282 weinig voortvarend ter hand is genomen. Uit het onderzoek van de sector komt bovendien op een aantal terreinen een weinig eenduidig beeld naar voren. Er zijn stichtingen die de communicatie matig vinden en er zijn er ook die wel tevreden zijn. Niet alle stichtingen ervaren dezelfde knelpunten. Er zijn de nodige nuances. Het SIW is in 1992 op grond van goede argumenten opgericht. Die argumenten staan nog steeds. Opties die teruggrijpen naar de periode van vóór 1992 vallen voor de WD af. Er moet bijgestuurd worden vanuit de in 1992 gemaakte keuzes. De WD vindt het een goede zaak dat daarbij de regierol van de gemeente duidelijk wordt. In het rapport stelt u een aantal met de SIW te maken afspraken voor die eigenlijk voor zich spreken. De WD hoopt dat de voorgestelde afspraken zullen leiden tot meer doelmatigheid en vertrouwen en kan zich vinden in het voorstel. De heer MOL: Voorzitter, er zijn veel varianten te bedenken om het SIW met 13 stichtingen goed te sturen en te besturen. Het drie partijen-overleg op 13 september j.l. zal daar naar onze mening ook aan hebben bijgedragen. Bijna de hele commissie WOC was akkoord met het voorstel om voor optie 5 te kiezen. Zoals wij van de Vrije Lijst hebben voorgesteld is het misschien toch een goede gedachte om van tijd tot tijd te spreken over het SIW en werkplan 2000 als leidraad te hanteren. Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Voorzitter, het heeft een hele tijd geduurd voordat er een rapport lag en dan nog wel van gemeente zijde zelf. Complimenten heb ik ook van mijn zijde richting ambtelijke kant gedaan. Ik ben blij dat het door verschillende sprekers wordt onderstreept. Het is een helder en kort rapport geworden en daar zijn wij blij mee. Er staat kort in verwoord welke weg wij willen inslaan. Ik ben het niet eens met de heer Bruijns die toch een beetje suggereert dat er niets gedaan zou zijn nadat het IME rapport is uitgekomen. Het is een zoeken geweest naar de juiste methodiek. Inderdaad blijkt nu dat het gemeente rapport prima kort en helder is. Ik heb vaker gehoord dat het lijkt alsof het stilstaat met de uitslag van het IME-rapport en daar heb ik steeds op geantwoord en wil dat herhalen: er is in de afgelopen 2,5 jaar veel geïnvesteerd in communicatie. Het feit dat er een driepartijenoverleg tot stand is gekomen is een antwoord van mijn zijde geweest op de roep vanuit de besturen van de diverse stichtingen: er wordt wel gesproken tussen gemeente en SIW, maar wij willen zelf ook zo graag gehoord worden. In die zin vind ik het zeker geen verloren tijd. Met betrekking tot de verschillende opmerkingen komt het eigenlijk neer op het belang van een goede communicatie. Dat onderstreep ik uiteraard volledig. Alles valt of staat met het met elkaar in overleg treden. U wilt als commissie in ieder geval kunnen sturen. Wij hebben het al vaker gezegd richting de verschillende contract-subsidies dat dat van essentieel belang is. Vandaar ook de opmerking naar de verschillende contractanten dat wij tijdig willen beschikken over jaarverslagen. Ook bij het SIW heeft u gezien dat m.n. het afgelopen jaar hieraan volledig is beantwoord door tijdig naar alle commissieleden de stukken toe te zenden. Ik hoop dat het zal bijdragen tot het vooraf mee kunnen sturen i.p.v. achteraf. Ten aanzien van de heer Wamsteker: dit is een rapport dat tot stand is gekomen met alle stichtingsbesturen. In feite is het in harmonie tot stand gekomen. Dat is een totaal andere situatie dan toen het SIW tot stand werd gebracht. Ik heb niet zo'n vrees dat dit binnenkort zou kunnen leiden tot opnieuw een onderzoek. Integendeel ik denk dat wij goed bezig zijn op een juiste ingeslagen weg. Wij zijn er nog niet, maar daar zijn al die afspraken die u in het rapport heeft gevonden, voor nodig. Toch was er, zoals o.a. mevrouw Gepkens stelde, ook hier een vuiltje en dat betrof de brief die wij een dag voor de commissiebehandeling van Don Bosco hadden ontvangen. Ik heb toen in de commissie gezegd dat de inhoud mij eigenlijk verbaasde. Ik heb u toegezegd dat ik daarover in kontakt zou treden en meen niet gezegd te hebben, mevrouw Gepkens, dat daarvan iets in het fractiehuis gelegen zou hebben. Als dat al nodig geweest zou zijn, want het gesprek dat ik gevoerd heb met de voorzitter van het bestuur was zo kort dat er amper een verslag van te maken was. Het ging er bij Don Bosco vooral om met deze brief uitdrukking te geven aan de vrees die men heeft, gezien het verleden, dat de gemeente onvoldoende zijn regierol zou waarmaken. Daarvan heb ik herhaald dat men daar zelf bij is, zowel in het voorzittersoverleg