341 dan de huivesting. De partijen die onder één paraplu gaan werken, moeten o.i. de volgende aspecten in huis hebben: effectieve dienstverlening, klantvriendelijkheid, deskundigheid, intern een goede afstemming en begrip voor de klant. Voorzitter, gezien het belang voor burgers van Roosendaal en bezoekers van het CWI en gezien de taak en de rol van de gemeente, vindt het CDA dat aan de vooravond van de 21 e eeuw een goede start moet worden gemaakt. Dat betekent dat een gezonde basis nodig is voor een succesvolle en effectieve organisatie middels geschikte huisvesting aan de Dunantstraat 80. Het is logisch dat een aantal afdelingen elders gevestigd worden. De CDA-fractie juicht dit voorstel toe en vertrouwt er op dat alle partijen, zoals het arbeidsbureau en andere uitvoerende instellingen hun waardevolle bijdrage zullen leveren om de doelstelling van het Centrum voor Werk en Inkomen te realise ren. Het CDA wenst alle partners succes bij de voorbereiding en totstandkoming van het CWI. De VOORZITTER: het woord is aan de heer Eist. De heer ELST: met betrekking tot 4a: het CWI gaat definitief naar de Dunantstraat en derhalve wordt een krediet gevraagd van f.2,8 miljoen. De WD-fractie is van mening dat er eerst een krediet beschikbaar gesteld moet worden en dat later een onderzoek verricht moet worden naar de bedrijfseconomische situatie en de wijze van verhuur en exploitatie. Ook het rapport Centrum voor Werk en Inkomen laat v.w.b huisvesting nog vele vragen open. Op verschillende onderdelen is nog onduidelijkheid o.a. of uitzendbureaus nu wel of niet gehuisvest dienen te worden bij het CWI en of de stafdiensten van het RBA hier eveneens ondergebracht moeten worden. Het zijn allemaal vragen waarop de WD toch graag antwoord zou willen. De VOORZITTER: allereerst ten aanzien van de opmerkingen van de heer Van Antwerpen: het al dan niet impliciet besluiten over de bouw van een nieuw stadskantoor. Ook in onze gedachten is een nieuw stadskantoor niet aan de orde. Wij praten over de renovatie van het stadskantoor en uitbreiding daar waar nodig is. Impliciet is het zeker niet aan de orde want het ligt in het voornemen om u in januari een bestuursopdracht voor te leggen waar de raad een opdracht geeft te komen tot een programma van eisen voor het verbouwen en uitbouwen van het stadskantoor. Dat is dan de expliciete start van de discussie en besluitvorming rond een vernieuwd stadskantoor. Ten aanzien van de heer Hermans: er is voor een leverancier gekozen vanwege de haast en dat heeft natuurlijk te maken met het CWI-proces. De prijzen van dergelijke units kennen wij uit de nodige andere aanbestedingen en ook uit de ervaring met diverse leveranciers. Dat zijn de twee gronden geweest, waarop wij deze leverancier hebben gekozen. De andere opmerkingen, ook die van de heer Polderman zijn gericht op 4a. Daarvoor krijgt wethouder De Jaeger het woord. De heer De JAEGER, wethouder: in de commissie hebben wij er bij stilgestaan wat het nu betekent. Ik denk dat de opmerkingen die nu door een aantal sprekers worden gemaakt, toch wel van belang zijn. Als het gaat om de huidige ontwikkeling, als wij de media volgen, zou het erg aanlokkelijk zijn om daar van avond een uitspraak over te doen en dat lijkt mij niet verstandig omdat één ding in ieder geval zeker is: het CWI komt er, maar nu er wat problemen zijn op landelijk niveau, zijn er andere vraagstukken aan de orde. Het lijkt mij verstandig die op landelijk niveau te laten liggen. Evenwel is toch een trend te ontdekken. Het gaat hier om een stukje dienstverlening voor de klant; hen zo goed mogelijk behulpzaam te zijn zich in hun positie richting arbeidsmarkt danwel de eigen positie, staande te houden in de samenleving. Ik denk dat wij een goed basisdocument hebben, dat wij al eerder hebben besproken, waarbij de klant centraal staat. Die lijn zal door de gemeente goed vastgehouden moeten worden. Ik moet constateren dat onze partners die lijn nadrukkelijk onderschrijven. Op dit moment is er geen sprake van een noodscenario, maar als zich ontwikkelingen voordoen tussen nu en het moment dat wij aan de werkelijke bouw gaan beginnen, dan zullen