280 commissie ook duidelijk geworden dat bij de SIW een progressie zit in het maken van die afspraken en het onderhandelen met diverse partijen. De CDA-fractie is daar verheugd over. Een koepel waar wij naartoe moeten, een paraplu waar alle organisaties een plaats in kunnen vinden. Uiteraard wel gestand doen aan de fraaie titel van dit rapport, want dat blijft belangrijk. Voorzitter, wij zouden terug kunnen kijken naar de afgelopen jaren waar nog al eens binnen de commissie opmerkingen zijn gemaakt over het wel en wee. Ik wil daar op dit moment niet bij stilstaan, maar wil vooruit kijken. Het wordt hoog tijd om tot uitvoering te komen van de in het rapport genoemde plannen, zoals het in een brief van Don Bosco duidelijk verwoord werd: alles op basis van vertrouwen en respect. De CDA-fractie vindt dat twee uitgangspunten die m.n. in de onderhandeling van belang zijn. Dan kan het welzijnswerk goed van de grond komen en kan het ook in al zijn facetten ondersteund worden. Voorzitter, het was jammer dat er een brief van de stichting Don Bosco voor lag met een kritische noot over inspraak aangaande het rapport. De voorzitter van die commissie nam afstand van die brief op dat moment, maar zei wel toe dat vuiltje weg te zullen werken. Ik hoop dan ook van de wethouder te horen hoe het overleg met Don Bosco m.b.t. die kritische noot is verlopen. Wij hopen dat na dit vuiltje alle neuzen dezelfde kant op staan en dat wij de komende jaren daadwerkelijk aan de slag zullen kunnen met het verder vormgeven van het gestelde in het rapport. De heer WAMSTEKER: Voorzitter, de Roosendaalse Lijst is blij dat het rapport Autonomie in harmonie nu voor ons ligt. Uiteindelijk is het een kort en helder rapport geworden. Gedateerd mogen wij het niet noemen, want zeer recentelijk is met alle instellingen kontakt geweest en is gesproken over hoe de communicatie met de bedoelde koepel SIW in het vervolg zou moeten verlopen. Het is duidelijk dat er voor de gemeente een taak ligt om duidelijke wensen op tafel te leggen en daar ook aan te koppelen welke middelen de raad daarvoor over heeft. Gelukkig is de communicatie met de SIW de laatste jaren frequ enter geworden en worden wij regelmatig op de hoogte gehouden over het reilen en zeilen. Wat nu voor ons ligt is optie 5, nl. het SIW, een overkoepelende organisatie met alle instellingen daarbinnen, met wel enige autonomie zodat wijkhuizen kunnen blijven doen waar zij elk voor zich goed in zijn. Een betere communicatie en een grotere soeplesse in de omgang zou de problemen moeten oplossen in de toekomst. Hoe krijgen wij de zekerheid dat een betere communicatie er ook komt? Goede voornemens zijn er altijd geweest, maar wie zegt ons dat wij niet over enige tijd wederom een IME-rapport moeten laten maken over het SIW en de door haar overkoepelende instellingen? De heer ALBERTS: De titel van dit werkstuk geeft duidelijk een toekomstvisie aan dat wij meer met autonomie in harmonie willen gaan werken, dat in de afgelopen jaren nog wel eens ontbrak. Het geeft ook aan dat de positie en identiteit van de besturen van de verschillende buurt-, wijk- en dorpshuizen versterkt moet worden binnen de koepel van het SIW, want het was nogal ondoorzichtig als het ging over financiën. Er was een slechte communicatie. Besturen hebben ervaren dat zij geen zeggenschap hadden en in sommige gevallen een veredelde zaalverhuurder werden. Zij klaagden over de versnipperde inzet van het personeel vanuit de koepel naar de buurten waardoor er minimale en vluchtige relaties waren ontstaan met de buurt. De positie van de be heerders die klem zaten tussen de buurthuizen en de SIW. Van belang voor deze raad is dat de dialoog tussen de gemeente en de SIW op inhoud, v.w.b. het welzijnswerk, zeer onduidelijk was. Dit rapport is heel helder, krachtig en geeft in de opties duidelijk aan welke kant wij uit kunnen. Wij kiezen voor optie 5 en ook alle afspraken die er gemaakt zijn in het laatste hoofdstuk. Wij zijn blij dat het bestuurlijk overleg tussen alle partijen instemming heeft gegeven aan dit rapport. Er staan gelukkig nogal wat garanties in hoe wij als raad en dadelijk ook als commissie WOC de zaak in de gaten kunnen blijven houden. U zegt heel duidelijk een sturende rol als raad te blijven behouden. Om de positie van de gemeente helder te krijgen ook naar de SIW is een opdracht aan de gemeente om vóórdat subsidieverzoeken worden ingediend de gemeente duidelijk aangeeft welke visie op welzijnswerk zij heeft en welke voorzieningen er in stand gehouden moeten worden en welke zaken prioriteit genieten. Wij bepleiten hierin een sturende rol van deze raad en zeker van de commissie WOC. Niet achteraf maar vooraf aan alles wat wordt ingediend. U geeft garanties omtrent het communicatieplan hetgeen essentieel is. U stelt dat de gemeente inzage wil hebben in dat plan. Natuurlijk geldt dat ook voor de commissie. Ook bent u duidelijk als het gaat om verslagen die de gemeente wil hebben