320
Wij hebben het op dit moment als college niet exact in beeld, maar weten dat de ambtenaren inmiddels
hun rekenwerk hebben afgerond en dat het in de eerstvolgende collegebehandeling aan de orde zal
komen. Ik heb begrepen dat de nota in procedure is gebracht, maar wij hebben u toegezegd dat de
commissie financiën in november die nota op de agenda krijgt en zullen ons er strikt aan houden en uw
raad informeren in de november raad via de ingekomen stukken.
Voorzitter, de Roosendaalse Lijst heeft een pikante uitspraak gedaan, ook in tweede instantie over de
bulkkredietvotatie. Zoals u weet is bij het grondbedrijf de bestaande post RO-visies, RO-plannen voor
gebruikt en wij hebben daar een krediet aan uw raad gevoteerd waarmee uw fractie ook heeft ingestemd
en waarvan gezegd is dat wij inschatten dat dat bedrag nodig is.
Een bedrag dat overigens moet worden besteed i.s.m. de gemeente Bergen op Zoom en waarvoor wij nog
een bijdrage van de provincie verwachten. Met andere woorden: de wethouder zal over de besteding
verantwoording aan uw commissie afleggen, zoals wij altijd bij buikkredieten doen. Het college als geheel
legt verantwoording over de besteding van kredieten af bij de bestuursrapportages en de jaarrekening. U
kunt ervan verzekerd zijn dat wij ook bij het beschikbaar stellen van kredieten altijd sober en doelmatig
met geld zullen omgaan.
Voorzitter, de Vrije Lijst heeft een oproep aan het college gedaan om nu snel aan de slag te gaan met de
uitvoering van het plan Buikstraat. U weet dat het niet zo eenvoudig ligt als u suggereert. U weet dat wij
een notitie woningbouwlocaties waarin ook de bedrijfsterreinen aan de orde zijn geweest, naar de raad
hebben gestuurd. Dat er nog een kwantitatief en kwalitatief onderzoek nodig is voor de exacte onderbouw
daarvan richting Provincie om dat uiteindelijk in een bestemmingsplan te kunnen vertalen. Een van die
onderbouwingen is het behoefteonderzoek dat nodig is.
Er bestaat overigens geen misverstand tussen uw fractie en het college, want ook wij vinden dat daar
enige haast mee geboden is en ook wij vinden dat er nieuwe bedrijfsterreinen tot ontwikkeling moeten
komen in de dorpen.
- De heer HERMANS: Dit antwoord heb ik min of meer vorig jaar gehoord en ik hoop niet dat wij dat
volgend jaar ook weer zullen meemaken, maar dat wij dan een aantal stappen verder zijn. -
Mevrouw KERKHOF, wethouder: Het is wellicht goed als u daarbij zegt dat er op dit moment wellicht enige
mogelijkheid is voor bedrijven om zich te vestigen omdat mogelijk nog onroerend goed in eigendom bij de
gemeente wordt afgestoten t.b.v. bedrijfsvestiging, waarbij enig soelaas geboden kan worden aan
ruimtenood bij bepaalde lokale bedrijven, maar wij zullen de procedure Buikstraat correct moeten
doorlopen.
Voorzitter, ik denk dat ik een punt aan mijn collega Hoogendoorn overdraag en daarmee mijn bijdrage
afrond.
- De heer HERMANS: Voor wat betreft de motie betreffende de 0%, de tweede tranche, zegt de wethouder
namens het college dat de inspanningsverplichting groot zou zijn. Kan ik daaruit concluderen dat bij de
Voorjaarsnota de 0%-optie de hoogste prioriteit krijgt? -
Mevrouw KERKHOF, wethouder: Voorzitter, ik constateer dat uw raad een bepaald ambitieniveau heeft.
Dat heeft u vanavond bijna raadsbreed nog eens herhaald. Het zal zaak zijn die ambities een financiële
vertaling te laten krijgen. Daarbij mag u erop rekenen dat wij ons uiterste best zullen doen om de tweede
tranche OZB tot 0 te beperken, maar een keiharde garantie kan ik u op dit moment niet geven. Dat is net
zo goed een ambitie. Ik ben ook graag bereid om de discussie met uw raad over oud en nieuw beleid in
vervolg op de beleidsdiscussies die gevoerd zijn bij de Perspectiefnota, opnieuw met u te doen. Dan
verwacht ik ook dat u daar een volle bijdrage aan levert. Het is uiteindelijk uw raad die beslist welke
tranche aan de orde is.
De VOORZITTER: Het woord is aan portefeuillehouder de heer De Jaeger.
De heer DE JAEGER, wethouder: Voorzitter, ik kan in mijn reactie beperkt blijven omdat ook vanuit de
raad slechts enkele opmerkingen zijn gemaakt over de beleidsterreinen, die mijn portefeuille aangaan. Ik
zie het overigens wel als een ondersteuning van het gegeven dat wij het op dat punt nog niet zo gek doen.
Ik zie het als een aansporing om op die ingeslagen weg door te gaan. Daar mag u ook op rekenen. Toch
enkele opmerkingen die enige beantwoording verdienen.
