304 uitspraak vragen en zullen dat straks in een motie van afkeuring doen. Voorzitter als voorbeeld heb ik het al even over de bus gehad, dan kom ik nu bij mijn volgende punt. het ontbreken van beleid voor het openbaar vervoer. Zoals u waarschijnlijk bekend is, is de SP samen met een veertigtal ouderen en enkele collega raadsleden op bezoek geweest bij de Gedeputeerde, de heer Boelhouwer. We hebben de Gedeputeerde de mening van 1248 mede-Roosendalers overgebracht die de moeite hadden genomen om aan het provinciebestuur te laten weten dat de nieuwe dienstregeling een forse achteruitgang betekent. Dat is een niet mis te verstane burgerpeiling lijkt mij zo, en zelfs voor een communicatief gemeentebestuur als dat van Roosendaal zou dat iets mogen betekenen. Tijdens het overleg met de Gedeputeerde is ons duidelijk gemaakt dat de bevoegdheid ten aanzien van de dienstregeling nog steeds bij de gemeente ligt. En dan kom ik weer bij het primaat van de raad: In de commissie Beheer en Verkeer hebt u indertijd de nieuwe dienstregeling aan ons gepresenteerd, als een mededeling, een ingekomen stuk, waar wij als raad niets over te beslissen of te adviseren hadden. Het kan zijn dat u ons toen onjuist hebt voorgelicht en dat de raad wel degelijk hierover om advies gevraagd had moeten worden, het kan zijn dat we die bevoegdheid inderdaad aan het college gemandateerd hebben. Hoe dat precies zit is op dit moment voor de SP niet meer relevant, want de tijd dat mijn fractie er nog vertrouwen in had dat u deze portefeuille goed beheert ligt inmiddels al ver achter ons. En ik wil de raad vragen of hij met mij deze mening deelt. Daartoe hebben we een motie voorbereid. Voorzitter ik kom bij het onderwerp het primaat van de raad voor wat betreft de bestrijding van de armoede en de tweedeling in Roosendaal. Na lang aandringen van o.a. mijn kant hebt u eindelijk het kwijtscheldingsbeleid voor gemeentelijke heffingen op 100% van de bijstandsnorm gezet, weliswaar pas ingaande de volgende eeuw, maar die is toch al over 8 weken. Voorts kunnen we gelukkig ook constateren dat er orde op zaken is gesteld bij de afdeling sociale zaken, zal ik het nog maar even ouderwets noemen. Tijd om tevreden achterover te leunen is het natuurlijk nog lang niet maar we zijn wel een stuk op de goede weg. Tevreden kunnen we niet zijn omdat de tweedeling ook in onze stad nog steeds toeneemt. Vorige week heb ik in deze raad tot mijn verbijstering gehoord dat we mogelijk de toegankelijkheid van een basisvoorziening als het zwembad alleen kunnen garanderen door de inzet van het instrument bijzondere bijstand. De minimamonitor schetst nog wel meer schrijnende voorbeelden van hoe in die gezinnen waar men te kampen heeft met langdurig te lage inkomsten moet sabbelen. Een lastig aan te pakken probleem blijft de armoedeval die optreedt wanneer mensen vanuit een uitkering laag betaalde arbeid in bijvoorbeeld WIW verband moeten accepteren. In plaats van vooruit gaat men er vaak in inkomen netto op achteruit. Ik wil u vragen of u binnenkort over deze problematiek met ons van gedachten wilt wisselen in de commissie en raad? En of u ons een notitie kunt aanreiken over hoe dit probleem van netto Inkomstenachteruitgang bij werkaanvaarding in Roosendaal uitpakt aansluitend op dergelijke onderzoekjes in Leeuwarden en Rotterdam? Voorzitter,we moeten accepteren dat wij voor een structurele oplossing zo royaal mogelijk inzetten, maar structureel staan wij vrij machteloos. We worden op lokaal niveau echter wel gekonfronteerd met de gevolgen van een falend beleid van Paars op dit gebied. Voorzitter, we hebben het al eens eerder gedaan, maar in herhaling zit vaak de kracht. (Ik heb ook meerdere keren moeten vragen om het kwijtscheldingsbeleid te verruimen). De SP vindt het tijd om opnieuw richting Den Haag te laten weten dat een forse stijging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen de enige juiste weg is ter bestrijding van de armoede. Ik stel u voor daarover namens de raad een brief te schrijven naar de regering en ik heb een motie voorbereid waarin u die taak wordt opgedragen. Want wij kunnen proberen onze zaken op orde te krijgen, maar als Paars zo door gaat blijft het dweilen met de kraan open. Tot zo ver mijn opmerkingen in de eerste mondelinge termijn naar aanleiding van uw begroting. Ik wil dan nog een punt aanroeren en dat gaat over de subsidies voor komend jaar. Ik had u ook vorige week al beloofd dat ik terug zou komen op onze subsidie aan de sSichting Dorpshuis Heerle. Ik heb de afgelopen week kontakt gehad met deze mensen en ik moet u vertellen: ik werd er niet vrolijker van. Waar we met de gemeentelijke herindeling al bang voor waren gebeurt momenteel: het voorzieningenniveau