m.b.t. tot de middelentoedeling 281 tussen alle partijen en besturen. Wat dat betreft hebben wij vertrouwen in de oplossing die wordt geboden. Als laatste staat de garantie dat wij in 2002 de evaluatie krijgen opgemaakt door het SIW hoe de stand van zaken op dat moment zal zijn. Dit proces zullen wij kritisch volgen en ook beoordelen. Respect en vertrouwen in alle partijen is sterk toegenomen en dat is in het verleden wel eens anders geweest. Wat dat betreft zijn wij op de goede weg. De heer POLDERMAN: In de commissiebehandeling heb ik mijn complimenten al gegeven voor dit heldere rapport. Het IME-rapport hebben wij 3 jaar in de kast laten liggen. Nu wij als gemeente de zaken op een rijtje hebben gezet, hebben wij dat goed gedaan. Dat bewijst weer eens dat je niet te vlug naar een extern bureau moet gaan. Ook in ons eigen ambtelijk apparaat is wel degelijk kwaliteit aanwezig. Ik heb maar één kritiek puntje en dat is het dwangmatige karakter waarmee wij De Schalm in Heerle onder het SIW willen brengen. Mijn voorstel zou zijn laat dat aan die ontwikkelingen zelf over. Ik heb begrepen dat de Stichting Buurtwerk Wouw na aanvankelijke scepsis die zij hadden, de voordelen van die aansluiting zien. De SP vindt dat je dat proces van samenwerking dat door de opgelegde herindeling toch al opgedrongen is niet moet dwingen. Ik pleit voor meer respect voor de eigenheid van een dorpshuis als De Schalm. De SP zal bij de vaststelling van de subsidies daar op terugkomen. Mevrouw GEPKENS: Voorzitter, ik sluit me graag aan bij de andere sprekers. Eindelijk is er iets gebeurd met het IME-rapport. Volgende week is het precies drie jaar geleden dat het werd gepresenteerd en het is jammer dat het rapport drie jaar heeft gelegen vóórdat er een vervolg op komt. Ik kan mij voorstellen dat wij ons in het vervolg, als wij al overgaan tot inschakeling van externe bureaus, realiseren dat wij met de resultaten ook iets zullen moeten doen. Bij de commissie welzijn is ook nog een rapport m.b.t. het vrijwilligerswerk dat ook al twee jaar bestaat. De conclusie in het IME-rapport geeft aan dat er bij de drie partners zowel bij de buurt- en dorpsstichtingen als bij het SIW en de gemeente het nodige mankeert. Dat het vooral gaat om de communicatie blijkt wel uit de oplossing die gekozen is door simpelweg een ambtenaar direct in kontakt te laten gaan met alle partners in het hele traject. Als ieder zijn eigen werk doet en aan elkaar duidelijk maakt waarom je wat onderneemt, kom je al een stuk verder. Dan ga je een proces in waarbij je langzamerhand tot meer samenwerking komt. Dat is niet uniek voor welzijnsorganisaties, maar voor elke organisatie, ik sluit aan bij de woorden die al zijn gezegd dat het vanuit de sector zelf is gebeurd en heb er, zoals ik in de commissie al heb verwoord veel waardering voor. In het voorstel wordt gekozen voor optie 5. De ondersteuning van het proces hebben wij al in gang gezet. In de commissie heb ik aangegeven dat, wat mij betreft, dit niet betekent dat alle aangesloten instellingen tot een soort eenheidsworst zouden moeten worden, maar dat ze binnen de gegeven kaders hun eigen vorm en manier van werken kunnen kiezen. Daarmee doe je recht aan het feit dat een dorp anders in elkaar zit dan een stadswijk. Met meneer Verbraak vraag ik graag naar de resultaten van het gesprek met Don Bosco, hetgeen u in de commissie heeft toegezegd. Als wij kijken naar het proces dat wij ingaan hebben mijn fractie en ik er vertrouwen in dat het proces tot een goed eind wordt gebracht. Als er een basis wordt geschapen van vertrouwen dan moet dat lukken; dat kan niet misgaan. Wij zijn dan ook van mening dat wij kunnen instemmen met optie 5 en ondersteunen het rapport van harte. Mevrouw KNAPPERS: Eindelijk is het rapport er en wij zijn er blij mee. Wij hebben in het verleden vaak kritiek gehad naar het SIW, maar hieruit is duidelijk gebleken dat wij van tijd tot tijd de hand in eigen boezem moesten steken, daar wijzelf ook niet altijd even duidelijk zijn geweest. Ik hoop dat er in de toekomst goede afspraken gemaakt zullen worden en dat wij op deze manier verder kunnen gaan. Hieruit is bovendien gebleken dat onze eigen mensen best wat in hun mars hebben, complimenten hiervoor. De heer BRUIJNS: Enkele jaren geleden hebben wij met elkaar afgesproken dat er een evaluatie moet komen van het SIW. Er is een IME-rapport gekomen en wij praten dan over eind 1996. Wij vonden dat toen allemaal erg belangrijk en uit het rapport van het IME blijkt dat sprake is van gebrek aan dialoog op verschillende terreinen. Wat gebeurt er dan? Vrijwel niets. Wij zijn nu drie jaar verder en nu komt er een presentatie dat eigenlijk het verslag is van de sector. Er zijn gesprekken geweest met het SIW en de buurthuizen en de conclusie die getrokken kon worden is vergelijkbaar met de conclusie die het IME getrokken heeft. De WD heeft de indruk dat een en ander

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 145