220 De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Het woord is aan mevrouw Buisman. Mevrouw BUISMAN: Voorzitter, dank u wel. Naar aanleiding van uw voorstel inzake verhoging doorlo pend krediet aanschaffing huurwoonwagens, valt het ons op dat het toegezegde verslag zeer summier is. We hebben dat overigens ook al in de commissie aan de orde gesteld. Mogelijk dat dan toch bin nenkort het lang beloofde beleidsplan het licht gaat zien? Met andere woorden, wij zouden graag van wethouder Hoogendoorn vernemen wanneer dat zal zijn, aangezien het al een jaar geleden toege zegd is. Verder zouden we graag van u horen wat de plannen voor het woonwagenbeleid op langere termijn zijn, aangezien u nu een verhoging van het doorlopende krediet vraagt. Dank u wel. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Hoogendoorn. De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, het beleidsplan is in aantocht. We zijn daar echt ver mee gevorderd en ik kan u toezeggen dat we dat zeer binnenkort in de commissie aan de orde stellen. Of dat consequenties heeft ten aanzien van dit beleid? Ik betwijfel dat. Want de ge meente zal altijd verantwoordelijk blijven voor het aanschaffen van woonwagens, voor het verstrekken van huisvesting. In dit geval zie ik het verband niet zo zeer, maar natuurlijk op lange termijn - het nieuwe beleid krijgt u binnenkort in de commissie - en dan kunt u beoordelen in hoeverre dat hier van toepassing is. Nogmaals, het krediet. We zullen altijd geld beschikbaar moeten blijven stellen. Als u het verslag te summier vindt? Ja, het is een kwestie van aangeven wat de stand van zaken is, wat we er mee gedaan hebben. Het blijft op hoofdlijnen, natuurlijk. Ja, zo kun je niet anders zeggen. - Mevrouw BUISMAN: Voorzitter, dit zijn wel hele korte hoofdlijnen, trouwens. - De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, maar voldoende om hier in ieder geval een besluit over te nemen, denk ik? - Mevrouw BUISMAN: Voorzitter, absoluut. - De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dank u. De VOORZITTER: Mag ik constateren dat u allen instemt met het voorstel? Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 45e wijziging van de gemeentebegroting van het dienstjaar 1999). 8.a Voorstel nr. 96: Fusie PNEM MEGA-Groep EDON-Groep. De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Het woord is aan de heer Polderman. De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, de invloed van onze raad in deze kwestie is natuurlijk nihil. Als Roosendaal hebben wij een belang van minder dan 1%, dus hoe we hier ook besluiten, iets uitmaken doet het niet. Toch vind ik het jammer dat u akkoord wilt gaan met de voorgestelde fusie en deze mogelijkheid om een kritische noot te zetten bij de stap op weg naar de verdere privatisering, dat u daarvan geen gebruik maakt. Dat zou u namelijk naar onze mening wel moeten doen. Want er valt heel wat op de plannen van PNEM MEGA en EDON af te dingen. De fusie staat niet op zichzelf en is de zoveelste stap in de verdere liberalisering van de elektriciteitsvoorziening. Ook hier in de raad zou den we eerst een fundamentele discussie moeten voeren. Willen wij dat eigenlijk wel? Wat schiet de gewone Roosendaler met die voortgaande privatiseringen eigenlijk op? De verkooppraatjes voor deze fusie willen ons doen geloven dat het allemaal voordeel is. Privatisering en vrije concurrentie zal de prijs omlaag drukken en dat is het verhaal wat ons wordt voorgehouden. Ik geloof daar eerlijk gezegd geen bal van. Het is puur korte termijn denken. De in het verlengde van deze fusie liggende verkoop van de aandelen, levert op korte termijn de overheid winst op, maar op de langere termijn zijn we als overheid onze zeggenschap kwijt. Het zou kunnen dat de grote stroomverbruikers voordeel kunnen doen bij de vrije markt, maar hoe moet de gewone burger een keus maken? Dat lijkt toch pure theorie. Naast de burger zal bovendien het milieu het kind van de rekening worden. Alleen al om het simpele feit dat particuliere bedrijven nu eenmaal als doel hebben zoveel mogelijk winst te maken. De elektri citeitssector zal in het nieuwe millennium niet meer draaien om de vraag, of mijn licht nog wel brandt maar om de vraag of ik winstgevend genoeg ben. Voorzitter, ik vind dat een verontrustende gedachte. Daarom wil ik een tegenstem laten horen bij deze ontwikkeling en concreet bij deze fusieplannen. 