36 wel een paar duiten in het zakje willen doen. Maar ik dacht dat het college hier een voorstel had neer gelegd en ik merk nu dat de grootste fractie het daar - min of meer - inhoudelijk niet mee eens is. Dat vind ik toch heel vreemd. Ik heb goed begrepen dat het een volledig - door uw college ingediend - voorstel is en dan vind ik het vreemd dat de grootste fractie daar nu al - als bij gatenkaas - stukjes in gaat schieten. Voorzitter, de problematiek is niet eenvoudig, iaten we toch even eerlijk zijn. Het laatste bestemmingsplan is van 1975 en vierentwintig jaar daarna zijn we bezig met de zaken te herzien. Wat daarvoor gebeurd is, is helemaal een grijs verleden, maar wat ertussen 1975 en 1990 gebeurd is - om maar eens een datum te noemen - dat is ook heel erg moeilijk vast te stellen. De vraag is, wat is le gaal? Wanneer is iets illegaal? Het is niet zo zwart/wit, mijnheer de voorzitter. Er hebben zaken in het buitengebied plaatsgevonden, lang geleden, die niet op kaarten terechtgekomen zijn en toch weer wel in beschrijvingen en wel in beschrijvingen en niet op kaarten. Dus laten we er alstublieft heel goed en zorgvuldig mee omgaan. De manier waarop uw college in zijn totaliteit met dit buitengebied is omge gaan, daar kan de WD-fractie zich in vinden. Er waren - en er zijn - nog wat moeilijke punten in, daarin heeft de wethouder nu vooraf gezegd dat hij in gesprek gaat. Jaren daarvoor is er helemaal niets gebeurd. Die bouwsels zijn er niet de laatste twee jaar neergezet, mijnheer de voorzitter, die zijn er de afgelopen vierentwintig jaar neergezet, met diverse verantwoordelijken en diverse college's die daar verantwoordelijk voor waren. Nu is er onderhandeld en gesproken en er is heel lang en duidelijk met externe adviesbureau gewerkt. Er is heel lang en duidelijk met de mensen gesproken en onder handeld en nu gaat de raad hier vanavond vooraf bakkeleien over aantallen vierkante meters, die bij bepaalde uitbreidingen mogen plaatsvinden. "Bepaalde", bij andere wordt daar niet over gesproken. Ik wil alleen maar meegeven, mijnheer de voorzitter, ga nu verder met het plan en we zullen zien hoever de onderhandelingen van de wethouder gaan. Ik vind het een beetje vreemd dat een coalitiepartij nu al limieten aan vierkante meters stelt. Dank u wel. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder De Leeuw. De heer DE LEEUW, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik had bij mijn voorwoord gezegd dat de in houd van het bestemmingsplan niet echt aan de orde is, ik heb dat alleen aangegeven. De commissie heeft gediscussieerd over één onderdeel van het bestemmingsplan en dat ene onderdeel dat pak ik op door middel van gesprekken, alvorens de vaststellingsprocedure te starten. Dat heb ik aan willen geven en meer niet. Dit kredietvoorstel is inderdaad de afronding van het krediet wat al jaren geleden gevraagd is. Een half miljoen voor een ingewikkelde, complexe operatie als een herziening van be stemmingsplan buitengebied en het heeft heel wat toeren gekost om het inderdaad binnen dat - toen vastgestelde - krediet te houden. Nou, als u ziet hoe complex dat dat is - hoe maatwerk, individueel maatwerk vaak voor landbouwers - dan is dat een knap stukje werk, zowel van de externen, als de internen om deze klus te klaren binnen dat krediet. Nou, de laatste fase van dat krediet wat gereser veerd is - dat half miljoen - daarvan is 450.000,- gevoteerd en de laatste 50.000,- is bedoeld voor het restant van de procedure, de hoorzittingen etc. die er ongetwijfeld komen en voor het realiseren van drukwerk dat