257 ten wij graag even het antwoord van de wethouder af, rnaar het zal uit mijn betoog duidelijk zijn welke kant ons advies opgaat. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan de heer Adriaansen. De heer ADRIAANSEN: Mijnheer de voorzitter, het aanbestedingsbeleid voor de periode 1999-2003, zoals dat vanavond wordt voorgesteld geeft de spelregels aan hoe met aanbesteding moet worden omgegaan. En wij kunnen de hoofddoelstellingen van harte onderschrijven. Mevrouw Buisman noem de ze zojuist al: maximale toegankelijkheid, maximale concurrentie, het verkrijgen van een goede prijs-kwaliteitverhouding en integriteit. Je zou je bijna afvragen, wie wil dat eigenlijk niet? De doelstel lingen worden in de ogen van de Roosendaalse Lijst het best verwezenlijkt met een systeem van openbare aanbesteding, omdat de markt daarmee volledig open is, maar dat er tot een gunstige prijs- stelling kan worden gekomen. Echter - en mijnheer Verbraak gaf dat zojuist ook al aan - gezien de kosten die met het openbaar aanbesteden zijn gemoeid, is het bij sommige projecten met name rondom een bepaalde aanbestedingssom niet wenselijk. Wanneer voor welk aanbestedingsplan te kiezen, is mede afhankelijk van de prijsstelling en dat is eenduidig vastgelegd in het beleid in de vorm van een tabel. Het beleid zoals dat hier is geformuleerd moet ook worden nageleefd. Bij grote projec ten die Roosendaal de laatste jaren kende zoals: Libel, Molenstraat, Brugstraat, Laan van Brabant, Van Beethovenlaan en de fietspaden President Kennedylaan is in het verleden wellicht wat te gemak kelijk van openbare aanbesteding afgeweken. Al deze projecten hadden volgens de gemeentelijke richtlijnen openbaar aanbesteed moeten worden. En niet altijd is een goede motivatie van de afwijking gegeven. Roosendaal houdt er naar onze mening wat te gemakkelijk een aantal hofleveranciers op na. En zoals u weet: hofleveranciers die zijn in het algemeen best duur. Naar de mening van de Roosendaalse Lijst dient strikt aan het eigen beleid te worden vastgehouden. Dit betekent dat alleen met zware argumenten valt af te wijken van het beleid en de voorgeschreven aanbestedingsvorm. En daarover dient goed gecommuniceerd te worden naar de politiek. Aan het opnemen van een mini mumeis van het aantal openbare aanbestedingen heeft de Roosendaalse Lijst geen behoefte. Kortom, in beginsel openbaar aanbesteden waar het moet. In het commissieadvies is dit ook opgenomen - zeg maar dat minimumaantal te schrappen - en we nemen aan dat uw college dit advies heeft overgeno men. Voorzitter, de Roosendaalse Lijst vindt dat de politiek meer dan eens per vier jaar moet worden geïnformeerd over de stand van zaken. En aan het voorstel om eens per half jaar de stand van zaken ter inzage te leggen hechten wij grote waarde. Voorzitter, in het aanbestedingsbeleid worden voor Roosendaal twee nieuwe vormen beschreven: D. C. en Turn-key". De Roosendaalse Lijst staat voor beide vormen open. We zijn met name benieuwd of hiermee voor de gemeente kostenbesparingen zijn te halen. Voorzitter, u zult begrijpen dat wij in zullen stemmen met uw beleid zoals dat voor de periode tot 2003 is opgesteld. Wat belangrijker is, is dat het college zich aan de eigen geformuleerde spelregels ook daadwerkelijk houdt. En de Roosendaalse Lijst zal het kritisch volgen. Dank u wel. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Jonkers. De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, alle sprekers hebben aangegeven dat wij een constructieve commissievergadering gehad hebben, waar we het aanbestedingsbeleid 1994-1998 hebben geëvalueerd en het nieuw aanbestedingsbeleid wat uitgebreid is met ook wat nieuwe vormen van aanbesteding, hebben besproken. Mevrouw Buisman, heeft daar al te kennen gegeven dat ze wat op- en aanmerkingen had. Wij dachten dat te kunnen verduidelijken en weg te nemen, maar dat is helaas niet gelukt. En zij geeft hierop te kennen dat ze daarom komt met een amendement. Dat amendement, voorzitter, is iets anders dan ik aangereikt had gekregen. Dus vandaar dat ik toch nog dadelijk enkele minuten schorsing vraag om het even in het college te bespreken, want het amende ment dat ik van de week heb gekregen is door het college vanmorgen wel besproken, maar dit amen dement is iets anders. En ik wil geen fouten proberen te maken, vandaar dat ik even schorsing vraag. Ik wil nog even ingaan op wat de heren Verbraak en Adriaansen nog gesteld hebben. Het aanbeste dingsbeleid 1994-1998 heb ik ervaren in die drie jaar dat ik dat hier met u mocht verdedigen, dat het weinig kritiek had bij aanbestedingen. Dat kwam ook omdat wij het voorbereidingskrediet al aanvroe gen en waarbij wij het aanbestedingsbeleid al aangaven en ook de afwijkingen. Dus ik bestrijd een beetje dat wij daar niet genoeg over geïnformeerd hadden. Wel moet ik zeggen, dat wij bij het laatste aanbestedingsbeleid van de President Kennedylaan vergeten zijn om het op te nemen in het definitie ve te voteren krediet. Maar bij het voorbereidingskrediet was wel aangegeven, waarom wij afweken van de normale procedure. Als ik zo in eerste instantie het amendement van mevrouw Buisman mag vertalen - maar ik wil