als in het driepartijenoverleg. In die zin hoop ik bij u de angst weggenomen te hebben. Op woorden als respect en vertrouwen kan men mij zeker aanspreken. Dat is de basis voor samenwerking. Ik kan u meedelen dat de voorzitter van het bestuur zich kon vinden in die woorden en hij hoopt op de ingeslagen weg verder te kunnen gaan. De heer Polderman zegt terug te komen in de commissie v.w.b. De Schalm in Heerle op 4 november a.s. U weet dat De Schalm een beheertaak heeft. Als wij met De Schalm i.o.m. het bestuur gaan kiezen voor 283 een dorpshuis met sociaal culturele activiteiten, dan weet men wat de consequenties zijn. Dan is er een koepel, het SIW. Er zal een overeenkomst gesloten moeten worden, maar zoals wij ook voorzichtig het proces in gang hebben gezet ruim een jaar geleden met Stichting Buurtwerk Wouw en u heeft gezien waarin dat geresulteerd heeft, zo zijn wij ook onderweg met De Schalm in Heerle en dat doen wij zo zorgvuldig mogelijk. Ik ben ervan overtuigd dat wij daar in goede harmonie uit komen en ik ben blij met de complimenten over dit rapport. De VOORZITTER: Wenst iemand in tweede instantie het woord? De heer VERBRAAK: De uiteenzetting van de wethouder is duidelijk. Twee puntjes: 1. Ik hoorde mevrouw Gepkens eenheidsworst noemen: de CDA- fractie is er zonder meer van uitgegaan dat de identiteit van de diverse instellingen zorgvuldig bewaakt zal blijven. 2. Van de ene kant horen wij zeggen dat wij moeten sturen binnen de commissie en van de andere kant zegt u: de gemeente heeft een regierol. Ik denk dat die twee wat in tegenspraak zijn met elkaar. Wellicht kunnen wij nog eens bekijken wat een regierol inhoudt? Met u schrok ik ook een beetje van het betoog van de heer Bruijns. Ik denk inderdaad dat er de afgelopen jaren veel gebeurd is dat niet zo goed gestructureerd was. Maar gezien de gemeentelijke herindeling die als een rode draad door dit traject heeft gelopen, geef ik toe dat het lang geduurd heeft. Van de andere kant denk ik dat het ook de tijd nodig heeft gehad om het rapport te laten worden tot wat het nu is. De heer ALBERTS: Voorzitter, met betrekking tot de sturende rol van de raad en de commissie wil ik de wethouder wijzen op een wat betere formulering. Bij punt a: te maken afspraken staat duidelijk dat de gemeente jaarlijks vóórdat subsidie-aanvragen binnenkomen, vóóraf aangeeft wat zij wil. Dat was een van de kritiekpunten in het onderzoek: daarover bestond onduidelijkheid. Ik neem aan dat u het met me eens bent en vergat het zo scherp te formuleren. Anders graag een reactie. Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Verbraak: Het is zeker niet de bedoeling dat diverse stichtingen een eenheidsworst zouden worden. Het moet juist de diversiteit zijn, zoals nu ook duidelijk het geval is. U heeft gelijk, meneer Alberts, dat het niet alleen die rapportage etc. is, maar conform hetgeen hier in de afspraken staat in het rapport. Wij geven als gemeente conform hetgeen verstaan wordt onder de regierol aan wat wij willen van deze partner. De VOORZITTER: Mag ik concluderen dat u allen instemt met het voorstel? Zonder hoofdelijke stemming besluit de RAAD conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 6b. Convenant gemeenten m.b.t. schoolbegeleidingsdienst Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de RAAD conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 6c. Budget volwasseneneducatie en inburgering 2000 De heer POLDERMAN: Dat is nu typisch een punt waarvan je je afvraagt wat de meerwaarde is om deze interessante opdracht door te schuiven naar het GSV. Ik zie dat niet. Het lijkt mij nu typisch een opdracht waarmee je de gemeentelijke herindeling zou kunnen rechtvaardigen. Voor kleine gemeenten zal het niet meegevallen zijn om hierop goed beleid te ontwikkelen. Gemeenten zoals deze na de herindeling zijn ontstaan moeten, mijns inziens, in staat zijn om dit werk op zich te nemen. Het is ook op gemeentelijk niveau dat die inburgering en die volwasseneneducatie moet plaatsvinden. De SP vindt het "platgetrapte paden" bewandelen om naar een ons onbekende samenwerking te gaan en vindt het tenderen naar gemakzucht. Het is een gemeentelijke taak en daarvoor mogen we niet weglopen. Bovendien kan een beroep gedaan worden op de deskundigheid van de ROC. Het zijn dit soort taken die ertoe leiden dat wij binnen de kortste keren toch weer een echt streekgewest hebben en dat wij als lokaal bestuur onszelf buiten spel zetten. Uit principiële gronden is de SP daarom tegen uw voorstel. Ons tegenvoorstel is heel simpel: zelf doen.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 146