322 vraagt dat het IHP in december wordt gepresenteerd en of dat een harde toezegging is. Ik kan u meedelen dat het IHP in conceptvorm half december zal worden aangeleverd. In januari zal met de verschillende schoolbesturen bi-lateraal overleg plaatsvinden over de uitkomsten van dat IHP (Integraal Huisvestingsplan). Vervolgens zal het de koninklijke weg volgen via het college, de commissie en de raad. Voor wat betreft uw opmerking over de scholen in zowel Weihoek als Tolberg: in Weihoek is een projectgroep druk doende om een nieuwe school gerealiseerd te krijgen: een achtklassige in combinatie met een peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. Er is inmiddels overleg gevoerd met verschillende architecten. Een van de architecten komt half novem ber met een schetsplan dat gepresenteerd zal worden. Wij hebben maar één doel: te zorgen voor een z.s.m. realisatie, maar wij moeten de rapportage van deze projectgroep afwachten. - De heer VAN STEEKELENBURG: Ten aanzien van het schooljaar 2001? - Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Wij zetten er alles op in om een spoedige realisatie te bewerkstelligen, maar ik durf geen termijn te noemen. Het heeft wel prioriteit, zoals ook de behoefte aan voldoende scholen in de wijk Tolberg. Wij zitten daar met ruimteproblemen. Het neigt ernaar dat een oplossing gezocht zal moeten worden in het stapelen van de scholen. Ook daar hebben wij de kwestie aangepakt en is er een bovensectorale coördinatiegroep in werking gesteld, die zeer binnenkort aan het college zal rapporteren. Dat hierover met de bewoners gecommuniceerd moet worden, zal op het moment gebeuren dat er ook iets te melden is. Zoals het er nu naar uitziet zal dat begin 2000 mogelijk zijn. De Roosendaalse Lijst vraagt de kwestie van het RIO nauwlettend te blijven volgen. Intussen zijn de stukken voor de commissie WOC verzonden voor volgende week. Op de agenda staat de zaak RIO. In het portefeuillehoudersoverleg met andere wethouders is gesproken over het op elkaar afstemmen van de verschillende automatiseringssystemen. Ten aanzien van de SP: de heer Polderman verbaast mij een beetje door de afgelopen week kontakt op te nemen met De Schalm in Heerle. Het staat mij bij dat wij vorige week in deze raadszaal het rapport "Autonomie in harmonie" hebben behandeld. Dat rapport is unaniem aangenomen. - De heer POLDERMAN: Ik heb een voorbehoud gemaakt juist op dit punt, voorzitter. - Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: In de commissie wel, maar in de raad staat mij dat niet bij, mijnheer Polderman. U gebruikt de terminologie dat hier sprake zou zijn van het dicteren, zelfs het opleggen om te zorgen dat De Schalm ook onder het SIW komt. Dat wil ik toch nuanceren. Wij zijn zeker al twee jaar met het bestuur van De Schalm, het Dorpshuis hierover in gesprek, omdat zij zich bevinden in een speciale situatie daar zij vooral accommodatie verhuren. Zij hebben de keuze: of het wordt een accommodatie voor sociaal-culturele activiteiten of een sportvoorziening waarin sociaal-culturele activiteiten plaatsvinden. Daarover is men zich intern aan het beraden. Wij zetten het beleid voort zoals dat ook geformuleerd is in het rapport "Autonomie in harmonie". Ik heb er alle vertrouwen in dat wij er in goed overleg met het bestuur uit komen en wij hebben er een dezer weken een afsluitend gesprek over. Roosendaals Belang Riet Knappers m.b.t. het ouderenbeleid. Uw formulering was dat er nog steeds geen duidelijkheid was over wie nu wat doet en wat men voor elkaar kan betekenen. Ik wil u toch graag nog eens verwijzen naar de welzijnsnota 1994 waarin duidelijk het onderscheid is aangegeven tussen de zorg die uitgevoerd moet worden door de algemene instellingen en het welzijnswerk zoals dat gebeurt onder het Stedelijk Instituut Welzijn. In die zin zou er geen onduidelijkheid mogen bestaan. Voor wat betreft uw opmerkingen inzake de huur en het gebruik van de locaties door ouderen en andere maatschappelijke instellingen die op dezelfde manier zullen moeten worden berekend: Het is geen taak voor ons, maar ben ervan overtuigd dat de ouderen er mans genoeg voor zijn om er in constructief overleg uit te komen. Voorzitter, ik denk dat ik de opmerkingen van de fracties m.b.t. onderwijs en cultuur beantwoord heb. De VOORZITTER: het woord is aan portefeuillehouder de heer Jonkers. De heer JONKERS, wethouder: Dank u, voorzitter. Ik zal met de moties beginnen. Motie CDA en Roosendaalse Lijst Piet Rampaart: m.b.t. openbaar vervoer. Het college zou het best willen 