326 schatten en zijn bezig met een woningmarktonderzoek "Visie op wonen"waarvan u heeft kennis kunnen nemen in de commissie. De "Visie op wonen" zal duidelijk in beeld brengen wat de huidige woningmarktvraag is. Op grond daarvan hebben wij ook beter inzicht of er vraag is naar dit soort woningen. Ook deze motie is op dit moment niet nodig en wij ontraden de raad deze motie. Wellicht is de uitkomst van de "Visie op wonen" een geheel andere dan die u hier suggereert. Voorzitter, dat was de beantwoording van de opmerkingen op mijn portefeuille. - De VOORZITTER schorst de de vergadering om 21.00 uur en heropent om 21.15 uur. - De VOORZITTER: Zoals afgesproken maken wij eerst een rondje met de vraag welke moties u nog in stemming gebracht wil hebben, waarna wij aan iedere fractie de gelegenheid geven om te reageren op de diverse moties. Graag kort en in de vorm van een stemverklaring. Daarna zullen wij overgaan tot stem ming. Allereerst een inventarisatie welke moties nog aan de orde blijven. De heer VAN STEEKELENBURG: Uit mijn bijdrage die nog volgt zal blijken dat wij aan onze 1e motie over de OZB na de uitvoerige beantwoording van de wethouder geen behoefte meer hebben; de motie kan vervallen. Ten aanzien van de motie 2 m.b.t. het Openbaar Vervoer willen wij graag duidelijkheid. Die handhaven wij vooralsnog. Motie 3 willen wij straks graag in stemming brengen. De heer TEUSINK: De wethouder heeft een voor de WD belangrijke toezegging gedaan m.b.t. de tweede tranche, de toezegging van de politieke discussie. Ik kom er straks nog op terug. Met die toezegging is het voor ons reden om onze motie nr. 5 als overgenomen te beschouwen met de interpretatie als door het college gegeven. De VOORZITTER: En uw amendement nr. 4, mijnheer Teusink? De heer TEUSINK: Dat handhaven wij. Mevrouw ADRIAANSEN: Voorzitter, de motie van OZB, nr. 6 zullen wij niet in stemming brengen, maar motie 7, inzake de Rekenkamer handhaven wij. De heer HERMANS: Motie 8 zullen wij intrekken gezien de toezeggingen van de wethouder en wij zullen bij de integrale afweging de hoogste prioriteit toekennen aan de 0 %-optie. De overige 3 amendementen handhaven wij. De heer VAN ANTWERPEN: Motie 12 betreffende OW handhaven wij. In feite zou het college het tweede gedeelte van de motie kunnen overnemen binnen twee maanden, maar wij willen met nadruk onze afkeuring tot uitdrukking brengen. De motie Molenstraat, nr. 13 handhaven wij eveneens, omdat wij dat als een steuntje in de rug zien voor de wethouder om een integrale aanpak voor te staan. Mevrouw GEPKENS: Wij handhaven alle 3 moties en het amendement 17. De heer POLDERMAN: De motie m.b.t. het OW,19 handhaaf ik en zeker na het antwoord van de wethouder. De motie van afkeuring v.w.b. de verantwoordelijkheid van het financieel beleid, 18 handhaven wij. Motie 20: zolang de raad zich daar niet over heeft uitgesproken, handhaaf ik deze. Kortom: alle 3 moties worden gehandhaafd. Mevrouw KNAPPERS: Ik handhaaf de motie, 21 met dien verstande dat de laatste regel, "de maatregel over het betalen in termijnen" kan vervallen, omdat ik inmiddels begrepen heb dat dat kan gebeuren. Vanwege het antwoord van de wethouder om met deze mensen te praten en geen maatregelen te nemen, handhaaf ik deze motie. De VOORZITTER: Dan heeft de heer Van Steekelenburg als eerste het woord om een reactie op de moties te geven. 327 De heer VAN STEEKELENBURG: Voorzitter, u en de wethouders zijn uitvoerig ingegaan op hetgeen wij aan de orde hebben gesteld en ik loop de portefeuilles even langs: Uit uw portefeuille resteeert de motie van de Roosendaalse Lijst Piet Rampaart inzake het rekenkameronderzoek. Wij hebben een ontwerp ingediend en hetgeen zij daaraan toegevoegd hebben is op zich een uiterst waardevolle toevoeging en geeft aan dat volgend jaar geen onderzoek zou plaatsvinden. Ik wil benadrukken dat wij daar in de commissie ABZ nog over willen praten. Aan de sugge stie die gedaan wordt heeft de WD ook haar steun gegeven. De CDA-fractie kan daarmee leven temeer omdat volgend jaar op allerlei andere terreinen ook volop onderzoek nodig zal zijn en wij de capaciteit hard nodig zullen hebben. Wij zullen de motie van de Roosendaalse Lijst dan ook steunen. Uit de portefeuille van