376 vinger aan de pols houden. De producten die wij af zullen nemen kunnen wij met elkaar vastleggen in de dienstverleningsovereenkomst. Ten aanzien van de heer Polderman is aangegeven dat wij met elkaar moeten kiezen en u kiest voor een vacuüm. Ten aanzien van mevrouw Buisman: wij hebben in de begroting het bedrag dat wij daarvoor over hebben, vastgesteld. Wij zullen nog samen praten over de dienstverleningsovereenkomst. Mevrouw Henken vraagt naar het verschil: ik kan alleen constateren dat er eigenlijk geen verschil is, zij het dat het iets groter geworden is en dat het een andere omgeving is. Destijds was het een samenwerkingsverband en dat is het nu nog: een gemeentelijk samenwerkingsverband. De VOORZITTER: wenst iemand in tweede instantie het woord? De heer BUIJS: in het advies dat op 9-12-1999 is gegeven wordt duidelijk vermeld dat ik onder voorbehoud instem met het voorstel, maar als er vóór de raadsvergadering aanvullende gegevens m.b.t. de financiële consequenties naar voren komen, ik het recht behoud hierop terug te komen. Het lijkt mij duidelijk. De heer POLDERMAN: u geeft aan dat er een aantal inconsequenties in mijn betoog zijn aan te wijzen. Ik heb gezien dat de gemeente Roosendaal o.a. een wijziging heeft aangebracht in de oorspronkelijke stukken: waar aanvankelijk stond dat alleen intergemeentelijke taken moesten worden uitgevoerd zijn dat nu gemeentelijke taken die uitgevoerd moeten worden door de RMD. Ik vond het een zinvolle wijziging. Daarin heeft u volkomen gelijk. Het probleem dat ik schetste is nu juist dat als bewoners naar de gemeente gaan zij naar de RMD worden verwezen, terwijl het RMD juist verwijst naar de gemeente. In de praktijk is dit een drempel tussen de bevolking en haar overheid en daartegen heb ik bezwaar. Dat er destijds kritiek was op de gemeentelijke dienst is voor mij niet een reden om te zeggen dat dit de enige mogelijke oplossing is om het maar op afstand te plaatsen. M.b.t. de gemeente Steenbergen: ik heb slechts gezegd dat Steenbergen aan de noodrem heeft getrokken. Wat daarvan de reden is is ons niet bekend. Mijn optie is om dit soort taken, en dat is m.i. de essentie geweest van de gemeentelijke herindeling, per gemeente dient te worden uitgevoerd en dat wij daarvoor niet een apart, op afstand geplaatst, orgaan nodig hebben. Mevrouw BUISMAN: ten aanzien van mevrouw Henken inzake het "jasje". Het wordt waarschijnlijk een heel duur jasje. Wij zijn van mening dat je als je een jas koopt graag wil weten hoe de prijs/kwa liteitsverhouding is. Met andere woorden: ons is niet duidelijk gemaakt en is nog steeds niet duidelijk dat er geen verschil zou zijn. Waarover praten wij dan? Wij willen graag weten wat die dienstverlening inhoudt en hebben er nog geen antwoord op gekregen. Wij vinden de resultaten van de RMD o.b.v. van de prijs/kwaliteitsverhouding te mager. De VOORZITTER: mijnheer Polderman, ik doelde niet op het veranderen van het woordje inter gemeentelijk in gemeentelijk. Ik doelde op iets veel belangrijkers: een notitie die door deze raad aange nomen is en om die reden belangrijk is, waarin deze raad heeft uitgesproken dat intergemeentelijke samenwerking er in moet bestaan en dat gemeentelijke taken des gemeenten moeten blijven, maar dat er voor de uitvoering van taken intergemeentelijk samengewerkt kan worden. Daarbij is expliciet de RMD genoemd. Als men het over uitvoering van taken heeft is dat niets anders dan dat je dat doet binnen en onder je eigen verantwoordelijkheid. Dat is de basis die wij gekozen hebben in de notitie en dat is de basis waarop deze gemeenschappelijke regeling is gebaseerd. De heer JONKERS, wethouder: ten aanzien van de heer Polderman ben ik een andere mening toegedaan. Ten aanzien van mevrouw Buisman: wij spreken nu met elkaar af om dit samenwerkingsverband aan te gaan. Daarna kunnen wij werken aan een dienstverleningsovereenkomst en daarin kunt u bepalen wat u wel of niet wilt. De VOORZITTER: ik constateer dat u instemt met het voorstel, zij het dat de heer Polderman en de POR/GL-fractie geacht willen worden tegengestemd te hebben. