26
Mevrouw CORMAUX-EENINK: Mijnheer de voorzitter, ik vind het altijd spannend om te zien hoe din
gen verdraaid en verkeerd geïnterpreteerd worden, maar dat maakt het altijd wel weer leuk. Ik heb
inderdaad in de commissie gezegd dat er niet alleen een wijkcentrum gebouwd moet worden, alleen
omdat wij een standpunt hebben dat iedere wijk recht heeft op een wijkcentrum. Ik heb gezegd dat je
moet onderzoeken waar behoefte aan is in die wijk. Ik ga hier niet de hele commissievergadering over
doen, over het feit of er wel of niet een bibliotheek aan toegevoegd wordt. Want ik heb namelijk in het
wijkcentrum aangegeven aan welke activiteit is behoefte in die wijk. Dat er behoefte is aan de biblio
theek dat blijkt, die zit er al jaren. Het gaat nu puur om het fysiek verplaatsen van de ene locatie naar
de andere. Wij denken - en dat heeft denk ik iedereen uitgesproken in de commissievergadering en
daar is de wethouder ook maanden voor bezig geweest om dat te realiseren - dat het een goede
waarde aan het wijkcentrum toevoegt, want dan krijg je een multifunctioneel centrum. U heeft het over
een kloppend hart, hoe meer functies er aan toegevoegd worden, hoe beter dat hart kan kloppen. Dat
is gewoon een vastgesteld feit en dat willen we in Kalsdonk straks ook. Dus waarom zouden we dat in
Kortendijk - als de mogelijkheid zich voordoet - dan niet willen? Het feit, dat wij in de commissieverga
dering daar verder niet uitgebreid op ingegaan zijn en dat de vragen kort daarna kwamen, kwam om
dat wij vlak na die commissievergadering opnieuw een brief kregen, waaruit bleek dat die deur naar
onze mening toch weer op een kier stond. In de commissievergadering moesten wij tot onze spijt con
stateren dat die dicht was en vlak daarna kwam een brief. Het spijt me dat de brievenschrijver deze
niet eerder gestuurd heeft, dan hadden we de vragen niet hoeven stellen, dan hadden we het in de
commissievergadering kunnen doen. Maar dat is nu eenmaal zo, dat heb je zelf niet in de hand. Dus
dat is de gang van zaken, daarom de vragen na de commissievergadering, omdat wij van tevoren die
informatie op die manier niet hadden. Ik wil even terugkomen op wat de wethouder geantwoord heeft,
want ik denk dat we in een hele moeilijke situatie zitten op dit moment, althans zo voel ik dat. We heb
ben aan de ene kant een deur die op een kier staat om een situatie te creëren waarvan ik altijd dacht
dat wij die allemaal wenselijk zouden vinden, namelijk dat de bibliotheek kan participeren in het wijk
centrum. Aan de andere kant staat de druk op de ketel, het wijkcentrum moet nu van start gaan en dat
zijn twee dingen die met elkaar in botsing kunnen komen. Ik denk dat het gewoon goed is om nu te
proberen te beslissen: zijn wij bereid als die deur op een kier staat - en blijkt op een hele korte termijn,
- dat die wagenwijd open kan om dan - en dan wil ik niet zeggen een vertraging te accepteren - het
huidige tijdpad te accepteren en dan wellicht de ineenschuiving iets minder hard te laten gaan. Als het
binnen die tijd kan, zijn wij daartoe bereid of zeggen we met z'n allen nee, sorry dat doen we niet? We
gaan nu door met het wijkcentrum zoals het nu staat en met het tijdplan zoals het nu vanavond in
elkaar geschoven is zelfs en dan laten we deze kans maar voorbij gaan. Ik denk dat dat gewoon een
vraag is van: wat willen we. Als we besluiten dat we door gaan met het wijkcentrum zoals het hier ligt,
dan wil ik toch aan de wethouder vragen de andere optie, die u net ook zelf aangegeven heeft dat er
wellicht mogelijkheden tot een andere verplaatsing zijn - dan in het belang van de modernisering en
economische belangen van het wijkcentrum - of u dan toch als gemeente en met het bibliotheekbe-
stuur de vinger aan de pols wilt houden om te kijken om in ieder geval dan niet een win-win-win-
situatie, maar dan een win-win-situatie te creëren. Dan valt de mogelijkheid van het wijkcentrum wel
licht af, maar dan kunnen de andere mogelijkheden nog tot stand gebracht worden. Dank u wel.
De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan mevrouw Gepkens.
Mevrouw GEPKENS: Voorzitter, u spreekt van een memo. Dat heb ik inderdaad niet aangetroffen -
sterker nog - ik ben er gisterenavond speciaal nog naar gaan zoeken en ik heb het niet gevonden. De
rest van de stukken heb ik wel goed gelezen, anders had ik waarschijnlijk ook het verschil in die twee
voorstellen niet aangetroffen, ik zal daar later nog kennis van nemen. Maar het verschil tussen die
twee voorstellen was voor mij toch aanleiding om bijna twee conclusies te trekken. Op de eerste
plaats stond in het eerste voorstel bij de "consequenties" dat het geld besteed zou worden in de zin
van de exploitatie van het nieuwe buurtcentrum. Op de manier waarop het nu geformuleerd is, gaat
het naar de algemene middelen. Nou, we hebben net het voorstel van "De Stok" gehad, dus ik kan me
voorstellen dat in dit geval dezelfde systematiek zou kunnen worden toegepast. Ik weet wel dat het in
het algemeen zo is - dat heb ik u ook in eerste instantie gezegd - dat de zaak terug gaat naar de al
gemene middelen, maar ik verwijs niet voor niks nu naar het voorstel van De Stok van een paar keren
geleden. Dat is de eerste conclusie, maar de tweede conclusie is eigenlijk dat we op deze manier -
met de vaststelling van dit projectprogramma - het dan foutief zouden doen, want we stellen daarmee
paragraaf 12 vast, waarin staat opgenomen de exploitatiekosten en die exploitatiekosten zijn niet zo
als ze in het projectprogramma zijn. Dus ik denk dat die paragraaf op z'n minst toch zal moeten wor
den aangepast, dat we hem zo niet kunnen vaststellen.
