374 doen door de RMD. Het bleek voor de betrokken bewoners niet mogelijk om met de RMD te communiceren over dat onderzoek, omdat de RMD stelt dat zij in opdracht van de gemeente een onderzoek doen en alleen als de opdrachtgever daar nadrukkelijk toestemming voor geeft mogen derden inzicht krijgen in de rapportage, onderzoeksmethoden en resultaten. Voorzitter, ik vraag me af waar zijn wij dan mee bezig? De overheid is er voor de burger. Zij dient dienstverlenend te zijn en als het de burger niet bevalt moet zij verantwoordelijken naar huis kunnen sturen. Voor de burger moet helder zijn wie waar voor verantwoordelijk is. Met het op afstand plaatsen en verzelf standigen wordt een en ander ondoorgrondelijk. Hoe kan dan een grotere betrokkenheid van de burger worden verlangd? Dat de burger de politiek en het openbaar bestuur de rug toekeert is dan ook begrijpelijk gezien deze manier van besturen, maar is o.i. wel een groot gevaar voor de democratie. De SP pleit er daarom voor om eens een pas op de plaats te maken. Wij zijn nu vier jaar na de herindeling en het is niet voor niets geweest. Juist op het belangrijke beleidspunt milieu was het voor kleinere gemeen te moeilijk haar taak uit te voeren. Daarom moest die herindeling komen en moesten er gemeenten komen met een omvang groot genoeg om dergelijke taken zelfstandig uit te kunnen voeren. De SP is een tegenstander van het overdragen van bevoegdheden en verantwoordelijkheden naar Gewest-verbanden. Ook het verzelfstandigen van een duidelijke gemeentelijke taak als milieuhandhaving en wetgeving moeten wij in eigen hand houden als gemeente. Dan weet de kiezer tenminste wie waar voor verantwoordelijk is. De suggestie die gedaan wordt om te streven naar schaalvergroting door uitbreiding met gemeenten uit het stadsgewest Breda vindt de SP eerder de verkeerde dan de goede richting. Het beeld is in de commissie gebruikt als zou Steenbergen uit een rijdende trein springen. Misschien heeft Steenbergen wel aan de noodrem getrokken. Ik denk dan ook dat het een verstandig besluit is en pleit ervoor daarbij aan te sluiten. Mevrouw BUISMAN: het voorstel dat voor ons ligt lijkt er een van stikken of slikken. Als wij hiermee niet akkoord gaan vallen wij in een juridisch vacuüm. De POR/GL-fractie ziet echter af van deelname. U schrijft immers zelf dat de consequenties a.g.v. het aangaan van een gemeenschappelijke regeling voor onze gemeente nog niet goed in te schatten zijn? Kort gezegd: wij weten nog niet wie mee doen en ook nog niet wat die diensten gaan kosten. Behalve dit gegeven hebben wij ook geen goede indruk gekregen van de uitvoering van de dienst van de RMD. Meerdere malen hebben wij moeten constateren dat het signalen van inwoners zijn die ertoe leiden dat vervuilde grond onder de aandacht wordt gebracht van de regionale milieudienst. Uit de reacties van deze dienst blijkt vaak dat klachten niet serieus genomen worden of gebagatelliseerd. Het voormalig Gammaterrein is zo'n voorbeeld en al veel langer de Burgerhoutsestraat. Het is dan maar goed dat er mensen zijn, die niet ophouden ons te laten weten hoe het zit. M.b.t. de Burgerhoutsestraat houdt de RMD zich niet aan de voorschriften van de Provincie. De Provincie heeft nu eindelijk het roer zelf in handen genomen. Wij zijn ook op andere terreinen niet tevreden over het optreden van de RMD, nl. over de inhoud van het milieujaarverslag. Het verslag is vorige week in de commissie ROS besproken en geeft een overzicht van de milieutaken die uitgevoerd zijn in 1998. Leggen wij het verslag naast de milieumonitor en het gemeenschappelijke milieuplan 1997-2000 "Van belemmeringen naar drager", dan zien we dat het resultaat mager is. Zo mager dat wij ons niet aan de indruk kunnen onttrekken dat het niet veel goeds voor de toekomst voorspelt. De diensten staan o.i. niet in verhouding tot prijs/kwaliteit. De POR/GL-fractie staat voor een gezond milieu en dat kan o.i. anders en beter dan d.m.v. deelname aan de RMD. Wij zouden graag zien dat onze gemeente haar milieutaken zelf zeer serieus aanpakt en niet uitbesteedt. De heer GOMMERS: in de commissie is toegezegd dat vóór deze raadsvergadering meer gegevens bekend zullen zijn over het al dan niet meedoen van de gemeente Steenbergen. Die zijn er niet, maar ik verwacht wel dat ze er volgende commissievergadering zullen zijn. In het voorliggende voorstel wordt onder punt 3 consequent aangegeven dat deze in financieel opzicht niet goed zijn in te schatten. Echter in de commissievergadering is duidelijk geworden dat dit m.n. te maken heeft met de nog af te sluiten dienstverleningsovereenkomst met de RMD, welke apart aan deze raad zullen worden voorgelegd. Daarin ga ik er vanuit dat ook alle andere zaken geregeld zullen worden t.a.v. kwaliteit en prestaties die geleverd zullen worden ten opzichte van de prijs. Niet meedoen betekent, naast financiële gevolgen voortvloeiend uit in het verleden gemaakte afspraken, ook dat vanaf 1-1-2000 geen uitvoering aan de milieutaken van de gemeente meer gegeven wordt tot er een overeenkomst met de andere partijen is gesloten en dat is voor de WD onbestaanbaar. Wij gaan dan 375 ook als WD akkoord met het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling. Mevrouw HENKEN: