234 van de notitie van Concern Control van 25 mei 1999; het college reageert in zijn notitie op de opmerkingen in de diverse accountantsrapporten, dat door de rekeningcommissie bij het onderzoek van de jaarrekeningen 1998 gestelde vragen, door de voorzitter, de wethouder van financiën, de ambtelijke adviseurs en VB Deloitte Touche - de huis accountant van de gemeente - naar tevredenheid beantwoord zijn, zoals ook blijkt uit het opgestelde verslag van de vergadering; de rekeningcommissie spreekt haar waardering uit, voor de door het college en het ambtelijk apparaat geleverde inspanning; de rekeningcommissie heeft met lof en waardering kennis genomen, van de voortzetting van de ver nieuwing inzake het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede van de benaderingswijze door Concern Control; de rekeningcommissie constateert, dat de jaarrekening op tijd - namelijk vóór 15 september 1999 - kan worden vastgesteld; de tijdige vaststelling zo mogelijk ruim vóór 15 september, wat zeer van belang is, ook voor het voortschrijdend inzicht dat daarmee aan de raad wordt geboden". Voorzitter, hiermee kan de financiële handel en wandel van de gemeente in 1998 als afgerond worden beschouwd. Dat is te danken aan iedereen op alle niveaus van de gemeentelijke activiteit. Per slot van rekening - dat is een gepaste uitdrukking in dit verband - is het werk van de gemeente een copro ductie. Voorzitter, u maakt in uw raadsvoorstel nog twee nieuwe opmerkingen. 1Een gebeurtenis na de balansdatum, namelijk betreffende de prognose van de reserves van het grondbedrijf die was ge baseerd op 7,5%, terwijl in de Perspectiefnota 2000 dit is vastgesteld op 2%. Die prognose moet dus bij de begroting 2000 wel worden bijgesteld. Maar is de meerjarennota eigenlijk niets anders dan een bijsteilen van prognoses? 2. Betreft de suggestie van POR/GroenLinks voor de vorming van een intern uitzendbureau. Daarvan zegt u eigenlijk, reeds in de praktijk te handelen volgens de geest van deze suggestie. Voorzitter, daarmee kan de rekeningcommissie de raad adviseren in te stemmen met de punten waarmee dit raadsvoorstel besluit. Dank u wel. De VOORZITTER: Wenst iemand hierover het woord? Neen? U kunt allen instemmen met beide? Dat is aldus besloten. Zonder hoofdelijke stemming worden dit jaarverslag aangenomen en de jaarrekeningen 1998 vastge steld. 6.b Voorstel 112: Aankoop eigendommen nabii bedrijventerrein Majoppeveld. De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen de heren Hertogh en Gommers en mevrouw Henken het woord. Het woord is aan de heer Hertogh. De heer HERTOGH: Mijnheer de voorzitter, ais we de totale kosten van deze transactie afzetten tegen het aantal vierkante meters, dan is het bedrag gezien de huidige marktsituatie, mede een basis om tot een financiële gezonde ontwikkeling van het plangebied Majoppeveld te komen. Voorzitter, zeker uit het oogpunt van ruimtelijke ordening - ons deskundig uitgelegd in de commissie - en om een gedeelte van de te verwerven gronden als compensatiegrond te houden, vindt de Vrije Lijst dit voorstel accep tabel. Dank u wel. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Gommers. De heer GOMMERS: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. De WD vindt het uit strategische overweging een goed voorstel om deze eigendommen aan te kopen, maar wij willen net zoals in de commissie hier nogmaals benadrukken, dat met alle plannen op het gebied van bedrijventerreinenontwikkelingen de markt vooral goed in de gaten en gevolgd moet worden. Ook zoals ik in de commissie al heb aan gegeven: bomen blijven niet tot in de hemel groeien deze ontwikkelingen kunnen ook heel snel omke ren, waarbij dus voorkomen moet worden onnodig risico's te nemen. De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Henken. Mevrouw HENKEN: Mijnheer de voorzitter, de CDA-fractie heeft in de commissie een positief advies gegeven over deze aankopen, met name ook omdat wij in eerdere ontwikkelingsgebieden in Roosen daal toch wel het lid op de neus hebben gekregen. De argumentatie van met name de ambtelijke in- 235 formatie in de vergadering was voor ons zeker een reden om dit voorstel te fiatteren. Er was duidelijk sprake van een goed doordacht ontwikkelingsproces, waarbij ingespeeld is geworden in ontwikkelin gen in de tijd en daarmee is het mogelijk om tot een optimale ontwikkeling van dat gebied te komen. Nu in de praktijk blijkt dat met name de Wet voorkeursrecht gemeenten niet blijkt te werken, niet alleen hier maar alom in den lande. Dat is ook gebleken uit het nieuws van afgelopen