67 - die is inderdaad bekend. Op een aantal punten kan ik hem wat dat betreft ook best wel volgen. Het ware mij dan ook veel liever geweest dat wat salariëring betreft van de Wiw medewerkers deze in gelijke tred zou zijn met de mensen die in WVS-verband aan de bak komen. Overigens, waar u uw kwalificatie loslaat op het WVS over de positieve zin als het gaat om de zinvolheid van de arbeid die daar wordt aangeboden, denk ik toch dat u eens een bezoek zou moeten brengen aan de sociale werkvoorziening. Ik wil met u dolgraag een dag op stap gaan om binnen de organisatie te gaan kijken wat er allemaal gebeurt, hoe er gewerkt wordt, welke omslag er momenteel gaande is. Overigens kunt u daar volgende week in de commissie ook getuige van zijn, als u gaat lezen en kennis nemen van het koersdocument wat we daar hebben neergelegd. Maar ik denk toch dat u - ten aanzien van uw beeldvorming - dan tot een bijstelling zult moeten komen. Het WVS is met haar potentieel aan moge lijkheden, een organisatie die toch op het terrein van werkgelegenheid een behoorlijke slag gemaakt heeft en ook in de toekomst nog zeker zal gaan maken. Dat strookt denk ik niet helemaal meer met het beeld dat u op dit moment heeft. Waarom samengaan van WVS en Wiw? Wat ik niet zie als een capitulatie, maar duidelijk als een kans voor de toekomst, om voor degenen die daarvoor in aanmer king komen hun kans op de arbeidsmarkt te vergroten en ik ben het met u eens dat de doorstroomcij- fers wat dat betreft, helemaal geen cijfers zijn om daar geweldig hoge juichkreten op los te laten. Dat is ook niet aan de orde. Maar ik denk wel dat het in de toekomt mogelijk moet zijn om daar betere resultaten voor te gaan boeken. Maar dat er juist in de combinatie van Wiw en WVS mogelijkheden zijn in ondersteunende zin naar elkaar toe. U kent de effecten van de nieuwe Wet sociale werkvoor ziening en dat betekent toch dat aan de bovenkant nogal wat afroming kan plaatsvinden omdat de minister meent - via de wet - dat er mensen binnen de sociale werkvoorziening aan de slag zijn die er eigenlijk niet in thuis horen en er dus een verdringing plaatsvindt, bij die mensen die juist wel een be roep moeten doen op die werkgelegenheid. Maar daarmee gaat zich wel een bepaalde spanning voor doen en dan doen zich de mogelijkheden dus voor - dat het gemis aan capaciteit, aan mogelijkheden, aan sleutel verhuren - dat je die uitstekend kunt opvullen met mensen uit die Wiw. Daar ligt dan ook weer de relatie naar de inverdiencapaciteit en ook weer de relatie naar de mogelijkheden om de in- leenvergoedingen omhoog te brengen. Want als de sociale werkvoorziening gebruik maakt van Wiw- medewerkers, dan kun je ook daar praten over een hogere inleenvergoeding. Daar gaat dan de wre vel toch ook een beetje plaatsvinden. Dus wat dat betreft denk ik toch dat ik anders tegen de proble matiek aankijk dan u. Dat ik er juist toch goede kansen in zie voor de toekomst. We zullen wel waak zaam moeten blijven, we zullen de vinger aan de pols moeten houden en ook nadrukkelijk prestatieaf spraken met elkaar moeten blijven formuleren. Als het goed gaat, ook zorgen dat die lat steeds een stukje hoger komt. Een onderzoek naar de mogelijkheden of wij als gemeente vrijelijk de Wiw- medewerkers kunnen optrekken naar een CAO-loon, gelijkwaardig aan de mensen die binnen de WVS - op de sociale werkvoorziening - aan de slag zijn, kan ik uiteraard wel toezeggen, dat is niet zo ingewikkeld en niet zo moeilijk, dat is een kwestie van een goede zakjapanner en je weet snel wat de uitkomst is. Maar dan komt wel de vraag aan de orde, wat roep ik daar mee op? Als ik dat ga doen, bent u dan bereid om straks de kosten bij te betalen en dat zal toch om forse bedragen gaan, omdat het verschil tussen de salariëring van de Wiw-medewerker en dat van de sociale werkvoorziening enorm hoog is. Nog los van het gegeven dat hier ook een spanning zit als het gaat om wetgeving. Want het is nog maar de vraag of de minister dat zal accorderen. Het is noch niet