20 De heer DE JAEGER, wethouder: Mijnheer de voorzitter, nou daarvoor vraag ik uw instemming en als u er anders over denkt, dan mag u dat uitspreken. Dank u wel. De VOORZITTER: We sluiten daarmee de discussie. Mag ik constateren dat u instemt met het voor stel, zij het dat de POR/GroenLinks-fractie en de Partij van de Arbeid-fractie geacht willen worden tegengestemd te hebben op dit punt en de heer Pirée wenst een stemverklaring? De heer PIRÉE: Mijnheer de voorzitter, de WD-fractie stemt alleen tegen die zinsnede van deze in vesteringen waar u de gelden voteert voor de twee maanden leiding geven in de horeca - uit mijn hoofd - en voor de wervingskosten voor die leidinggevenden in de horeca. Dat is iets van 15.000,- en 7.500,-. Tegen die twee posten stemmen wij expliciet omdat wij vinden dat er daar geen eigen exploitatie van de horeca moet zijn, maar dat je dat moet verpachten. De VOORZITTER: Dan tekenen we dat ook aan bij de verslaglegging. Dan constateer dat de raad instemt met het voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 16e wijziging van het dienstjaar 1999). - De PvdA-fractie en POR/GroenLinks-fractie wensen de aantekening dat zij geacht willen worden tegen dit voorstel te hebben gestemd en de WD-fractie wenst de aantekening tegen het punt van de investeringen leiding geven en wervingskosten in de horeca te zijn. - 5.a Voorstel nr. 5: Grensoverschrijdend samenwerkingsproject voor de restauratie en verfilming van archieven van bovenlokaal belang. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 19e wijziging van het dienstjaar 1999). 5.b Voorstel nr. 6: Vaststelling "verordeningen speelautomaten en speelautomaathallen". Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie de beslui ten FEFPA/ 6a en FEFPA/ 6b). 5.c Voorstel nr. 7: "Onbillijkheden" verordening voorzieningen en huisvesting onderwijs. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 5.d Voorstel nr. 8: Omzetting algemeen bijzondere Montessori basisschool in openbare Montessori basisschool. De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Het woord is aan de heer Van Antwerpen. De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, in de commissievergadering heeft de wethouder toegezegd dat zij er in de raadsvergadering van januari op zou terugkomen en dan hebben we het over het al dan niet verhuren van de gymzaal. Volgens mij is het januari en volgens mij is het raads vergadering, dus. De VOORZITTER: Dus komt de wethouder daar nu op terug. Het woord is aan wethouder Chama- laun. Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, daar kom ik inderdaad op terug. Want u heeft toen - met meerdere commissieleden - gevraagd of er ook een mogelijkheid bestond om nu wij dit vroegere therapielokaal - nog in de tijd dat het een school voor speciaal onderwijs was - een ge meentelijk gymlokaal gaan noemen en of het ook verhuurd zou kunnen worden. Bijvoorbeeld in de avonduren voor derden. Ik ben dat nagegaan en wij praten hier over een toch totaal ander type gym lokaal dan dat je zou kunnen gebruiken om daar inderdaad gym in te gaan geven. Het is en blijft een echt oorspronkelijk therapielokaal, wat thans in gebruik is als speellokaal en waarin wel wat gymoefe- ningen gedaan worden voor de onderbouw van de Montessorischool. Waar zit het grote verschil in, in met name de oppervlakte! Men heeft mij verteld, wil je aan de normen voldoen van echte gymlokalen, dat je dan moet praten over zo'n ruim 250 m2 en hier hebben we een oppervlakte van exact 146 m2. 21 Dus in die zin voldoet het niet. Maar we noemen het zo om op deze manier - nu we dus als een ge meentelijk gymlokaal voorstellen - het vanaf heden zo te gaan noemen, om het daarmee uit de eigen lijke overschrijdingrisico's voor de bestuurscommissie openbaar onderwijs te halen. Maar ik vind ook de zinsnede die er in dit raadsvoorstel staat belangrijk. Zodra er een verzoek zou mogen komen van het bestuur voor eventuele uitbreiding, dan moeten we toch eens kijken of we dat niet intern door een verbouwing kunnen oplossen, in verband met de overdimensionering waar we nu mee te maken heb ben. De VOORZITTER: Wenst iemand in tweede instantie het woord? Het woord is aan de heer Polder man. De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, ik had een korte vraag over het tijdpad. U zegt dat u in juni/juli het antwoord van de minister verwacht. Mijn vraag is eigenlijk, is dat gebaseerd op overleg daarover, of is dat gebaseerd op goede hoop in verband met het op tijd klaarkomen van de hele pro cedure? De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Chamalaun. Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dat is na overleg al vorig jaar - toen het eerste verzoek er lag - van de zijde van het ministerie te verstaan gegeven dat je moet denken aan een periode van ongeveer vier maanden. Als dit voorstel vanavond door de raad bekrachtigd wordt dan ligt de brief kant en klaar, zodat die in ieder geval begin volgende week verzonden kan worden zodat we keurig de vinger aan de pols kunnen houden wat betreft het tijdpad. - De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, dus u kunt garanderen dat we inderdaad 1 augustus die omzettingen rond hebben? - Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, wat ons betreft wel, mijnheer Polderman. De VOORZITTER: Ik begrijp dat de raad instemt met het voorstel, zodat het ook verstuurd kan wor den. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 12e wijziging van het dienstjaar 1999). 5.e Voorstel nr. 9: Projectprogramma nieuwbouw wijkcentrum Kortendijk. De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen de heren Swinkels en Wamsteker, de dames Cormaux, Knappers en Gepkens en de heer Verbraak het woord. Het woord is aan de heer Swinkels. De heer SWINKELS: Mijnheer de voorzitter, dit projectprogramma brengt ons weer een stapje dichter bij de realisering van een nieuw wijkcentrum Kortendijk. De daadwerkelijke realisering staat momen teel gepland op juni/juli 2001Zoals in de commissie WOC al is aangegeven zouden wij uw college toch willen vragen te onderzoeken of het mogelijk is de projectplanning in te korten. Dit mede gezien het feit - dat u zelf al aangeeft - dat het kunnen indienen van bezwaren van omwonenden als risico gezien kan worden, welke de projectplanning verder zou kunnen vertragen. De locatie is op zich goed, in het hart van de wijk, maar wij willen hierbij wel het volgende opmerken. Doordat er in de planopzet "Sterrebos" niet gekozen is voor een winkelcentrum is de druk op het huidige winkelcentrum Korten dijk fors toegenomen, hetgeen zich uit in parkeerproblemen en de uitbreidingsbehoefte van sommige ondernemers in het winkelcentrum. Als straks Laagveld in ontwikkeling komt, zal de druk op het win kelcentrum alleen nog maar groter worden. Dit baart de fractie van de Vrije Lijst toch enorme zorgen. Gezien de vrij lange planperiode, is het ook van belang om regelmatig de stand van zaken terug te koppelen naar belanghebbende en burgers in de wijk. Dank u wel. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Wamsteker. De heer WAMSTEKER: Mijnheer de voorzitter, de Roosendaalse Lijst heeft zich al jaren sterk ge maakt voor een snelle ontwikkeling van wijkcentrum Kortendijk, nadat het vorige wijkcentrum door brand is vernietigd. We zijn erg blij dat nu dan het projectprogramma klaar ligt voor de nieuwbouw en

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 12