299 Van meet af aan heeft de PvdA fractie duidelijk gemaakt dat uw begroting (c.q. perspectiefnota) een groot aantal goede vertrekpunten c.q. voorstellen bevat. Een aantal zaken vinden we overbodig,godsdienstonderwijs, stadskantoor); een aantal zaken mogen best wat minder (informatiehuis)een aantal dingen vinden we gewoon goed (sociale paragraaf en de herfinancieringen e.d.) en sommige zaken vinden we erg slecht (de manier waarop de gemeente omgaat met het openbaar vervoer). Onze bezwaren richten zich vooral op het feit dat er nog steeds weinig onderbouwing is zowel financieel als inhoudelijk bij majeure zaken (wijkgericht werken en informatiehuis). Bovendien vinden wij dat u de burgers opscheept met te hoge lasten, omdat u teveel in te korte tijd wil en waarvan wij helemaal niet zo overtuigd zijn dat diezelfde burgers dat willen c.q. dat dat goed is voor de gemeente Roosendaal. Met een hoog ambitieniveau is op zich niks mis, in sommige zaken is de PvdA nog wel ambitieuzer dan u; maar., en dat is ons kritiekpunt, wij zijn reëel genoeg om te snappen dat dat wat we niet kunnen betalen op dit moment, nu dus even niet kan. Wensen van de kiezers Wij verschillen duidelijk met u van mening als het gaat over wat de kiezers willen; u zegt ijskoud dat uw collegeprogramma dat is. Wij zijn een andere mening toegedaan; in de pers zijn diverse ingezonden brieven te lezen geweest waarin het woord kiezersbedrog stond. Daar kunnen we ons iets bij voorstellen. Wij vinden deze begroting eerder een vertoon van arrogantie van de macht van uw zijde, dan een correcte vertaling van de wensen van de kiezers. We kunnen alleen maar hopen dat het geheugen van kiezer goed genoeg is om straks een goede keuze te doen. Voorzitter, over de begroting als zodanig hoeft u van de PvdA deze keer geen moties of amendementen te verwachten. Wij zijn van mening dat wij voldoende hebben getracht om de begroting te beïnvloeden bij de behandeling van de perspectiefnota en in onze schriftelijke vragen. U als college en deze coalitie is niet bereid gebleken om uw ambitieniveau bij te stellen en om de OZB met niet meer dan 4 te verhogen. De PvdA fractie is van mening dat de mening van de burger en dus de wensen van de kiezers het best zal doorklinken bij dit college en deze coalitie door tegen deze begroting te stemmen, met uitzondering van de passages over de zalmsnip en de 100 kwijtschelding. Moties Omdat dit echter ook de algemene beschouwingen zijn willen wij in dat kader nog een tweetal aandachtspunten en moties aan u voorleggen. Daar is op de eerste plaats het openbaar vervoer. In de vergadering van afgelopen juni bij de behandeling van de perspectiefnota zijn een aantal moties ingediend betreffende het openbaar vervoer. Uiteindelijk heeft het college een motie van de Roosendaalse Lijst overgenomen waarin o.a. werd verzocht om op korte termijn op zoek te gaan naar alternatieven en/of aanvullende vormen van openbaar vervoer en om bij de begrotingsbehandeling (nu dus) met voorstellen te komen. Wij hebben geconstateerd dat de wethouder van beheer en verkeer in zijn antwoord op de 1e schriftelijke termijn hieraan niet tegemoet komt. Zeker gezien de maatschappelijke commotie die over dit onderwerp is ontstaan en het pingpongspel tussen gemeente en Provincie over wie wat moet doen, vinden we dat ongepast en daarom hebben een motie openbaar vervoer voorbereid. In het laatste aandachtspunt van onze fractie in deze algemene beschouwingen willen we stilstaan bij de problematiek rondom de Molenstraat en dan met name het oostelijke gedeelte. Zoals wij allen weten hebben we hier van doen met een complexe problematiek die niet simpelweg op te lossen valt. In uw memorie van antwoord op de 1e termijn stelt u dat wellicht de nieuwe structuurschets aanknopingspunten zou kunnen bevatten om tot oplossingen te komen. De PvdA fractie vreest dat dat een te eenzijdige invalshoek gaat worden die geen recht doet aan de complexheid van de problemen die dringend om een oplossing vragen. Derhalve hebben wij de MOTIE Molenstraat voorbereid. De VOORZITTER: Dan is nu het woord aan mevrouw Gepkens. 