359 uitgangspunt je neemt, neem je de oude dienstregeling en gaan wij proberen de goede punten van de huidige dienstregeling op te vullen via de kleine busjes. Dat zou een goede aanvulling zijn op de vorige dienstregeling. In ons voorstel nemen wij de vorige dienstregeling als uitgangspunt. De RLPR zegt dat de knelpunten opgelost worden met het collegevoorstel. Tot de knelpunten behoort niet alleen het rijden langs een aantal bejaardencentra; het is ook het bedienen van een aantal wijken, m.n. Kortendijk en Burgerhout komen er buitengewoon slecht af. De RLPR is weinig ingegaan op ons voorstel en ik ben blij met de steun van POR, bedankt! Het lijkt mij vestandig ons voorstel in stemming te brengen. Ik heb een aantal vragen m.b.t. het collegevoorstel: hoe groot wordt dat busje? Geldt de gewone strippenkaart? Hoe zit het met het onderzoek dat de Provincie gaat doen? Als het collegevoorstel aan de orde is zal ik het steunen, want "beter een half ei dan een lege dop". Het heeft echter niet mijn voorkeur. Mevrouw KNAPPERS: per 1 januari 2000 is het PUP in aantocht. Dan zullen meer burgers de bus nemen. Kleine servicebusjes, die 4 x per dag rijden is erg weinig. Het in de ochtend- en avonduren inzetten van de busjes naar de bedrijfsterreinen zal meer soelaas bieden dan 4 x per dag de busjes naar bepaalde centra laten rijden. Ik ben van mening dat wij terug moeten naar de oude dienstregeling, wellicht met kleinere bussen. U zegt dat vanwege tijdnood die lus niet gemaakt kan worden, maar de bus heeft al jaren zo gereden en er zijn nooit klachten geweest. Het collegevoorstel is een noodoplossing, maar wij willen toch ons voorstel handhaven en de oude dienstregeling terugbrengen. De VOORZITTER: wie wenst in tweede instantie het woord? De heer VERBRAAK: ik denk dat degenen die klagen over het OW blij zullen zijn met deze oplossing, weliswaar een tijdelijke oplossing. Laat de bus maar eens gaan rijden dan zullen wij bekijken of dit voldoende is. Voorzitter, ik heb u horen zeggen dat 10 januari 2000 de datum is waarop de bus verwacht kan worden. Ik wil u graag complimenteren met de voortvarendheid waarmee dit voorstel tot stand is gekomen. Voor wat betreft de financiën: gaat het bedrag dat uitgetrokken wordt voor deze oplossing af van de provinciale vergoeding die de gemeente ontvangt? Mevrouw STROOP: de PvdA heeft in eerste instantie al gezegd dat wij ons kunnen vinden in het voorstel. Ten aanzien van punt 2 zou ik graag willen weten of dat kan. De opzet om het industrieterrein Borchwerf Majoppeveld met openbaar vervoer te ontsluiten moet niet geheel verlaten worden, maar mogelijkheden om dit op een andere manier te realiseren zouden ook bekeken moeten worden. Als dat kan, steunen wij dit initiatiefvoorstel èn het collegevoorstel met de voorlopige oplossing. De heer POLDERMAN: ik heb geen bezwaar tegen dit mondelinge PvdA-amendement. Ik weet niet of het nog in stemming gebracht moet worden, maar het lijkt me niet nodig. Mevrouw ADRIAANSEN: onze fractie heeft in eerste instantie al aangegeven het initiatiefvoorstel niet te zullen steunen. Wat het college presenteert past in onze opvatting en komt tegemoet aan datgene waar wij in onze moties om gevraagd hebben. Mevrouw BUISMAN: de wethouder heeft met de aanbieding van de petitie aan u op 4 november jl. duidelijk aangegeven ervoor te gaan. Derhalve verwachten wij dat het busje er aan komt en verwachten wat meer details over het hoe, wat, waar en waarom in de commissievergadering van 1 december a.s. De heer JONKERS, wethouder: dat zeg ik u graag toe. De gedeputeerde juicht nieuw beleid toe. Door middel van het hanteren van de strippenkaart kunnen de kosten/baten bij elkaar worden gebracht. Dat was één van zijn voorwaarden. Het onderzoek gaat gewoon door. In de kosten participeert hij ook. In het voorjaar zal het overleg worden voortgezet teneinde het voorstel te verlengen. De gedeputeerde