321
De Roosendaalse Lijst wijst in haar beschouwing op de informatie richting o.a. de doelgroep. Wij komen
aan het eind van het jaar met een redelijk uitgebreide folder die wij op specifieke wijze zullen gaan
verspreiden. Daarover zal ik de commissie nog nader informeren.
- Mevrouw ADRIAANSEN: Voorzitter, doelgroep is misschien niet goed gezegd. Mensen die een beroep
kunnen doen op de WVG en de bijzondere bijstand. -
De heer DE JAEGER, wethouder: Die folder komt er aan het eind van het jaar en wij gaan met elkaar
praten hoe wij dat zullen verspreiden om in de verwerking ervan een goede en verantwoorde werkzijze te
hanteren.
De SP vraagt ten aanzien van de tweedeling, de armoede, er eens met elkaar over van gedachten te
wisselen in de commissie en ook hoe dat in Roosendaal uitpakt. Ik kan de heer Polderman toezeggen dat
wij die discussie graag willen voorbereiden om daar met de commissie een indringende discussie over te
kunnen voeren.
U moet van ons niet verwachten dat wij een dikke notitie zullen schrijven voor de commissie op grond
waarvan de zoveelste verzameling van feiten uit den lande wordt verzameld. Het gaat meer om de inhoud
van de discussie en wat het betekent voor het beleid in Roosendaal. Het zou kunnen zijn dat wij dat rond
maart/april in de commissie kunnen laten plaatsvinden.
Waar u ons uitnodigt om nogmaals een brief te schrijven richting de Minister danwel de Tweede Kamer
dan wel het kabinet: ik betwijfel of het schrijven van een brief op dit moment zinvol is. Ik zou meer wil
anticiperen op hetgeen in de politieke kanalen wordt bekokstoofd en waar het kabinet wordt bevraagd
mogelijkheden te onderzoeken die aan de inkomensvoorziening nog wat kunnen bijdragen.
Als de raad daar een uitspraak over doet dan hoor ik dat. Wij zullen in ieder geval niet op eigen gezag en
ook niet op uw uitnodiging die brief schrijven.
- De heer POLDERMAN: U schrijft hem wel als de raad ertoe besluit? -
De heer DE JAEGER, wethouder: In uw motie geeft u nog een aantal andere argumenten voor hetgeen er
in feite zou moeten gebeuren. Ik ben het niet met u eens dat de lokale politiek sterk begrensd zou zijn in
haar mogelijkheden. Ik denk, dat binnen de kaders die wij hebben er toch een redelijk aantal
mogelijkheden zijn die wij creatief kunnen toepassen. Aan de landsregering zullen wij moeten overlaten
wat haar verantwoordelijkheid is. Als u vraagt of ontraden moet worden om die brief te schrijven omdat wij
als college er weinig heil van verwachten, is het de raad die er uiteindelijk een uitspraak over moet doen.
Roosendaals Belang heeft gewezen op de afspraken die gemaakt zijn met het ROG EP en waar wij
spreken over een verdedigbaar beleid in het kader van de WVG. U moet verdedigbaar vertalen in termen
dat wij een kwalitatief goed niveau hebben in het kader van onze WVG. Wij hebben regelmatig met onze
doelgroepen gesproken en kunnen constateren dat er een redelijke tevredenheid bestaat.
Derhalve is het verdedigbaar de vastgestelde bezuinigingsmaatregelen uit te voeren waarbij het ROG EP
in ieder geval heeft aangegeven:
a. het eens te zijn met het terugbrengen van de inkomensstaffel;
b. het eens te zijn met het mogelijkerwijs afschaffen van de dubbele verstrekking, maar zij hebben wat
moeite met het afschaffen van het forfaitair bedrag. Dat is uiteindelijk een politieke keuze. Ik denk dat
daarmee het ROG EP een zelfstandige positie heeft ingenomen en de verantwoordelijkheid in tact laat
daar waar die thuishoort. Ik blijf van mening dat de politiek zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen in
het kader van de evaluatie of die bezuinigingsmaatregelen getroffen kunnen worden.
Sportondersteunend bureau: ik bestrijd dat wij er al jaren over praten; wij praten er nog slechts een jaar
over en kan u zeggen dat wij inmiddels al met de voorbereidingen bezig zijn om dat ondersteuningsbureau
van de grond te krijgen. Als basis hebben wij de deelnemende verenigingen nodig. In de komende nota
zult u een afronding van de discussie over sportstimuierend beleid aangereikt krijgen en hoe wij daar vorm
aan zullen geven. Sportservice Noord Brabant ondersteunt ons bij het formuleren van dat beleid.
De VOORZITTER: Het woord is aan portefeuillehouder mevrouw Chamalaun.
Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag aan de hand van opmerkingen die
door verschillende fracties zijn gemaakt de zaak behandelen en begin allereerst met de fractie van het
CDA. Het CDA die bij het onderwerp Integraal Huisvestingsplan de opmerking plaatst of de toezegging