353 voert. Daarnaast zijn wij van mening dat de nabestaanden meer tijd moeten krijgen om hun keuze weloverwogen te maken en als mensen besluiten hun graf om te zetten van algemeen - naar eigen graf, spreekt het wat ons betreft voor zich dat zo'n graf dan niet verplaatst wordt. Voorzitter, wij hebben intussen uw voorstel gekregen en bekeken: wij kunnen daarmee als WD-fractie in grote lijnen akkoord gaan. Wij weten niet dat er al toezeggingen zouden zijn gedaan aan personen; dat betaling gespreid zou kunnen worden over 24 maanden. Als dat zo is zou dat gehandhaafd moeten blijven. Wij kunnen dan akkoord gaan met het voorstel van het college. De heer ROEKEN: de CDA-fractie heeft met verbazing en teleurstelling kennis genomen van het initiatiefvoorstel van de RLPR en de WD, omdat volgens onze partij op 3 november jl. tijdens de commissievergadering beheer en verkeer al uitgebreid en indringend over dit onderwerp is gesproken, waarbij door de verantwoordelijke wethouder die avond toezeggingen gedaan zijn om verbeteringen aan te brengen. Na de commissievergadering op 3 november jl. was er wat opluchting omdat aan de insprekers uitleg was verschaft en zij hun verhaal kwijt konden. Bovendien zegde de wethouder toe de knelpunten te zullen verbeteren. In dat opzicht is het prettig dat juist voor deze vergadering de antwoorden en de visie van het college over deze problematiek gelezen konden worden. Wij zijn blij met deze antwoorden. Hier worden toezeggingen waargemaakt. Met toezeggingen gaat de ene partij klaarblijkelijk wat zorgvuldiger om dan de andere partij. Voorzitter, het CDA is teleurge steld over de wijze waarop de WD en de RLPR dit initiatiefvoorstel alsnog zo nodig moesten indienen. Hieruit spreekt in ieder geval weinig vertrouwen in de wethouder. Op deze manier krijgt de wethouder niet de gelegenheid om datgene dat op 3 november jl. is toegezegd, uit te voeren. Zo ga je als coalitiepartners niet met elkaar om. De heer POLDERMAN: ik wil aansluiten bij de laatste woorden van de heer Roeken. Het heeft mij buitengewoon verbaasd dat het voorstel van deze twee partijen ons heeft bereikt. Ik hoorde eigenlijk de initiatiefnemers hun voorstel terugtrekken en begrijp niet goed waar wij het dan nu over hebben. Als dit voorstel nu gebracht zou worden door bijvoorbeeld mevrouw Knappers, die er in de commissie uitvoerig op ingegaan is, had ik het nog kunnen begrijpen. Zij heeft daarop kritiek gehad. Zo ga je als collegepartij niet met elkaar om. Het is bijna een motie van wantrouwen. Ik vind uw voorstel om deze emotionele kwestie niet via een algemene informatie avond aan de orde te stellen, maar via persoonlijke gesprekken, beter. Mevrouw BUISMAN: ook wij hebben met enige weerzin het proces gevolgd. Omdat allereerst de nabestaanden ruw werden geconfronteerd met het gemis van hun geliefden. Vervolgens werd er naar ons idee, ook een politiek issue van gemaakt. Iets wat met deze zaak absoluut niet kan. Wij hopen dat het initiatief sympathiek bedoeld is, maar er ging eerder een motie aan vooraf. Rest nog twee vragen naar aanleiding van uw initiatiefvoorstel: kan in het persoonlijk gesprek ook overlegd worden over de betalingsregeling en verlenging van de reactietermijn; voor de rest mis ik de wettelijke grafrust. Mevrouw KNAPPERS: voor ons ligt het initiatiefvoorstel en het voorstel van het college. De inhoud is grotendeels van dezelfde strekking als de motie van Roosendaals Belang Riet Knappers, die tijdens de vergadering van 4 november jl. is ingediend. De motie van RBRK ging zelfs nog iets verder dan het voorstel dat u nu doet. De VVD was toen tegen de motie, ondanks het feit dat zij de motie sympathiek vonden. De dag ervoor tijdens de commissie beheer en verkeer werd zelfs op hoog niveau van leer getrokken door de heer Bleijenberg. Het initiatiefvoorstel van de WD en de RLPR geeft op dit moment wel iets meer mogelijkheden, maar nog geen garantie voor maximale grafrust, die voor de wet algemene graven dient te worden gehandhaafd. De motie van RBRK gaf dit wel aan en kwam tegemoet aan de vragen van de burgers. Maar ja, de motie kwam niet uit de koker van de WD! Ondanks het feit dat zij het ermee eens waren. Daar word je als coalitiepartner natuurlijk op aangesproken en zul je wat moeten doen om geen gezichtsverlies te lijden. Dus dan maar een initiatiefvoorstel ingediend, omdat ook de burger zich recht streeks aan het college en de gemeenteraad liet horen. Nu dacht ik dat wij een coalitieprogramma nastreefden "Koers op kwaliteit", waarin de communicatie hoog in het vaandel staat. Gaat daarmee niet ook een goede collegialiteit samen? Blijkbaar heeft de WD nog nooit van een reële samenwerking gehoord. Verschil in interpretatie van de betalingstermijnen blijkt hier het geval te zijn. Als dan na het verschijnen van het initiatiefvoorstel van de 354 WD en de RLPR in de plaatselijke pers burgers reageren met "hoe kan dat nu, leg me dat eens uit", stelt RBRK natuurlijk deze vraag aan de plaatsvervangende, verantwoordelijke wethouder. Dat was de heer Hoogendoorn, omdat de heer Jonkers niet aanwezig was. De heer Hoogendoorn wijst dan heel boos met een vermanende vinger in mijn richting en zegt dan: ik wil niet dat hierover in de pers wordt gecommuniceerd. Ik vind dat dat niet kan en wee als dat wel gebeurt! Voorzitter, ook ik vind in principe dat niet via de pers over dit soort gevoelige zaken kan worden gediscussieerd, maar ik vind ook dat dat gedrag van een WD-wethouder naar raadsleden niet zo maar kan. Als deze partij zich een volwaardig coalitiepartner wil noemen, heb ik mijn twijfels. Ik vraag me af wat zij nog meer voor verrassingen in petto hebben. De oppositiepartijen hebben beslist veel meer goede dingen aangedragen, welke u als college steeds afwijst. Als wij als oppositie in de toekomst al onze goede voorstellen via de grote coalitiepartijen terug zien komen, willen wij er toch ook graag een visitekaartje aan hangen. De heer HERMANS: ook wij hebben met verbazing en teleurstelling kennisgenomen van het initiatiefvoorstel van de RLPR en van onze andere coalitiepartner de WD. In de commissie beheer en ver keer is uitgebreid over dit onderwerp gesproken. De betrokkenen hebben op gepaste wijze kunnen inspreken en de voorzitter is daar op een zeer goede manier mee omgegaan. De commissie heeft goede conclusies getrokken en de voorzitter heeft de toezeggingen gedaan zoals die nu in een initiatiefvoorstel naar voren komen. Voorzitter, wij spreken over een gevoelige zaak. Wij hebben als raad voor scenario 4 gekozen; voor een versnelde uitvoering. Als wij dan tijdens de uitvoering van deze zaak een aantal gevoelige zaken tegen komen dan is het goed dat het wordt bijgesteld en de mogelijkheden worden verruimd. Dat kunnen wij onderschrijven, vooral de persoonlijke benadering die u in het collegevoorstel naar voren haalt, spreekt ons aan. Het voorstel van het college is niet anders dan een ruimhartige uitleg en uitwerking van de toezeggingen die de wethouder in de commissie heeft gedaan. De VL is ervan overtuigd dat wanneer het voorstel niet aan de orde gekomen zou zijn, aan de uitvoering van de in de commissie gedane toezeggingen gevolg gegeven zou worden. Dat vertrouwen hebben wij in het college. Ik begrijp dan ook niets van de handelwijze van de RLPR en de WD. Wij moeten het college de kans geven om gedane toezeggingen uit te voeren. Het zal toch niet zo zijn dat de toezeggingen die door de wethouder worden gedaan worden uitgewerkt in het initiatiefvoorstel en aan de raad worden voor gelegd. Als dat het beleid wordt binnen Roosendaal dan betreur ik dat. Voorzitter, ik zou graag een toelichting hebben van betreffende partijen die dit voorstel als initiatiefvoorstel naar voren hebben gebracht. Is dit nu dualisme of is het profileren? Ik kan het niet plaatsen. Zo gaan wij naar mijn mening niet met elkaar om als coalitiepartners. Ik vraag me zelfs af of er nog vertrouwen is in de coalitie. Het initiatiefvoorstel van de RLPR en de WD is naar onze mening totaal overbodig. Mevrouw STROOP: ik vraag me af of deze motie van afkeuring van de VL en het CDA ook in stemming gebracht moet worden. Ook wij hebben met verbazing gekeken naar het initiatiefvoorstel. De toezeggingen van 3 november jl. lagen er. De motie Knappers was op 4 november jl. ingediend en door de PvdA gesteund. De RLPR heeft de motie wel ondersteund, maar de WD gaf niet thuis. Er moest tegenge stemd worden, terwijl er een week later een initiatiefvoorstel van de WD en de RLPR ligt. Beneden de maat zou ik willen zeggen. Het voorstel van het college daarentegen is volgens mij waar de nabestaanden om gevraagd hebben. De vraag m.b.t. de betaaltermijn van 12 naar 24 maanden blijft, zoals de heer Adriaansen aangaf, maar verder is dit voorstel hetgeen wij en mevrouw Knappers bedoeld hadden. Wij kunnen ons dan ook in het collegevoorstel vinden. De heer JONKERS, wethouder: ik heb er weinig aan toe te voegen en vind het jammer, zeker als het je partners zijn. Ik ben het niet altijd eens met wat de koppen in de krant aangeven. Ik heb ook wat reacties gekregen; één van de reacties sprak me aan: vanaf 1986 is Zegestede onderwerp van gesprek. Duidelijk was dat er iets aan moest gebeuren. Wij hebben in 1993 aanschrijvingen gedaan waarvan 605 positief gereageerd hebben. Drie, vier maanden is het goed gegaan met de cirkels die aangeschreven zijn. Toen de eerste signalen mij bereikt hadden heb ik terstond initiatief genomen en ik juich het toe een raad te hebben die je ter verantwoording roept, wanneer ik niet terstond gereageerd zou hebben, zoals in dit voorstel dat verder gaat dan wij met elkaar hebben afgesproken. Ik betreur het ten zeerste dat er fouten gemaakt zijn. Wij zullen herstellen wat fout is

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 183