276 management onder curatele heb willen stellen dan wel dat ik voornemens ben om in de toekomst me met de bedrijfsvoering te bemoeien. Wat mij betreft is het niet meer dan vanuit de rol en verantwoordelijkheid als aandeelhouder. Geïnteresseerd in de ontwikkelingen en waar nodig, ook vanuit sportbelang, zullen wij ons verstaan met het management. Ten aanzien van de heer Polderman: het is geen verenigingsbad, het is een bad voor heel Roosendaal, waar u via uw benaderingswijze wat kanttekeningen bij plaatst. U benadert het vanuit de tarievensituatie. Dat is een constatering waar ik momenteel niet veel mee kan. Niet anders dan ik zie dat er een stijging heeft plaatsgevonden van de tarieven en niet alleen omwille van het feit dat wij daardoor een mooier bad kunnen aanbieden. Hoe dat verder uit gaat pakken kan ik op dit moment nog niet voorzien, maar u weet dat wij vanuit de andere poot, vanuit bijzondere bijstand, nog een aantal beleidsvoornemens in voorbereiding hebben. Het zou best een onderdeel kunnen zijn. De heer Verschuren zegt terecht dat het hele traject een goed verloop heeft gehad en hij betreurt het dat het aan het eind iets minder soepel verloopt. U legt de relatie met de harmonisatienota zoals wij die hebben gepresenteerd, wat een mogelijkheid zou zijn om iets te doen aan die tarieven. De harmonisatienota is in het kader van harmonisering van de subsidies toch een ander verhaal. Het zou een instrument kunnen zijn. Daar is niet voor gekozen omdat naar onze mening wat nu op tafel ligt, redelijk is. Over uw amendement wil ik dadelijk intern overleg plegen met het college en het lijkt zinnig, voorzitter om dadelijk een schorsing in te lassen. Wat de oude zwembaden betreft: het is een part of the deal die wij indertijd gesloten hebben. Oude zwembaden dragen wij over aan het grondbedrijf, waardoor het nieuwe zwembad niet belast is met de nasleep van de achterblijvende lasten. De afspraak daarbij is gemaakt dat het via het Ontwikkelingsbedrijf weer terugverdiend zou moeten worden. Ik kan niet verder kijken dan het jaar 2000 en had er alle belang bij te zorgen dat naar de opening toe met partners goede afspraken gemaakt zouden worden. Ik heb er vertrouwen in dat wij gaandeweg het komende jaar de juiste toon gevonden zullen hebben om: a. met elkaar goede afspraken te maken; b. te zien hoe gezamenlijk, onder een dak, die verschillende belanghebbenden op genoeglijke wijze gebruik kunnen maken van het zwembad. Ik heb aan alle andere zaken weinig toe te voegen. Tot slot ten aanzien van de heer Verbogt: u wijst op professioneel ondernemerschap. Daar zullen wij met alle mitsen en maren die er zijn de komende jaren nog fors aan moeten werken. Ik heb aangegeven dat de omslag moet worden gemaakt van publiek naar privaat; het is toch een andere manier van werken en ik hoop dat na alle bouwperikelen straks alle energie kan worden gericht op het ondernemerschap van de nieuwe Stok BV. De VOORZITTER schorst de vergadering om 21.00 uur, heropent om 21.05 uur en geeft het woord aan mevrouw Gepkens. Mevrouw GEPKENS: Ik stel voor dat de wethouder commentaar geeft op het amendement. De heer DE JAEGER, wethouder: Het college is van mening niet in te moeten stemmen met het amendement. Wij hebben een scherp kader neergezet en wij kunnen geen grenzen blijven verleggen. Het moet mogelijk zijn binnen die kaders een verantwoord zwemklimaat in Roosendaaal te handhaven. De heer VERBOGT: De reactie van de wethouder geeft geen aanleiding om nog iets toe te voegen, aan hetgeen ik namens de CDA- fractie heb gezegd: akkoord met het voorstel. Voor wat het amendement betreft kan ik goedkeuring geven aan het antwoord van de wethouder. Dit amendement is voor mij een volstrekte verrassing. Ik ben het eens met de reactie van de wethouder dat wij onszelf hebben vastgelegd binnen de financiële kaders die zijn gesteld in dit voorstel. Wij zijn niet van zins om als raad een discussie op te starten over de tarieven en heb ook geen behoefte aan het amendement. De heer VAN ANTWERPEN: Op wat ik in eerste termijn heb gezegd is de wethouder niet ingegaan; de angst die de PvdA-fractie heeft dat het links- of rechtsom gaat. Als De Stok niet uitkomt met zijn exploitatie zullen wij daar als gemeenschap toch voor op moeten draaien. Het enige dat een aandeelhouder kan doen bij een BV is het goed- dan wel afkeuren van de jaarrekening en de begroting. Het POR/GL-amendement kwam ons in eerste instantie sympathiek over. Bij nadere bestudering moeten 277 wij daar toch negatief over zijn. Wij vinden dat duidelijk de zorg wordt weergegeven die ik in eerste termijn heb verwoord. Men gaat voor De Stok Exploitatie BV wat riantere ruimte scheppen omdat er weer extra geld in