221 Omdat u kritiekloos deze fusieplannen wilt laten passeren wil ik geacht worden tegen uw voorstel te hebben gestemd. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u. Er is geen behoefte aan een reactie, mevrouw Kerkhof? Mevrouw KERKHOF-MOS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik beschouw dit als een stemverklaring. De VOORZITTER: Mag ik dan constateren dat u allen instemt met het voorstel en dat de heer Pol derman van de SP-fractie geacht wil worden tegengestemd te hebben op dit punt? Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit FEFPA/96a). - De heer H.J. Polderman van de SP-fractie wenst de aantekening dat hij geacht wil worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. - 8.b Voorstel nr. 97: Overdracht gedeelte riolering aan gemeente Bergen op Zoom. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 34e wijziging van de gemeentebegroting van het dienstjaar 1999). 8.c Voorstel nr. 98: Gemeentegarantie Stichting Kinderopvang Roosendaal. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit FEFPA/98a). De VOORZITTER: Dames en Heren, U hebt allen afschrift gekregen van de brief waarin de heer Jansen meedeelt dat hij om gezondheids redenen genoodzaakt is zijn raadslidmaatschap per 1 juli a.s. te beëindigen. Het is een afscheid dat niemand gewild heeft, een afscheid dat ons aan het hart gaat. Mijnheer Jansen, Geboren en getogen Roosendaler, - een rasechte Kalsdonker - trad u op 12 april 1994 toe tot de ge meenteraad. U hebt een bijzondere raadsperiode meegemaakt. In de 5 jaar dat u raadslid was zijn er maar liefst 3 verkiezingen geweest. U heeft zich steeds naar vermogen maximaal ingezet om dat raadslidmaatschap inhoud en vorm te geven. Als u iets aanpakt, doet u het grondig, u duikt diep in het onderwerp, u documenteert u goed en weet helder uw opvattingen, uw vragen of uw bemerkingen te verwoorden. Betrokken is denk ik het juiste woord. U bent zeer betrokken bij de onderwerpen die in de cie. SAS aan de orde komen, zoals sociale zaken of het zwembad, waarbij u zelfs over zaken als wa terfilters wist mee te praten, of sport waarbij het u aan het hart gegaan moet zijn dat u als lid van de commissie sportkampioenen nooit uw geliefde RBC bent tegengekomen. Betrokken ook bij het frac tiehuis, dat u beheerde als was het uw eigen huis; altijd bezig met het oplossen van probleempjes; zo meldde u onlangs nog dat de voegen van de voorgevel opnieuw aangesmeerd waren, want u houdt van stijl en een representatief uiterlijk. Zeer betrokken ook bij de brandweer waarvoor u veel meer dan alleen een beheersmatige belangstelling aan de dag legde. Het viel u lichamelijk zwaar, maar van de excursie met het brandweerbestuur naar Doel wilde u per se niets missen. Wij hebben er diep respect voor dat u zoveel inzet, zoveel interesse en zoveel betrokkenheid voor uw raadswerk hebt weten op te brengen, ook toen duidelijk werd dat een slopende ziekte uw lichaam teisterde. Mijnheer Jansen, wij hebben aan u naast een kundig ook een zeer gezellige collega gehad. U houdt van mensen, u geniet van mensen om u heen. Bij excursies, bij manifestaties in de stad, langs de lijn, u wilde niets missen. Kortom, het is zonder meer een genoegen geweest om met u samen te werken. Ik wil u namens de raad graag dank zeggen voor de kracht en wijsheid die u in de afgelopen 5 jaar als lid van deze raad aan de dag hebt gelegd. En het is diezelfde kracht en wijsheid die ik u van harte toewens voor de moeilijke periode die nu voor u ligt. Ik wil bij die dank en bij die wens heel nadrukkelijk ook uw vrouw betrekken. Als blijk daarvan wil ik u graag de pennenset en uw vrouw graag een bos bloemen over handigen. Dan geef ik nu graag het woord aan mevrouw Adriaansen. Mevrouw ADRIAANSEN-VAN NISPEN: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Beste Jan, Maaij, beste collega's. De fractie van de Roosendaalse Lijst heeft er behoefte aan om te verklaren dat onze fractie hier op dit moment, geen afscheid neemt van Jan. Het zat er helaas al lang aan te komen, dat het moment zou komen dat Jan het niet langer fysiek zou kunnen opbrengen om het zware raadswerk uit te oefenen. Door een gigantische inzet, enorme doorzettingsvermogen en een stugge onverzettelijk-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 114