er moet komen en meer niet. Ik wil nu eigenlijk niet ingaan op de inhoud, het legaal gedogen ja of nee. Die intentie is er helemaal niet, we gaan geen bestemmingspan buitengebied ma ken om beslissingen te nemen van: laten we nu het voorgaande maar legaliseren. Zo simpel is het niet, maar u heeft ook tal van dingen kunnen vaststellen. Ik wil wel reageren op de heer C.J. van de Sande, die zegt: met die inspraak is het eigenlijk allemaal al misgegaan. Nou, dat ben ik volstrekt met hem oneens. Want ook insprekers - zowel de schriftelijke als de mondelinge insprekers - die krijgen een ontvangstbevestiging van hun inspraak. Dat was alleen hier in de raad, een paar jaar geleden. Bij de betreffende inspreker is misschien zijn ontvangstbevestiging zoek geraakt. Overigens ook op die inspraakavonden... - De heer C.J. VAN DE SANDE: Voorzitter, even voor alle duidelijkheid. Er zat een lijst bij van mensen die schriftelijk gereageerd hadden en ik dacht dat het lijst was van meer dan 40 personen. Ik heb eni ge mensen gebeld van die lijst - omdat ik die toevallig ken - en die hadden helemaal niks gehoord, ook geen ontvangstbevestiging. - De heer DE LEEUW, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik heb mij daar nog extra van vergewist, die ontvangstbevestigingen zijn wel degelijk verzonden maar dat was al in 1993, 1994 en 1996 - al enige tijd geleden - ik kan mij voorstellen dat mensen ontvangstbevestigingen in ieder geval niet zo lang bewaren, maar wel het antwoord afwachten. - De heer C.J. VAN DE SANDE: Voorzitter, die mensen zijn waarschijnlijk kort van memorie en u waarschijnlijk niet. - 37 De heer DE LEEUW, wethouder: Mijnheer de voorzitter, nee ik kan me zeer goed herinneren hoe dat proces gegaan is en ik weet mij ook heel goed te herinneren dat ik bij elke inspraakavond zeg, dat er niet op korte termijn een directe reactie van het college komt, maar dat die reacties gebundeld komen - als alle reacties zijn verwerkt - en die komen dan - in dit geval - gebundeld in een dik boekwerk. Zo is dat standaard bij elke bestemmingsplanprocedure en bij elke inspraak. Want ik heb ook in mijn praktijk gemerkt, dat mensen die een brief schrijven naar de gemeente, binnen enkele maanden een ant woord verwachten. Als dat een inspraakbrief is dan is dat antwoord niet op die korte termijn te ver wachten, maar wordt verzameld, gebundeld enz. Dat is de standaardprocedure en ik leg dat elke keer bij elke inspraakavond ook weer aan de mensen uit. Zo is het ook hier gegaan met de inspraak van het bestemmingsplan buitengebied. De antwoorden komen overigens niet alleen van de wethouder, mijnheer C.J. van de Sande, maar die komen dan namens het college. Maar dat had u vanzelfspre kend veronderstelt en dat geldt ook voor alle andere verantwoordelijkheden - dus geen persoonlijke verantwoordelijkheden van de wethouder - maar van het totale college. Mijnheer A.M. van de Sande, u vraagt wanneer start de vaststellingsfase? Ja, we zijn inderdaad gekomen aan de afronding van de voorbereiding van bestemmingsplan buitengebied. In formele juridische zin start de vaststellingsfase als die nu gepubliceerd gaat worden en de bezwarentermijn open wordt gesteld. Het idee was om de bezwarentermijn open te stellen per 1 maart a.s. Dan kan ook het drukwerk verspreid zijn enz. maar we wachten nog even. Ik weet niet of we 1 maart kunnen halen, gelet op de gesprekrondes die ik nu nog even in heb gelast, maar we proberen dat met zo min mogelijke vertraging te doen. Na die bezwa rentermijn worden die bezwaren weer verwerkt en dan komt het pas tot formele