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 377 7a. Voorstel nr.162: Tarieven afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2000 De heer HERTOGH: het exploitatietekort van f. 1.420.760.- ten laste te brengen van bestemmingsreserve- egalisatie vervanging reiniging heeft de instemming van de VL, temeer daar wij dit voorstel ook al in onze beschouwingen bij de begroting 2000 naar voren hebben gebracht zodat de burgers niet weer met hogere lasten worden geconfronteerd. De afvalstoffenheffing binnen de gemeente Roosendaal dient 100% kos tendekkend te zijn aangezien in de stortingskosten een bedrag is opgenomen inzake afvalstoffenbelasting van ongeveer f.30.- per ton o.a. dienende ter financiering van Kragge II. De VL is nog steeds van mening dat het bedrag dat de gemeente naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst ontvangt i.v.m. Kragge II, dient te worden aangewend om verdere lastenverhogingen voor de burger te voorkomen. Dus bestemmen in de egalisatiereserve. Er resteert nu nog een bedrag van f. 800.000.- in deze reserve en egalisatie is toch bedoeld om fluctuaties in de tariefstelling op te vangen. De heer POLDERMAN: u schetst eerst een voor de burger somber beeld van een verhoging van 18,7% als uitgangspunt van een gesloten financiering. Om die aanslag op burgers portemonnaie af te wenden komt u met het voorstel om de reserve hiervoor in te zetten. Zo blijft die verhoging beperkt tot bijna 7%. Wij hadden beloofd de tarieven niet meer dan de inflatiecorrectie te laten stijgen. Voorzitter, de SP wil u toch vragen het idee van de gesloten financiering ter discussie te stellen. Nu wordt de stijging door het egalisatiefonds nog enigszins beperkt, maar hoe zal dit volgend jaar gaan en hoe zit het met de belofte om de gemeentelijke tarieven alleen met de inflatiecorrectie te laten stijgen? Over het fenomeen van de gesloten financiering kunt u wellicht bij de komende voorjaarsnota stilstaan. Met dit concrete voorstel om het egalisatiefonds aan te spreken gaat de SP uiteraard akkoord. Mevrouw KERKHOF, wethouder: ik dank de SP voor het compliment van de goede presentatie van dit voorstel. Op de andere punten kom ik later terug; die zijn nu niet aan de orde. Het college verkeert in de nare positie dat de afvalstoffenbelasting door het rijk aanzienlijk is verhoogd. Als u iemand een verwijt wil maken, wendt u dan tot de regering. Daar komt deze extra belasting vandaan. De heer Hertogh wil ik danken voor het steunen van het voorstel. De andere punten die u inbrengt zijn vanavond niet aan de orde. Die bespreken wij op het moment dat ze wel aan de orde zijn. De VOORZITTER: wenst iemand in tweede instantie het woord? De heer POLDERMAN: als u in de voorjaarsnota niet terugkomt op de gesloten financiering zal ik er op terug komen. De VOORZITTER: ik constateer dat u instemt met de tarieven zoals voorgesteld. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 7b. Voorstel nr.163: Financiering uitgaven en het uitlenen van kasgelden over 2000 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de RAAD conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 7c. Voorstel nr.165: Wijziging van de Marktverordening De heer HERTOGH: naar aanleiding van dit punt heeft de VL een motie voorbereid m.b.t. de bestuursdwang bevoegdheid die u toe wilt passen. De motie luidt als volgt: "De gemeenteraad van Roosendaal in vergadering bijeen op 16 december 1999, vergaderend over agendapunt 7c, voorstel 165, wijziging van de marktverordening, overwegende dat: voorgesteld wordt een bestuursdwangbevoegdheid toe te passen betreffende de markten van de

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 195