in de dorpen wordt het slachtoffer van deze herindeling. Het wordt er in de dorpen niet beter op. Ik vertel u daarmee vandaag niks nieuws, dat weet ik wel, en u .i 305 hebt de harmonisatievoorstellen er redelijk soepel door gekregen. Maar voorzitter, ik vraag nu zo'n 3 jaar na de herindeling toch meer begrip voor het autonome proces van naar elkaar toegroeien van de dorpen en stad. Als mensen zelf geen voordeel zien in een aansluiting bij het SIW dan moeten wij ze daartoe niet dwingen, ook al denken wij dat het beter is. De mensen ervaren dit als een dictaat, als iets van bovenaf opgelegd en het effect is dus dat vrijwilligers, waar je het toch van moet hebben, zich afwenden en dat daardoor zo'n voorziening als een dorpshuis nog moeilijker in stand te houden zal blijken te zijn. Dan bereiken we dus het omgekeerde van wat we bedoelen. Daarom mijn vraag aan u: bent u bereid om af te zien van het voornemen om persé in het jaar 2000 te moeten komen tot aansluiting van De Schalm bij het SIW? Tot zover in deze termijn. Dank u wel! De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Knappers RBRK, mevrouw KNAPPERS: Voorzitter, als laatste in de rij wil ook Roosendaals Belang Riet Knappers nog graag een paar opmerkingen plaatsen. Allereerst hartelijk dank voor de antwoorden, die u heeft gegeven op onze vragen, al waren ze niet allemaal even helder. Het is u bekend dat wij onze vraagtekens zetten bij het inschakelen van dure onderzoekbureaus als een en ander in eigen beheer kan worden gedaan. Dat neemt echter niet weg dat wij een positief geluid willen laten horen over een volgend rekenkameronderzoek. Juist door deze onderzoeken kan in vele gevallen orde op zaken worden gesteld en in dit geval is het door onze fractie gedane voorstel er een van. De financiële perikelen bij het W.V.S. zijn zodanig dat hier een onderzoek wellicht op zijn plaats zou kunnen zijn. De geldelijke bijdragen vanuit de gemeente Roosendaal en ook van andere gemeenten is van een dermate gehalte dat in het belang van de betalende burger best eens nagegaan mag worden hoe met de gelden wordt omgegaan. Uw voorstel om, t.a.v. een betere communicatie met de burger te bewerkstelligen, hierover in de commissie A.B.Z. van gedachten te wisselen, spreekt ons bijzonder aan. Hopelijk gaat u dan niet uit de weg voor enkele voorbeelden, die wij daar zullen noemen. Mogelijk dat een open gesprek hierover op korte termijn kan bijdragen aan een verbetering van deze al lang lopende klachten van de burger. Dat wij de openbare orde en veiligheid niet expliciet hebben genoemd, neemt natuurlijk niet weg dat wij nog steeds staan achter een veilige en leefbare gemeente en dat daaraan alle inzet moet worden gegeven. Als we praten over de financieringen en de algemene dekkingsmiddelen komen we op het terrein van lange en moeilijke discussies, ledereen voelt zich gepakt door de forse verhogingen van de tarieven. En als het langs de ene kant niet lukt om gelden binnen te krijgen zoals b.v. door de zalmsnip, dan wordt men weer geconfronteerd met lastenverzwaringen op alle andere terreinen. In onze gemeente is dat niet mis. We lopen aardig voorop met de tarieven, vooral waar het de O.Z.B. betreft. Het zal u dan ook niet verbazen, dat wij dit niet kunnen accepteren, ondanks dat wij wel een voorstander zijn om de sterkste schouders de zwaarste lasten te laten dragen. Om tekorten op te lossen, moet men niet direct naar de portemonnee van de burger grijpen. Er zullen beslist nog wel zaken te corrigeren zijn, waarvan het ambitieniveau op een te hoog peil ligt. Wij denken hierbij aan de plannen om een nieuw stadskantoor te ontwikkelen. Ondanks dat het stadskantoor aan vernieuwing, verbetering en uitbreiding toe is, valt volgens onze bescheiden mening er echt nog wel wat van te maken door verbouwingen en aanpassingen en dat behoeft natuurlijk niet allemaal tegelijk te gebeuren. Men kan dan spreken over een meerjarenplan en dit stadskantoor in fases aanpakken. Men moet niet verder springen dan de stok lang is. Daarbij is de locatie van het huidige stadskantoor een prima centraal gelegen punt. Dan het sportondersteuningsbureau. Ook hier praat met al jaren over, u spreekt dan weer over een nota die voorstellen bevat, die uiteindelijk kunnen leiden tot het instellen van een dergelijk bureau. Hoe verstrekkend is dat uiteindelijk? Het ouderenbeleid is ook een onderwerp wat steeds terugkomt in allerlei onderhandelingen. Nog steeds is er geen duidelijkheid over wie nu wat doet en wat men voor elkaar kan betekenen. In onze gemeente moet een lijn worden getrokken en moeten geen uitzonderingsposities worden gecreëerd voor de kleine kernen. I

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 158