wij daar uiteraard heel alert op reageren. In antwoord op de vraag van de heer Polderman: er zal veelvuldig met de commissie worden gesproken over allerlei ontwikkelingen op dit terrein. Daar heb ik zelf veel baat bij evenals u om uw rol als raad en commissie te kunnen vervullen. Hartelijk dank voor de succeswens, mijnheer Günes; zij zullen het nodig hebben. Voor wat betreft de beheerkwestie van het gebouw, mijnheer Eist: ons was de tijd niet gegeven om dat te organiseren. Zoals in het raadsvoorstel is geformuleerd willen wij dat onderzocht hebben, omdat het niet 342 de primaire taak van de gemeente is om gebouwen te verhuren. Op het moment dat wij zouden besluiten tot een andere wijze van beheer van het gebouw, zullen wij alle financiële consequenties daarvan in beeld brengen. De VOORZITTER: wie wenst in tweede instantie het woord? De heer VAN STEEKELENBURG: ik zal mij beperken tot de huisvesting van de afdeling cultuur en maatschappij op het terrein achter het gemeentehuis. De CDA-fractie heeft er toch behoefte aan om hier nog eens te melden dat, in het kader van het coalitieprogramma, er wat ons betreft geen misverstand over mag bestaan. Er staat duidelijk in het voorstel dat het ook als wisselruimte/wisselwoning bij de toekomstige renovatie gebruikt gaat worden. Wat ons betreft is dit een noodzakelijke investering. De wisselwoning zullen wij bij de renovatie nodig hebben. Ons is een goede huisvesting van de nieuwe organisatie, ook de komende decennia, heel wat waard. Het verschil tussen impliciete - en expliciete besluitvorming ligt voor ons niet zo heel scherp. Ik denk dat wij hier duidelijk te maken hebben met een richting die wordt ingeslagen en die volgens de CDA-fractie ook een goede richting is. De heer VAN ANTWERPEN: voorzitter, daar hoef ik niets meer aan toe te voegen, dat was nu juist onze grootste angst en die wordt door de heer Van Steekelenburg uitstekend verwoord. U zegt pas in januari aan expliciete besluitvorming te gaan doen, maar als wij nu het fenomeen wisselwoning introduceren doe je dat met het doel iets te wisselen. Op het moment dat wij de afdeling uit huis gaan plaatsen en het gebouw gaan verkopen of verpachten lever je allemaal dragers uit voor een nieuw stadskantoor waarvan de PvdA-fractie vooralsnog van mening is dat in een redelijk arme gemeente als Roosendaal er momenteel andere prioriteiten zijn. Ik ben blij met de interventie in tweede instantie van de heer Van Steekelenburg. Ik ben nog meer overtuigd tegen dit voorstel te moeten stemmen. De heer POLDERMAN: de wethouder zegt de duidelijke lijn van het CWI te moeten vasthouden. Ik heb hem juist gevraagd toe te zeggen om in het proces van die planning zgn: "Go or no go"-momenten in te bouwen. De VOORZITTER: nogmaals, mijnheer Van Antwerpen: ook wij beogen geen nieuw stadskantoor, maar een verbouwing en aanpassing van het stadskantoor. De heer DE JAEGER, wethouder: voor alle duidelijkheid: er is nadrukkelijk gesproken over het privatiseren van delen danwel de totale afdeling Sociale Zaken. Uiteraard is dat een zaak van de raad. U als raad maakt uit of het wel of niet zal gebeuren. Op het moment dat daarin wat stappen gezet worden, zeg ik toe dat wanneer dat raadzaam en noodzakelijk is, ik zonder meer bij uw commissie terugkom danwel dat wij daarover in de raad zullen spreken om u alle mogelijkheden te geven daarover uw zienswijze kenbaar te maken, danwel uw instemming. De VOORZITTER: mag ik constateren dat u allen instemt? De RAAD gaat zonder hoofdelijke stemming akkoord overeenkomstig de voorstellen 3a. en 4a. van burge meester en wethouders met de aantekening dat de PvdA-fractie geacht wil worden tegengestemd te hebben op deze beide agendapunten (zie de besluiten tot respectievelijk 6® en 5® wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2000). 3b. Vervanging lektriever ten behoeve van de afdeling Burgerzaken. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gaat de RAAD akkoord conform het voorstel van burgemeester en wethouders (zie het besluit tot 65® wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1999).

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 177