dadelijk toch even schorsing - dan geeft ze hierin aan, dat ze het eigenlijk met het hele beleid best eens is. Alleen wil zij openbaar aanbesteden en waar wij de regels geven om af te 258 kunnen wijken, geeft zij aan om dat niet te doen. Maar wanneer men dan van het openbaar aanbeste den afwijkt om dat dan geargumenteerd te doen naar de commissie en de raad. Ik ben blij dat de voorgaande sprekers van zowel het CDA, als de Roosendaalse Lijst hebben aangegeven, dat wij dat goed overwogen hebben om dat zo te doen. Maar dat het aanbestedingsbeleid dan is gericht op 60 tot 70 aanbestedingen per jaar, dus gemiddeld wel 2 per week en dat we dat altijd openbaar doen of daartoe aan moeten geven waarom wij het niet openbaar doen maar onderhands. En ik wil u nog eens verzoeken om goed notie te nemen dat onderhands niet wil zeggen van: even een spelletje naar me kaar toe en knipogen en het is gebeurd. Maar onderhands aanbesteden is eigenlijk ook een aanbe steding, waarin wij zeven aannemers uit verschillende hoeken verzoeken om mee te doen en men van elkaar niet weet welke keuze gemaakt is. Dus onderhands aanbesteden wordt hiermee bedoeld en dat is best wel een beetje openbaar, zij het met spelregels. Als we praten over de kosten van openbaar aanbesteden, dan moet men wel bedenken dat wij met ons aanbestedingsbeleid nog dikwijls mede gefinancierd worden door de provincie en dat is altijd onderhevig aan een tijdslimiet. Dat mag niet het motief zijn om te zeggen: daardoor besteden wij niet openbaar aan, maar het kan wel eens zijn, dat wij na enkele maanden daarover een besluit moeten nemen en het krediet daarvoor voteren omdat wij bij de begroting dat met elkaar hebben afgesproken. Kortom, voorzitter, het openbaar aanbesteden voor alles, dat zou ik willen ontraden. Na nog eens het amendement bestudeerd te hebben, omdat het heel veel tijd, heel veel geld vraagt en een tijdsbestek van drie, vier maanden voor een openbare aanbe steding is op het ogenblik bijna niet mogelijk. Dus vandaar dat we dat - om dat voor alles te doen - echt willen ontraden. En wij zullen in ieder geval daar waar het beleid aangeeft dat wij aan regels ge bonden zijn en als wij afwijken van regels om dat in ieder geval uitvoerig aan te geven waarom dat gebeurt. En dan krijgt u zeker nog twee keer de gelegenheid om daar uw gedachten over te laten gaan. Wat wij ook overgenomen hebben is de stand van zaken bij het aanbestedingsbeleid. In de stukken voor de commissievergadering van aanstaande woensdag kunt u zien dat wij de stand van zaken daar al kenbaar maken - zij het in een beetje beslotenheid uiteraard. Voorzitter, ik ben blij dat u daar dan niet bentdat wij in beslotenheid daar de stand van zaken aan zullen geven van wat wij de afgelopen jaren gedaan hebben en dat wil ik u vooraf zeggen, dat u natuurlijk tot geheimhouding ver plicht bent, omdat dat wij dat met elkaar hebben afgesproken. En ik vraag de voorzitter om nu even te schorsen. De VOORZITTER: Ik schors de vergadering voor enkele minuten. - De vergadering wordt geschorst van 21.03 uur tot 21.06 uur. - De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Het woord is nog aan wethouder Jonkers. De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, we hebben in het college toch nog even over het amendement van POR/GroenLinks beraadslaagd en wij hebben gekeken naar de punten die in de overweging staan en die eigenlijk ook staan in onze aanbiedingsnota - die daarin verwerkt zijn - maar daar zijn toch twee punten bij en dat gaat vooral over altijd openbaar aanbesteding en bij eventuele afwijking dat kenbaar te maken. Dat is gezien de opmerkingen en de besprekingen die wij al gevoerd hebben in de commissie en waar de commissie ook het advies heeft uitgebracht om hiermee in te stemmen, en om daar dan nog een toevoeging te plegen, dat openbaar aanbesteden het getal van drie nooit meer te boven mag gaan, maar ook zeker niet als richtinggevend, willen wij u toch in over weging geven om het amendement niet over te nemen. De VOORZITTER: Wie van u wenst in tweede instantie het woord? Achtereenvolgens wensen me vrouw Stroop, de heren Uitdewillegen en Teusink en mevrouw Buisman en de heren Verbraak en Adriaansen het woord. Het woord is aan mevrouw Stroop. Mevrouw STROOP: Mijnheer de voorzitter, ik had in eerste instantie het woord niet gevraagd omdat de PvdA-fractie in de commissie heel erg duidelijk was. We hebben een hele avond gediscussieerd over dit onderwerp en ik ging er vanuit dat is eigenlijk allemaal goed gevallen, dus prima. Er is een hele lange discussie geweest - dat kan ik me nog wel herinneren - over dat minimum drie. En ik be grijp niet zo goed of dat nou wel of niet geschrapt is, dat minimum drie? - De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, daar heeft u gelijk in. Ik heb het hier voor me liggen. De commissie gaat akkoord - behalve de fractie van POR/GroenLinks - en stemt in met het voorstel. De SP-fractie was niet vertegenwoordigd tijdens de vergadering maar die heeft schriftelijk gereageerd. De commissie merkt op dat het absolute aantal van minimaal drie openbare aanbeste-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 133