vaststelling door de gemeenteraad en goedkeuring bij GS. Dus die begripsverwarring die gun ik u. Mijnheer Polderman zegt dat het toch wel spijtig is dat je nu niet een bestemmingsplan maakt voor het hele grondgebied van de gemeente. Dat was ook uw opmerking in de commissie. De voormalige gemeente Wouw be schikt over een vrij recent bestemmingsplan voor hun buitengebied en dat bestemmingplan voldoet nog uitstekend. Ik geloof dat dat van 1994 of 1995 is, dus nog vrij recent. Er zitten best wel een paar verschilpuntjes in tussen het nieuwe Roosendaalse en het oude Wouwse, maar in ieder geval geen storende onoverkomelijke verschillen. Als we dat opnieuw bij de hele procedure Roosendaal hadden moeten betrekken dan hadden we er nog eens een 2, 3 of 4 jaar langer over gedaan en dat is zonde, want we hebben een goed werkend bestemmingsplan aldaar. Dat u zegt, dat één ondernemer zich niet altijd aan de wet, regeltjes en vergunningen houdt en daar beoordelen wij op of het college dat hele bestemmingsplan, waar de gebruiksmogelijkheden en de bouwmogelijkheden van 680 agrarische ondernemers, ik noem maar een willekeurig dwarsstraat want ik heb ze niet geteld, maar heel wat meer agrarische ondernemers - gebruikers van het buitengebied - milieubelangen, natuurbelangen enz. Als u zegt, dat allemaal is goed, maar ik meet u toch even af hoe u omgaat met één stoute on dernemer die daar al enige jaren zit, dat zou ik toch een beetje een tekortkoming vinden aan het vele en goede werk wat er overigens in die dikke boekwerken van het bestemmingsplan buitengebied staat. Maar ik probeer ook - voor die laatste moeilijkheid - om daar adequate oplossingen voor te vin den, die u zullen contenteren. In ieder geval sluit ik - en het college - dan een periode af met dit plan om eindelijk eens een keer goed schoon schip te maken, heldere handhaafbare regelingen, waar ie der goed zijn nering kan doen, zijn ambachtelijke nijverheid kan beoefenen of zijn agrarische beroep uit kan oefenen. Wij hebben in ieder geval een goed instrument om aan het ruimtelijke beleid, ook in het buitengebied, vorm te geven en ik hoop dat ik dat laatste hobbeltje ook nog voor u weg kan wer ken. De VOORZITTER: Wie wenst in tweede instantie het woord? Achtereenvolgens wensen de heer Koster, mevrouw Knappers, de heren Hermans en A.M. van de Sande, mevrouw Henken en de heer Pirée het woord. Het woord is aan de heer Koster. De heer KOSTER: Mijnheer de voorzitter, ik had eigenlijk niet de intentie om over dit onderwerp het woord te voeren, want hier is eigenlijk niets meer en niets minder aan de orde dan een kredietvotatie, voor het op gang brengen van de vaststellingsprocedure van het bestemmingsplan buitengebied. Maar nou constateer ik dat hier allerlei inhoudelijke discussies gaan plaatsvinden die eigenlijk hele maal buiten de orde zijn. Ik betreur dat, daar heb ik me ook niet op voorbereid. Natuurlijk, er zijn een aantal problemen, wij hebben die in de commissie uitvoerig besproken en er wordt door de wethouder aan gewerkt, dat is een toezegging. We hebben daar in het coalitieoverleg ook nog eens uitvoerig bij stilgestaan. Ik vind het eerlijk gezegd wat prematuur, om nu alvast inhoudelijk op het bestemmings plan buitengebied in te gaan. De suggestie van mijnheer Pirée dat dit geen collegevoorstel zou zijn, dat bestrijd ik ook. Het gaat hier alleen maar over de kredietvotatie en dat is geen enkel misverstand en ik denk ook niet binnen het college. Dus, waar hebben we het over? Ik denk dat we gewoon voort

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 20