323 ondersteunen, zij het dat de voorstellen niet overeenkomen met ons voornemen. Wij willen voorstellen dat het college bereid is om eenmalig middelen vrij te maken voor collectief openbaar vervoer. Openbaar vervoer dat toegankelijk is, dat past in het Provinciaal Openbaar Vervoersplan, in die locaties waar de huidige dienstregeling is vervallen. Als men dat daaraan toevoegt, dan zouden wij de motie van het CDA en de Roosendaalse Lijst Piet Rampaart kunnen overnemen. Ik moet er wel aan toevoegen dat ik dat uitdrukkelijk vermeld moet krijgen, omdat ik vorig jaar gezegd heb de toen ingediende motie over te nemen als de zinsnede aan het slot gewijzigd zou worden in "z.s.m. met voorstellen te komen". Ik heb destijds bedoeld te zeggen dat het niet haalbaar is om goed aanvullend vervoer te regelen in een kort tijdsbestek. - De heer VAN ANTWERPEN: Tijd is een rekbaar begrip dus ook "z.s.m.". Deze toevoeging stond niet in de motie. - De heer JONKERS, wethouder: Ik denk dat ik toen voorzichtig ben geweest om met aanvullende maatregelen te komen. Toch willen wij u toezeggen dat wij alles zullen doen om openbaar toegankelijk vervoer voor die plaatsen waar nu de dienstregeling is vervallen, aan te vullen. Met dien verstande dat dit in overleg dient te gaan met BBA en de Provincie en dat daaraan een ter visielegging gebonden is. Een ter visielegging duurt al zes weken. Ik wil u toezeggen dat wij in januari met voorstellen naar u zullen komen waarin dat aanvullende openbaar vervoer voor die plaatsen zal worden geregeld. Dan hebben wij de gele genheid om met de Provincie en BBA maatregelen te nemen. Kunt u daarmee instemmen? - De heer TEUSINK: Voorzitter, begrijp ik het goed dat u in uw verhaal aangeeft dat er geen leeftijdscriterium is verbonden aan het vervoer? - De VOORZITTER: Dat is correct. De heer JONKERS, wethouder: Motie 12 van de PvdA keuren wij met klem af omdat het geen recht doet aan de zorg die het college heeft voor alternatief vervoer in deze regio. In antwoord op de vraag van de WD inzake het resultaat van het gesprek met de Gedeputeerde, de heer Boelhouwer: u weet dat er in maart een nieuwe Gedeputeerde is gekomen. Er is afgesproken dat wij, vooruitlopend op de definitieve vaststelling, zoeken naar mogelijkheden en middelen om te komen tot een onderzoek dat wij in december/januari gaan starten. Dat onderzoek zal op haltes gebeuren en is intensief. Daarna zullen wij trachten om in mei, wanneer de dienstregeling een jaar loopt, te zorgen voor alternatief vervoer. Vooruitlopend daarop kunnen wij alleen toezeggen dat de onderhandelingen lopen en dat het college middelen beschikbaar zal stellen om een en ander eerder te laten plaatsvinden. Wat mij betreft kan dat op 2 januari 2000, maar aangezien ik afhankelijk ben van anderen zal het wat later worden. Wij ontraden dan ook de motie van de PvdA. - De heer POLDERMAN: Begrijp ik het goed dat de wethouder zegt dat hij aan het onderhandelen is om te kijken of er geld gevonden kan worden om onderzoek te doen? - De heer JONKERS, wethouder: Wij doen nu, vooruitlopend op de onderhandelingen met de Gedepu teerde, als college voorstellen om middelen per 1-1-2000 beschikbaar te stellen om collectief aanvullend vervoer te realiseren op die plaatsen waar het vervoer is vervallen a.g.v. de nieuwe dienstregeling. Daar naast gaan de onderhandelingen met de Gedeputeerde door om, wanneer wij daar overeenstemming over bereiken, de regeling over te nemen. De motie van de SP. In de motie wordt vastgesteld dat de problemen m.b.t. het openbaar vervoer niet zichtbaar zijn. Deze motie willen wij zeker ontraden omdat wij vinden dat m.b.t. de stadsbus-problematiek het college op 1-1-2000 met voorstellen zal komen. Vooruitlopend daarop zullen wij u hiervan schriftelijk op de hoogte brengen. De motie van Roosendaals Belang Riet Knappers m.b.t. begraafplaatsen. Wij zullen alsnog aanvullende maatregelen nemen en wil deze motie ontraden. De belanghebbenden zullen wij op persoonlijke wijze informeren over een eenmalige mogelijkheid om een algemeen graf om te zetten in een eigen graf. Alle belanghebbenden die reeds een brief hebben ontvangen zullen een aanvullende brief krijgen, waarin duidelijk uiteen wordt gezet wat de mogelijkheden zijn. Daarnaast zullen belanghebbenden worden uitgenodigd voor een informatieavond en een persoonlijke uitleg. Ik ontraad de raad deze motie. Voorzitter, de WD heeft vragen gesteld over gratis vervoer in Hasselt. Aanvullend vervoer organiseren

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 167