week. Nu is gebleken dat dat niet het instrument is zullen wij als gemeente zelf op een gegeven moment het risico moeten nemen, door zelf aan te kopen. We hebben jaren geleden wel leergeld betaald, dat we dat heel zorg vuldig moeten doen. We hebben in Tolberg een aantal jaren gezeten met gronden die jarenlang wel kosten met zich meebrachten maar geen opbrengsten. Maar ik geloof dat in die tijd sprake was van een hele andere orde van grootte. Zoals het hier, dit plan betreft, zeggen wij als CDA dat het een goe de zaak is, u gaat hiermee goed met de tijd mee en neemt een bescheiden risico. Dank u wel. De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Kerkhof. Mevrouw KERKHOF-MOS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. In feite hoor ik van de drie raadsleden, de heren Hertogh en Gommers en mevrouw Henken, een ondersteuning van de strategi sche verwerving die hier aan de orde is. Alhoewel, gezien de ligging van de percelen die worden aan gekocht in relatie tot het bestemmingsplan Majoppeveld, daar toch wel enige aarzeling op zijn plaats zou zijn geweest. We hebben u kennelijk in de commissie duidelijk kunnen maken, hoe van groot be lang het is, dat de gemeente een grondpositie verwerft in dat oostelijk deel van Majoppeveld-Zuid. Niet in het minst om de reden die mevrouw Henken ook noemt in haar bijdrage, aangezien er voor aankopen door andere partijen dan de gemeente inmiddels hebben plaatsgehad. Het is heel belang rijk - en als inderdaad niet alle gronden straks op korte termijn rendabel te maken zijn in de exploitatie Majoppeveld - dan kunnen die uitstekend als compensatiegrond worden ingezet zoals door enkelen van u vanavond wordt genoemd. Mijnheer Hertogh, inderdaad de verwerving is een vrij gunstige, die redelijke bedrijfsgrondprijzen mag rechtvaardigen. Mijnheer Gommers wijst denk ik terecht op het feit dat je je als overheid ook geen ongebreidelde aankopen kunt veroorloven. Het is heel belangrijk dat je goed aftast of voor die aankopen straks na bewerking van die grond, de markt ook geïnteresseerd zal zijn en hij wijst nog eens op het feit dat bij bedrijfsterreinaankopen - laat ik het zo maar zeggen, want je koopt agrarische grond aan die je bewerkt en straks tot bedrijfsterrein maakt - dat daar ook zeker risico's aanzitten. U heeft in de stukken kunnen lezen dat wij bij deze verwerving vinden, dat het risi coprofiel van deze aankoop laag is. Dat heeft u door uw positief advies ook in de commissie in feite nog eens onderstreept. Voorzitter, de periode Tolberg, waar mevrouw Henken aan refereert, ligt ge lukkig inmiddels exact 20 jaar achter ons en we hopen dat we ons in dat soort moeilijkheden nooit meer zullen begeven, want het is waar dat we jaren daarna de rentelast van die aankopen - die heel grootschalig waren - hebben moeten dragen. Dat is hier niet aan de orde, want u heeft gezien dat de ontwikkeling die in de revitalisering van Majoppeveld zit, een heel gering deel is van de totale uitgaven in het bestemmingsplan Majoppeveld. Maar een feit is wel dat we daar natuurlijk nieuwe ondernemers willen huisvesten. Ik ben er zeker van dat gezien de wachtlijst en de belangstelling die er inmiddels voor is, dat we hier een uitermate verantwoorde aankoop hebben gedaan. De VOORZITTER: Wenst iemand in tweede instantie het woord? Neen? Mag ik dan constateren dat u allen instemt met het voorstel? Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 55® wijziging van de gemeentebegroting van het dienstjaar 1999 en zie de besluiten FEFPA/112a en 112b). 6.c Voorstel nr. 113: Aflossen geldleningen en gemeentegarantie Stichting Openbare Bibliotheek Roosendaal. De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Het woord is aan de heer Wamsteker. De heer WAMSTEKER: Mijnheer de voorzitter, met betrekking tot dit agendapunt wil de Roosendaalse Lijst het volgende opmerken. Voorzitter, het lijkt niet veel om het lijf te hebben, aflossen van een geldlening bij de gemeente en overzetten naar een geldlening bij de BNG, naar een lager renteper centage en daarna de gemeente vragen om gemeentegarantie. Maar toch getuigt dit initiatief van de Stichting Openbare Bibliotheek van bewust omgaan met de centen. De bibliotheek lost een restant schuld van 4,77 miljoen gulden af bij de gemeente en gaat een nieuwe lening aan van 4,9 miljoen gulden bij de BNG. Tegen minder dan de helft van de oorspronkelijke rente. Heel verstandig zou je zeggen. De gemeente zegt dan, oké, prima. Maar wij derven daarmee rente inkomsten en dus gaat de

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 121