27
De VOORZITTER: het woord is aan wethouder Chamalaun
Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Eerst toch maar even terug
naar de brandvraag van de WD, bij monde van mevrouw Cormaux. Heel duidelijk wil ik nog eens een
keer stellen dat het wijkcentrum geen vertraging meer op mag lopen, want u schetst nu toch een
beetje het beeld - althans zo pak ik dat op - dat wanneer er nog eens een keer pogingen gedaan zou
den worden, om met de ondernemers en het bestuur van de bibliotheek rond de tafel te gaan, dat die
deur nog wel eens wagenwijd open zou kunnen gaan voor participatie in dit wijkcentrum. Maar zo
eenvoudig ligt dat niet, dan krijgen we een totaal ander projectplan. We krijgen een ander ontwerp, zij
gaan dan - uiteraard - veel meer vierkante meter gebruiken, dan waar het nu op gebaseerd is. Je krijgt
een hele andere verhouding wat het eigendom betreft. Hoe gaan we dat doen? Wie wordt de hoofdei
genaar? Gaat er dan een relatie ontstaan van onderverhuur? Kortom, allemaal zaken die nu alleen
nog maar de afgelopen maanden kort zijn aangetipt, maar niet grondig bestudeerd zijn. Dus inschat
ten kan ik het niet, maar een indicatie, dan hou ik het toch zeker op een vertraging van een half jaar.
Dat gaat ongelooflijk veel tijd kosten, want we zullen ook weer de architecten moeten vragen om op
nieuw een schetsontwerp te maken op basis van die andere gegevens. Dat heb ik ook afgelopen
dinsdag nog eens een keer getoetst bij de voorzitter van het bestuur en die heeft op dit moment ook
geen interesse in het wijkcentrum. Daar is niks in veranderd, die heeft duidelijk aangegeven: mocht er
zich een situatie voordoen - een kans - in de omgeving dan zijn wij bereid om aan tafel te gaan. Maar
die noemt daar niet die kans in, die is vertaald in wijkcentrum Kortendijk waar die nu is, in dat gebouw,
nee, de omgeving en dat vind ik een ruim begrip. Dus nogmaals, geen vertraging meer wat mij betreft
in de voortgang van dit wijkcentrum Kortendijk. Wat betreft de vraag over de brandverzekering van
mijnheer Polderman, ik zou daarover graag even het woord willen geven aan de wethouder van Fi
nanciën, mevrouw Kerkhof. En mevrouw Gepkens, ik betreur het echt ten zeerste dat u de memo niet
heeft gehad, want er stond duidelijk ook een kopje boven "aan de leden van de commissie WOC" en ik
heb daar een kopie van gehad, dus dan ben ik er vanuit gegaan dat u daar ook kennis van had kun
nen nemen. Dat is jammer, dat is niet meer terug te draaien, maar daar staat toch nog eens een keer
in wat ik eigenlijk ook al in eerste termijn geantwoord heb, dat na de brand toch de exploitatielasten
gekort zijn voor het SIW, dat die natuurlijk - nadat dit gebouw weer in gebruik genomen zal worden -
opnieuw zullen worden opgevoerd, op de begroting uit de algemene middelen. De situatie voor de
agogische ondersteuning, beheer en dergelijke, dat zijn zaken die altijd bij de contractbespreking c.q.
het vaststellen van het subsidiebedrag aan de orde zullen komen. Ja, u brengt mij wat in problemen
als u zegt dat die paragraaf nog aangepast zou moeten worden, want ik denk dat dat op dit moment
niet aan de orde is. Nee, wij zullen eerst moeten kijken wat dat precies betekent, hoe ziet dat beheer
eruit, hoeveel uren schoonmaak zal er nodig zijn, wat voor soort agogische ondersteuning willen we
daar? En dat is echt bij de besprekingen van het contract pas aan de orde. Voorzitter, ik denk dat ik
de antwoorden zo gehad heb, want mijnheer Wamsteker richtte zich meer richting de WD. Daar wou
ik het bij laten.
De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Kerkhof.
Mevrouw KERKHOF-MOS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Polderman heeft gevraagd
hoe het zit met de verzekering en met name met de hoogte van de uitkering. U weet waarschijnlijk
niet, mijnheer Polderman, dat we in 1995 - na de brand in buurtcentrum Kortendijk - hebben gecon
stateerd dat dat pand was onderverzekerd. We hebben een uitkering gehad die daaraan gerelateerd
was. Die uitkering was bovendien op een bepaald niveau omdat we niet van plan waren op dezelfde
plaats te herbouwen. Inmiddels zijn we van verzekering veranderd en hebben we ook onmiddellijk na
die constatering bij de brand al onze panden laten herwaarderen en we zijn inmiddels verzekerd voor
de reële waarden.
- De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, we hebben er van geleerd. -
De VOORZITTER: Dan besluiten we daarmee de discussie. Mag ik constateren dat u instemt met het
projectprogramma? U wilt wat zeggen, mevrouw Gepkens?
Mevrouw GEPKENS: Voorzitter, mag ik een aantekening dat wij toch niet instemmen met die para
graaf 12?
De VOORZITTER: dat zullen we in de notulen vermelden.
4