de wethouder van financiën en de wethouder die ontwikkeling in portefeuille heeft, is al uitvoerig ingegaan op alles rondom de lastendruk, de OZB. Ik denk dat uw inspanningsverplichting zodanig is geformuleerd dat wij er helemaal mee kunnen instemmen. Alle moties op dat gebied zijn van tafel, maar het moet wel uitkomen op een zo laag mogelijk percentage en zo laag mogelijk begint bij 0. Ten aanzien van de motie van het CDA uit de portefeuille van mevrouw Kerkhof, motie 3, m.b.t. de voeding van stads- en dorpsvernieuwing: wat wij hiermee beogen is dat wij in juni hierover hebben uitgesproken dat wij de stads- en dorpsvernieuwing die extra impuls willen geven. Volgens ons moet het mogelijk zijn om bij de behandeling van de Voorjaarsnota zodanig zicht te hebben op de beschikbare middelen omdat dan de uitwerking van de septembercirculaire en de uitwerking van de eerste studies bekend is in het kader van de Pperspectiefnota en of middelen beschikbaar zijn om aan die stads- en dorpsvernieuwing de zo broodnodige impuls te geven. Of dat pas eind 2000 of begin 2001 tot effect zal komen dat is ons gelijk, het gaat erom dat het op de politieke agenda blijft. Wij handhaven deze motie. Over de amendementen 9,10 en 11die de Vrije Lijst op financieel gebied heeft ingediend is de wethouder duidelijk geweest. Wij moeten het als één totaal zien en niet allerlei potjes gaan maken. Een egalisatiereserve, OZB en de verkoop van de Kragge is wat ons betreft nog prematuur. Op het moment dat de opbrengst daarvan duidelijk is, denk ik dat wij onze handen vrij moeten hebben om daar op een verstandige manier mee om te gaan. Wij zullen amendement 9,10 en 11 van de Vrije Lijst niet steunen. Motie 15 en 17 van hetde POR die ook een financiële strekking hebben: vanzelfsprekend gaan wij niet op de stoel van het kabinet zitten. Ik denk dat de individuele situatie van mensen bepalend moet zijn. Wij hebben geen behoefte aan motie 15 en amendement 17. Portefeuillehouder de heer De Jaeger geeft dit ook aan als hij de heer Polderman ten aanzien van de opmerking over de brief richting kabinet, antwoordt. Het kabinet is daar aan zet. Wij hebben geen behoefte aan een Roosendaals poldermodel. Wij voeren hier een lokaal inkomensbeleid met de middelen die wij hebben en gaan geen brieven sturen naar de Minister om het minimumloon te verhogen. De portefeuille van wethouder Chamalaun: er waren geen moties die daar betrekking op hadden. Haar toezeggingen over het onderwijs hebben ons hart gestolen. OW uit de portefeuille van wethouder Jonkers: de CDA-fractie heeft behoefte aan duidelijkheid, voorzitter. Onze motie spreekt duidelijk uit dat er op zo kort mogelijke termijn en het liefst op 1-1-2000, het mag ook eerder zijn, een duidelijke, goede en herkenbare regeling op tafel ligt. Waarvoor u uw voorwerk heeft gedaan met de Gedeputeerde en andere partijen; wij moeten van de discussie af en moeten ons met andere dingen bezighouden. Wij hebben behoefte aan een heldere uitspraak: er moet begin januari een oplossing zijn voor de vervoersproblemen voor ouderen. De motie is daar duidelijk over. De voorzitter heeft duidelijk verwoord wat daaronder verstaan moet worden. Wij gaan er van uit dat er begin januari een bus rijdt tussen oude- renlocaties in Roosendaal. Dat moet het resultaat zijn van de beraadslagingen vanavond. - De heer JONKERS, wethouder: Bij de beantwoording was ik wat onpasselijk, maar ik ben er nu weer helemaal bij! - De heer VAN STEEKELENBURG: Over het OW hebben wij nu duidelijkheid. De motie betreffende de Molenstraat die door de PvdA is ingediend: in de Molenstraat zit een probleem dat door allen wordt onder kend, maar er zitten 10 -12 facetten aan en u spreekt in de motie over: a. op korte termijn; en b. integraal. Mijnheer Van Antwerpen als u die woorden gebruikt neem ik aan dat u ze letterlijk neemt en ik denk dat het een illusie is dat wij dat hier vanavond binnenhalen. Het CDA heeft vaak genoeg aandacht gevraagd voor de drugsoverlast, de reconstructie die plaatsgevonden heeft etc. Het is een illusie te denken dat het binnen een paar maanden kan worden geregeld. Wij zullen uw motie niet steunen, maar u zult ons aan uw

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 169