gepompt wordt. Je gaat extra subsidiëren via verenigingen en daarmee laat je een belangrijke groep buiten beschouwing. Dan ga je een tweedeling aanbrengen, reden waarom wij het toch geen goed amendement vinden. Wij vinden het geen gelukkige vorm en hebben weinig vertrouwen in de bedrijfsvoering van De Stok BV en zijn van mening dat door een tegenstem tot uitdrukking te brengen. De heer BUIJS: Wij zijn blij met het antwoord van de wethouder inzake de communicatie: vanaf maandag 8 november a.s. kan iedereen duidelijkheid over de tarieven krijgen. Wij zijn ook blij dat de tweede ronde van besprekingen geen grote financiële offers met zich mee heeft gebracht. Duidelijk is geworden wat de interventies van de wethouder hebben bedoeld. Wij hebben onze zorg uitgesproken dat hij in coachende zin niet bezig zou kunnen blijven. Hij heeft precies aangegeven wat zijn rol daarin is en daar hebben wij vertrouwen in. Onze zorg over de daadkracht blijft nog wel bestaan, maar de toekomst zal het leren. Voor wat het amendement van POR/GL betreft staan wij achter het college. De financiële kaders zijn duidelijk en daaraan moeten wij vasthouden. De heer HERTOGH: In de eerste termijn hebben wij duidelijk gesproken namens de fractie van de Vrije Lijst dat wij akkoord gingen met de voorgestelde subsidie van f.2.8 miljoen en geen dubbeltje meer willen spenderen. Vandaar dat wij niet akkoord kunnen gaan met het amendement POR/GL. Wij vinden het overigens wel een sympathiek voorstel, maar als je het voor de een doet moet je het ook voor de ander doen. Vandaar dat wij het amendement niet kunnen steunen. Wij weten dat de groepen die dagelijks gebruik maken van het zwembad in financiële problemen komen. Ik hoop dat de komende onderhandelingen goed nieuws zullen brengen. De heer TEUSINK: De wethouder heeft een aantal opmerkingen gemaakt als reactie op ons verhaal, die ons op die onderdelen wel tevreden stelt. Wij wijzen op de financiële kaders die afgesproken zijn in het verleden, waarbinnen De Stok hoort te blijven. Bovendien willen wij wijzen op het feit dat De Stok niet één klant heeft, maar een grote variëteit aan klanten. Er is ruis en rumoer geweest de laatste weken en dat heeft het beeld enigszins vertekend en dat is jammer. U gaat verder praten met De Stok a.s. vrijdag en niet weer met de zwemverenigingen. Dan moet het eigenlijk ook wel over zijn. Daarna bent u de aandeelhouder, die vanuit die stoel het beleid stuurt waar u dat kunt. U ging niet in op onze vrees over de financiële close finish die er geweest is. Wie zwijgt stemt toe. Aan het amendement van POR/GL hebben wij geen behoefte, omdat er zoveel meer gebruikers zijn. Dat is niet de weg die wij in willen gaan. Als aandeelhouder hebt u wel degelijk invloed in de toekomst en u zei ook met De Stok af te zullen rekenen op bedrijfsresultaten. Daar liggen de beïnvloedingsmogelijkheden en dat is een goede zaak. De heer POLDERMAN: De SP beschouwt een openbaar en financieel laagdrempelige zwemvoorziening als een basisvoorziening, die elke zichzelf respecterende gemeente zou behoren te hebben. Ik moet helaas vaststellen dat door de privatisering Roosendaal deze basisvoorziening niet meer zal hebben. Wij krijgen weliswaar een mooi pretbad, maar de financiële toegankelijkheid ervan is voor de SP absoluut onvoldoende. Er zijn geen waarborgen voor de toekomst dat wij als raad nog iets te vertellen krijgen over de tarieven en de huurprijzen en nogmaals voor ons is dat geen detail maar een essentiële kwestie. Voorzitter, is het een vooruitgang dat kinderen volgend jaar bij moeders moeten zeuren om f.6,50 om na school even te kunnen zwemmen? Ik vind dat geen vooruitgang! Bovendien zal dit ertoe leiden dat in de mooie weekenden de files richting strand nog langer zullen worden, want de verleiding om dan naar Zee land te gaan zal dan fors toenemen. Een keer naar zo'n pretbad is leuk, maar iedere keer per gezin zo'n f.30,- te moeten ophoesten om alleen al binnen te mogen, dan wordt het strand toch aanlokkelijk en een goedkoper alternatief. Dus ook uit oogpunt van het terugdringen van de automobiliteit is dit zwembad een verkeerde ontwikkeling. Wij hebben in Roosendaal eerst het schoolzwemmen afgeschaft en nu wordt het recreatieve zwemmen voor de jeugd en ouderen tot een luxe gemaakt. Voorzitter, ik dacht dat mijn buurman een cynisch grapje maakte toen hij het had over de bijzondere bijstand. Tot mijn verbijstering pakt u dat serieus op en het kan toch niet zo zijn dat een eindje zwemmen voor bepaalde bevolkingsdelen van Roosendaal alleen afhangt of de bijzondere bijstand er op inspringt? Dan gaan wij toe naar een tweedeling in zo'n stad.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 143