wij gaan op dit moment akkoord met uw voorstel om de regionale milieudienst te verzelfstandigen en uit het gemeentelijk samenwerkingsverband te halen en om te vormen tot een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Dit besluit tot een andere bestuurlijke organisatie waarbij de RMD kan verzelfstandigen en betrokken gemeenten afnemer van diensten zijn, is een goed besluit. Dit past in onze wens om het streekgewest verband af te bouwen. Wij hebben wel in de commissie aan de waarnemend wethouder gevraagd om nog eens toe te lichten wat nu feitelijk het verschil is tussen de organisatie van toen en die van nu. Wellicht kunt u daar nog eens op ingaan. Het moet ons van het hart dat wij niet begrepen dat de RLPR in de commissie voor ruimtelijke ordening meende zich vooralsnog te moeten distantiëren van uw voorstel. Wij stellen vast dat op dat moment de RLPR niet consequent was in zijn denken, gezien hun ondersteuning van hetzelfde besluit inzake de GGD. Wij zijn blij dat de RLPR zojuist heeft gezegd akkoord te gaan met dit voorstel, zij het dat zij nog wachten op inzicht in de financiële gevolgen. Graag wil ik nog benadrukken dat de RMD een dienst is die voor ons diverse milieutaken ver richt, die wij als gemeente verplicht zijn te doen. Wijzelf bepalen elk jaar weer welke diensten de RMD aan ons levert en voor welke prijs. Wij vragen en zij leveren. Een alternatief voor de dienstverlening door de RMD om zelf weer een aantal ambtenaren in dienst te nemen voor deze taken of om te gaan shoppen bij bijvoorbeeld de Bredase milieudienst of particuliere bureaus in te huren, zijn voor ons geen alternatief. Wij kiezen daar niet voor vanwege de slechte prijs/kwaliteitsverhouding. De gemeente Steenbergen overweegt of heeft misschien inmiddels al besloten, om uit deze gezamenlijke dienst te treden. Dat is hun goed recht, maar duidelijk moet zijn dat de taken die zij o.g.v. de wet dienen uit te voeren, hun eigen verantwoordelijkheid blijven. De vraag voor hen is of zij bij een ander goedkoper en beter terecht kunnen en of zij in staat zijn het grote uittredingsbedrag te betalen dat bij een dergelijk besluit aan hen zal worden opgelegd. Voor Roosendaal is het uittreden uit deze functionele regeling pertinent niet aan de orde. Dat u op dit moment geen inzicht heeft in de kosten nemen wij u niet kwalijk, integendeel. Het voorgenomen be sluit, waarmee wij akkoord gaan, gaat nu slechts over het juridische en bestuurlijke jasje waarin wij de RMD willen passen en niet over de functionele dienstverlening. De opmerking van het POR inzake de kwaliteit van de producten van de RMD, de discussie daarover is momenteel niet aan de orde. Ons fiat heeft u voor dit besluit. De VOORZITTER: daar waar de heer Polderman intergemeentelijke samenwerking in het algemeen aan de orde stelt, heb ik er behoefte aan om vanuit mijn verantwoordelijkheid, vanuit mijn portefeuille, hem op een aantal tegenstrijdigheden in zijn betoog te wijzen. Wij zijn het met hem eens dat de verantwoordelijkheid bij de gemeente behoort te blijven. Dat is het uitgangspunt dat gekozen is bij de opzet van de RMD. U haalt een voorbeeld aan dat een prachtig voorbeeld is van een invulling daarvan. Waarom verwijst de RMD betrokkene naar de gemeente? Omdat de gemeente de verantwoordelijke is en de gemeente bepaalde uitvoeringstaken overlaat c.q. opdracht geeft aan de RMD om die uit te voeren, maar het aanspreekpunt voor de burger is en blijft de gemeente. Het is de beste illustratie van het feit dat de gemeente de verantwoordelijke is. Dan wordt het helemaal wonderlijk als de heer Polderman de gemeente Steenbergen aanhaalt als voorbeeld, die niet anders van plan is dan dezelfde taken die zij tot nu toe bij de RDM deden, nu bij een aantal bedrijven onder te brengen. Voor concrete zaken betreffende de RMD geef ik het woord aan wethouder Jonkers. De heer JONKERS, wethouder: in de commissie is hierover reeds uitvoerig gediscussieerd. Er is melding van gemaakt dat de gemeente Steenbergen een voorstel zou doen naar commissie en raad om uit te treden uit de RMD. Ik heb er gelijktijdig bij gezegd dat als er nieuwe ontwikkelingen zijn ik die voorafgaand aan de raad zal meedelen, opdat u die kunt betrekken in uw beraadslagingen. Wij praten nu over het aangaan van een gemeenschappelijke regeling RMD West-Brabant overeenkomstig de voor u ter inzage gelegde ontwerpregeling. Over de gemeente Steenbergen heb ik verder geen gegevens. Wel wil ik zeggen, voorzitter, dat wij dezelfde kracht moeten opbrengen om een goede regionale milieudienst te hebben, een GSV, een gemeentelijk samenwerkingsverband. Voor de dienstverleningsovereenkomst hebben wij in de begroting een bedrag opgenomen voor het jaar 2000. Bij dat bedrag kunnen wij samen invullen wat wij met de dienstverleningsovereenkomst gaan aanvangen. Ten aanzien van de POR/GL-fractie en een eigen dienst: destijds kwam er veel commentaar op de eigen dienst van de gemeente Roosendaal. Dat heeft er o.a. toe geleid dat Roosendaal zich heeft aangesloten bij de regionale milieudiensten. De prijs/kwaliteit ver houding is, vergeleken met andere instanties, gunstig. Ik wil er ook aan herinneren dat wij hier nog een

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 194