de intentie van de minister om Wiw-salarissen naar dat niveau te tillen. We krijgen de mogelijkheid om te gaan naar een 120-130% in de komende tijd en dat vind ik al een hele belangrijke stap voorwaarts. Dus ik blijf toch met u verschillen van mening als het gaat om de maatschappijvisie die hieraan ten grondslag ligt. Ik zie het nog steeds toch als een kans voor Wiw-medewerkers om uitstekend aan de slag te komen in een andere structuur, waarbij ik toch spreek over versterkende effecten naar elkaar toe van beide regelingen. Voorzitter, daar wou ik het bij laten. De VOORZITTER: Wenst iemand in tweede instantie het woord? Het woord is aan de heer Polder man. De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, de wethouder maakt zich druk over mijn beeldvorming naar de WSW toe, maar het gaat er juist om - De heer DE JAEGER, wethouder: Mijnheer de voorzitter, daar maak ik me niet druk om. - De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, ik had het positief wel beoordeeld dat u zich daar druk om maakte. Maar ik wou u wat dat betreft geruststellen, want dat is volgens mij toch niet aan de orde. Het gaat erom dat de WVS toch een orgaan is, dat toch niet gericht is op die doorstroming dat is de specifieke doelstelling niet. Juist door die Wiw daar nu aan te koppelen, ga je de kant op dat je zegt 68 dat je mensen daar in gaat schakelen, die in een bedrijf zitten wat een hele cultuur heeft, wat zich niet richt op die doorstroming, terwijl juist de ideologie van Melkert is, dat het gewoon moet doorstromen. Dat lukt inderdaad niet, dat is precies mijn punt. Daar blijkt ook uit dat het allemaal niet lukt en dat bedoel ik. Dat je zegt je capituleert daarmee. Nogmaals, ik ben blij dat u zegt: ik wil dat toch wel on derzoeken, want het is toch wel een hard probleem, dat je mensen naast elkaar zet, de ene is een WSW-er en de andere is een Wiw-er. Ze doen feitelijk hetzelfde werk en de ene verdient gewoon een stuk meer dan de andere en daar zouden we toch iets aan moeten doen. Ik ben blij dat u zegt dat u er eens een keer op wilt toezien en dat dat dan ook geld gaat kosten, dat neem ik van u aan. Maar mis schien kunnen we dat toch eens een keer inzichtelijk maken wat dat dan allemaal zou gaan kosten? De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder De Jaeger. De heer DE JAEGER, wethouder: Mijnheer de voorzitter, kortom over de doorstroominspanning die er gewoon moet zijn. Dat heeft de minister ook nadrukkelijk bedoeld, ook in relatie tot sociale werkvoor ziening en ik moet constateren dat dat de afgelopen jaren ook bij de sociale werkvoorziening nou niet de allerhoogste prioriteit had. Dat is gewoon een gegeven, dat blijkt ook uit alle gegevens. Maar juist door de omslag die we maken, de onderzoeken die we er naar hebben gedaan, de samenhang met de Wiw, zal inderdaad op dat terrein ook binnen de sociale werkvoorziening nadrukkelijk een inspan ningsverplichting moeten komen, naar meer doorstroming ook vanuit de sociale werkvoorziening. Maar ik denk dat wij in de toekomst daarover komen te spreken. U krijgt nogmaals volgende week weer de kans om nog eens een keer over de sociale werkvoorziening te praten in relatie tot Wiw. De VOORZITTER: Mag ik dan constateren dat u instemt met het voorstel? Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit FEFPA/30a). 8.b Voorstel nr. 31: Beleid wet op de (re)inteqratie arbeidsgehandicapten. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit FEFPA/31a). 8.c Voorstel nr. 32: Wijziging gemeenschappelijke regeling WVS. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit FEFPA/32a). De VOORZITTER: Dan zijn we aan het eind van de vergadering. Ik dank u en wens u allemaal succes volgende week en sluit de vergadering. Hierna, om 22.00 uur, sluit de VOORZITTER de vergadering. Deze notulen zijn goedgekeurd en vastgesteld door de RAAD van de gemeente ROOSENDAAL in zijn openbare vergadering van 25 HAART 1999 De voorzitter, lorWal

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 36