heeft toegezegd dat de eerste kosten tot mei 2000 voor onze rekening komen, daarna zullen de kosten het dubbele zijn van nu en daarin zal hij participeren. Ik verwacht dat het een proefproject op fifty-fifty basis zal zijn. In juli 1998 heeft POR/GL gevraagd te bekijken of het WVG - en het openbaar vervoer, geïntegreerd 360 zouden kunnen worden en of bezuiniging mogelijk is. Wij zijn daar druk mee bezig en denken dat wij met een oplossing kunnen komen om overlapping in het vervoer te voorkomen. - De heer POLDERMAN: hoe groot is die bus? - De heer JONKERS, wethouder: wij waren voorbereidend bezig anders had dit voorstel er niet nu al kunnen liggen. De bus start met acht personen. Het is een bus met een lage instap, opdat ook ouderen daarvan gebruik kunnen maken. Indien nodig, kunnen grotere bussen worden ingezet. De VOORZITTER: de heer Polderman heeft het woord. De heer POLDERMAN: het is een klein begin. Ruimte voor acht personen is wel het uiterste minimum. Mevrouw KNAPPERS: het is in ieder geval zover dat er weer een bus gaat rijden. Ik hoop dat er intensief gebruik van gemaakt zal worden en dat er snel een grotere moet komen. De VOORZITTER: rest de vraag of u het initiatiefvoorstel in stemming wilt brengen. Dat wenst u, mevrouw Knappers en mijnheer Polderman? Dan gaan wij nu over tot stemming over het initiatiefvoorstel. Er wordt gestemd. - - De uitslag van de stemming luidt: voor het initiatiefvoorstel stemmen het lid van de SP-fractie en dat van de RBRK-fractie, de twee leden van de POR/GL-fractie en de twee leden van de PvdA-fractie. Tegen het initiatiefvoorstel stemmen de overige aanwezige 26 raadsleden. - Met 6 stemmen vóór en 26 stemmen tegen wordt het initiatiefvoorstel verworpen. De VOORZITTER: mag ik constateren dat u het collegevoorstel accepteert? De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 november 1999 (zie het besluit tot 14e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2000). 7a. Vaststelling bestemmingsplan "Patersweide". Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de RAAD conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 7c. Vaststellen Huisvestingsverordening voor standplaatsen van woonwagens. Mevrouw BUISMAN: na de bespreking van de huisvestingsverordening voor standplaatsen voor woonwagens in de commissie bleven er nog vragen over. In antwoord op onze vraag m.b.t. de stand van zaken inzake de wachtlijst heeft u bericht gestuurd, maar geen antwoord gegeven. Wij herhalen de vraag: hoeveel mensen staan er op de wachtlijst? Wij willen dit vernemen, omdat wij een tekort-gemeente zijn. Landelijk is er een tekort van 2178 wagens en u gaf aan dat de gemeente Roosendaal geen nieuwe standplaatsen wil realiseren. Gaat u de wagens in de toekomst verkopen aan de woonwagenbewoners? Voor ons is niet duidelijk waarom het zo lang duurt voordat de opdracht aan de corporaties plaatsvindt. Is daar een reden voor? Hoe en wanneer gaat u de woonwagenbewoners informeren over de verander ingen? De heer HOOGENDOORN, wethouder: wij hebben een toelichting gegeven en commissievragen beantwoord. U heeft het kunnen lezen bij het raadsvoorstel. Het aantal mensen op de wachtlijst kan ik u momenteel niet zeggen. Verkopen of huren hangt af van het beleid. Er is een woonwagenbeleidsplan in concept gereed. Daarin zullen wij moeten aangeven hoe wij omgaan met verkopen of huren. Dat hangt samen met de overdracht aan de corporaties. Er is nog geen opdracht gegeven. De corporaties zijn met elkaar aan het uitzoeken hoe zij deze taak op zich kunnen nemen. In dat kader zal verkoop of huren aan de orde komen. Wanneer wij de woonwagenbewoners van veranderingen, zo die er zijn, op de hoogte gaan stellen? Dat zullen wij doen als het beleidsplan klaar is en als die veranderingen inderdaad door gevoerd worden en dat zal in de loop van volgend jaar het geval zijn.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 186