300 POR/GroenLinks, mevrouw GEPKENS: Voorzitter, het zal u niet verbazen dat de fractie van POR/GroenLinks nog altijd grote moeite heeft met de wijze waarop u na de verwikkelingen van deze zomer rond de zalmsnip nu uw voorstellen presenteert. Bij de perspectiefnota hebben we u al voorgehouden, dat het niet aangaat om het geld, dat de minister beschikbaar stelt voor individuele lastenverlichting en waarvoor je als gemeente niet meer bent dan een doorgeefstation, toch zelf te houden en dat te besteden aan collectieve zaken. Het was en blijft onze mening, dat de zalmsnip rechtstreeks moet worden doorgesluisd naar de burgers van onze gemeente. Daarnaast is het gewoon de taak van de gemeente om de eigen begroting op orde te krijgen. Wat onze fractie betreft is het dan veel te makkelijk om te zeggen: de plannen, ofwel die van de coalitie, blijven hetzelfde en het geld, dat we ervoor tekort komen halen we binnen door de lasten fors te laten stijgen. Het is misschien ouderwets, maar wij hebben van huis uit geleerd de tering naar de nering te zetten. POR/GroenLinks vindt dan ook dat u van de voorgenomen plannen er een aantal moet schrappen of temporiseren. We zullen u in het hoofdstuk financiën aangeven welke voorstellen dat wat ons betreft zouden kunnen zijn. Voorzitter, eerst komen we nog even terug op enkele zaken uit onze eerste termijn. We beginnen met het openbaar vervoer, want dat blijft ook onze fractie bezighouden. We steunen de wethouder als hij zegt dat de grenzen van het oppoetsen van de stadsdienstregeling nabij zijn; en dat een radicaal andere aanpak gevolgd zal moeten worden. We vinden het alleen jammer, dat hij daartoe geen initiatieven onderneemt. Dat geldt ook voor de huidige dienstregeling. Die is weliswaar nog maar kort geleden ingegaan, maar uit de eerste evaluatie zal duidelijk worden dat het experiment naar de bedrijventerreinen niet werkt op deze manier. We zijn zelf een paar keer tijdens zogenoemde topuren meegereden. Maar we kwamen nooit verder dan één medepassagier. En eerlijk gezegd durven we dat meerijden niet al te vaak te herhalen, want voor je het weet beïnvloed je als POR/GroenLinks de tellingen met vele procenten. Ongetwijfeld komt u bij de eerste evaluatie tot dezelfde conclusie. We gaan er vanuit, dat u dan opnieuw een afweging maakt. Want je bent weliswaar een experiment gestart voor drie jaar, maar je moet daar in overleg met de provincie toch ook na een jaar een einde aan kunnen maken. En dus geen drie jaar lang geld in een putje gooien. Voorzitter, in algemene beschouwingen van POR/GroenLinks kan het afval niet ontbreken. Sinds jaar en dag pleiten we voor initiatieven, die de afvalberg verkleinen. Vooral preventieve maatregelen zijn daarvoor noodzakelijk. Uiteraard is dat, zoals u zegt, een complexe zaak, die zeker niet alleen de gemeente aangaat. Maar wat je in ieder geval wel moet doen, is naar buiten toe duidelijk uitstralen, dat je erin gelooft, dat je echt wil voorkomen dat er meer afval ontstaat. Met uw ant woorden geeft u ons die indruk niet. Een afvalpreventieplan opstellen is natuurlijk akkoord, maar je zou ook meteen iets moeten doen. Waarom is bijvoorbeeld het simpele plan en de toezegging om de straten, die bij het gescheiden aanleveren van afval minder scoren, te bezoeken nooit geëffectueerd? Jaarlijks kan het een fiks bedrag schelen en zo verdienen de personele uren zichzelf terug. Uw antwoord op vragen over de onkruidbestrijding, dat er andere planten gebruikt gaan worden, die minder intensief onderhoud vragen, doet ons deugd. U geeft er daarmee blijk van, op zoek te gaan naar alternatieven. Maar u stelt ook dat glyfosaat de komende periode nog meer gebruikt gaat worden. En dat bevreemdt ons want via een ingekomen stuk in de raad van afgelopen september is ons nog gemeld dat glyfosaat in de toekomst verboden zal worden. Met uw visie, dat wijkgericht moet worden gewerkt zijn we het zeer eens. Maar de wijze, waarop u het wil gaan uitvoeren lijkt tot mislukken gedoemd. Hoe moet je immers met drie extra functionarissen overal tegelijk zo'n proces gaan bewerkstelligen? Kun je niet beter aansluiten bij het bestaande en klein beginnen? We hebben nu ervaringen uit de stad (West, Kalsdonk en een deel van de Binnenstad). Daarbij blijkt al dat het nog niet zo eenvoudig is. Weliswaar moet er per saldo hetzelfde werk geleverd worden, maar het voortdurend samen met een bewonersplatform vanuit het perspectief van de wijk zaken aanpakken, vraagt echt een heel andere werkwijze. Niets kost zoveel kruim als het wezenlijk aanpassen van je gedrag. In West en Kalsdonk is gebleken dat dat ook geldt voor onze externe partners, bijvoorbeeld de ARWON of de politie. Kortom zorgvuldigheid is hier ons inziens geboden. Het lijkt ons daarom beter om bij het nu al bestaande er één of twee van de dorpen bij te vragen.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 155