden van de commissie ABZ over de inhoud van het traject te praten, dus vanavond besluitvorming over de kredietvotatie, maar ook namens mevrouw Gepkens - met wie ik dat in het vooroverleg nog eens heb kortgesloten - het verzoek om daar nog eens... - Er wordt iets geroepen. - De heer VAN STEEKELENBURG: Mijnheer de voorzitter, ja dat verbaast u hé? Wij komen elkaar zo vaak tegen. - Er wordt iets geroepen. - De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Van Steekelenburg. De heer VAN STEEKELENBURG: Mijnheer de voorzitter, u denkt er veel meer bij. Maar wij zouden het toch graag oriënterend in de commissie met u bespreken om de stuurgroep dan toch ook nog wat meer handvatten mee te geven in dat traject, wat nu te beginnen staat. Want het is van het allergroot ste belang dat we daar - denk ik - vanaf het allereerste begin heel intensief bij betrokken worden. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Polderman. De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, inderdaad een voorstel wat niet in de commissie is besproken en ik ben ook niet zo gelukkig geweest om, in wat voor vooroverleg dan ook, hierover van gedachten te wisselen. Maar toch ook wel een paar vragen daarover, want ik vind toch met name uw cijfermatige onderbouwing - zoals die dan bij de specificaties staat - niet helemaal zo helder. Er is sprake van een krediet in de eerste fase van 48.000,- en dan is het in de specificatie ineens 57.500,- - en zoveel - geworden. Dat begrijp ik niet helemaal. Maar voor de rest, in het algemeen, vind ik het toch vrij veel wat hier gevraagd wordt. Het zijn toch vrij dure jongens en eigenlijk geeft u uzelf hiermee toch steeds een soort brevet van onvermogen. De stuurgroep die u instelt zijn toch ook niet de minste onder ons en als u dan ook nog weer zo'n bureau Berenschot Osborne B.V. inschakelt dan vraag ik me af, wat voegen die eigenlijk toe? Want ze moeten toch afgaan op de informatie die vanuit de interne organisatie aangeleverd moet worden? Bovendien de taxatie komt er dan ook nog eens een keer extra bij. Dus ik vind het toch betrekkelijk veel geld voor eigenlijk niet al te veel voor alsnog en daarom wou ik eigenlijk voorstellen om toch dit voorstel te splitsen en nu wel akkoord te gaan met dat krediet van die 48.000,- dan wel 57.000,- - dat moet u maar even uitleggen - maar dan toch eigenlijk met de zaak, als het verder doorgaat, toch terug te gaan naar de commissie. Mijn heer Van Steekelenburg zegt ja, dat kan dan oriënterend. Ik zal dan nog een stap verder gaan. Want in uw motivatie zegt u dat het onhandig is om dat steeds via de commissie en via de raad te doen. Ik vraag me af wat daar zo onhandig aan is. Het is toch vaak ook in dit verdere traject een politieke be sluitvorming. Dus mijn voorstel is: laten we gewoon deze eerste stap goedkeuren - hoewel ik het dure jongens vind, maar dat vind ik wel vaker. We kunnen dan bij een later traject misschien toch in de commissie nog eens verder praten of het inderdaad zo doorgaat. Want het behelst toch - naar mijn idee - een aantal politieke aspecten, waar we dan ook als politiek ons zegje over kunnen doen. Maar om nou zomaar 100.000,- beschikbaar te stellen en u dan een soort carte blanche te geven vind ik eigenlijk een beetje te ver gaan.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 3