M
208
3.a Voorstel nr. 88: Herinrichting organisatie centrale functies.
De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen de heer Van Steeke-
lenburg, mevrouw Adriaansen en de heren Van Antwerpen en Polderman het woord. Het woord is aan
de heer Van Steekelenburg.
De heer VAN STEEKELENBURG: Mijnheer de voorzitter, mede naar aanleiding van de langdurige
behandeling in de commissie wil ik het hierbij heel kort houden. Het is wel een heel ingrijpend voorstel
en daarom vinden we dat we er hier iets van moeten zeggen. De positie van de secretaris, die wordt
nu als directeur van de gemeentelijke organisatie nog eens extra duidelijk bepaald. Ik denk dat dat
een hele goede zaak is. De relatie tussen de directeur van het bedrijf en de sectordirecteuren in het
MT ligt ook duidelijk vast. De formatie van een nieuwe sector middelen zal hopelijk duidelijkheid geven
en als we dan eenmaal gewend zijn aan die terminologieën die daarbij horen, dan hopen we dat dit
ook een versterking van de organisatie met zich meebrengt. En het is wat de CD A-fractie betreft een
punt in een proces wat laat zien dat het een kwestie is van voortschrijdend inzicht en wat ons betreft is
het goed dat daar nu op deze manier op wordt ingespeeld en wij stemmen ook volledig in met deze
nieuwe structuur.
De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan mevrouw Adriaansen.
Mevrouw ADRIAANSEN-VAN NISPEN: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. In de commissie voor al
gemene en bestuurlijke zaken is dit voorstel uitvoerig aan de orde geweest. Onze fractie wil in het kort
nog even op dit voorstel ingaan. Zoals we hebben moeten constateren is de organisatiestructuur, zo
als we gekozen hebben bij de herindeling, niet optimaal geweest. Door het nu duidelijk en helder weg
zetten van de functies, personeelsproblemen, gebrek aan tijd, is er van de afdelingen Concern Control
en Concern Middelen niet geworden wat wij ervan gedacht en verwacht hadden. Ook de rol van de
secretaris als primus inter pares, vraagt om een herijking. Nu de omstandigheden zich voordoen is
onze fractie het met het college eens, om deze veranderingen tot stand te brengen, de sector midde
len goed weg te zetten en de rol van de secretaris opnieuw te bekijken. Naar de mening van onze
fractie is de nu gekozen organisatiestructuur en de rol van de secretaris duidelijker omschreven. Voor
zitter, zoals u zult begrijpen zal onze fractie instemmen met deze verandering. Dank u wel.
De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan de heer Van Antwerpen.
De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. De fractie van de Partij van de Arbeid
vindt deze ontwikkelingen een stap terug in het organisatiemodel, maar je moet roeien met de riemen
die je hebt. En dat roeien met de riemen die je hebt, heeft - wat ons betreft - heel nadrukkelijk betrek
kingen op het managementteam. Een beschuldigende vinger klinkt te zwaar, maar wij zijn absoluut
van mening dat het managementteam onvoldoende heeft gefunctioneerd, dat lezen wij uit de stukken.
Vandaar kunnen wij het op dit moment billijken dat de secretaris daar als een algemeen directeur bo
ven komt te staan. Maar dan wel met een nadrukkelijke bedoeling om er ook duidelijkheid in te krijgen
en er voor te zorgen dat leden van het managementteam eens over de eigen schuttinkjes heenkijken
en als dat afgedwongen moet worden door een algemeen directeur, het zij zo. Dat is dan op dit mo
ment het hoogst haalbare, wij hebben daar vrede mee. Wat een beetje is blijven hangen in de discus
sie in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken, ik heb u uitdrukkelijk uitgenodigd om in de
functieomschrijving van de nieuwe algemeen directeur, op te nemen dat hij verplicht is om functione
ringsgesprekken te gaan voeren met de sectordirecteuren. U hebt dat niet overgenomen en dat is
voor ons toch eigenlijk best een zwaar punt. Ik heb die niet terug kunnen vinden en ik heb er ook in de
notulen geen uitspraak van u in kunnen vinden. U neemt dat op, het voeren van functioneringsge
sprekken, bij de sectordirecteuren. Terecht? En wat ons betreft, zeker gezien hoe het een en ander
zover gekomen is, hechten wij er grote waarde aan dat dat alsnog wordt opgenomen in de taakom
schrijving van de nieuwe algemeen directeur.
De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Polderman.
De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, we hebben het er hier in de commissie uitvoerig over
gehad en u had mij - en de rest van de commissie - beloofd om de nota nog wat te herschrijven, zodat
die wat toegankelijker zou worden. Ik moet toch constateren dat u dat voor het grootste gedeelte hebt
nagelaten. Daar wil ik toch mijn teleurstelling over uitspreken, want ik vind dat als wij een communica-
209
tieve gemeente willen zijn, dan moet dit soort - toch diepgravende beslissingen - gewoon helder zijn.
Het is terecht wat mijnheer Van Steekelenburg zegt, het gaat ergens over. Ik vind dus de toegankelijk
heid van dit stuk volstrekt onvoldoende. Ik vind daarom dat ik dat gewoon ook in de openbaarheid
moet zeggen. U bent niet verder gekomen dan achter CCC te schrijven (lees: Concern Control) en
daarmee aan te geven dat die ene "C" er altijd al voor de geheimzinnigheid stond en bij CCM (lees:
Concern Middelen), nou ik vind dat toch geen verduidelijking van de teksten. Ik wil dat toch een keer in
de openbaarheid gezegd hebben. Dank u wel.
De VOORZITTER: Ja, mijnheer Polderman, in de commissie hebben we ook de discussie gehad hoe
helder het nu was en of anderen het begrepen. Of dat aan hen lag, danwel aan u. Dit is het voorstel
zoals het nu luidt, het is denk ik ook niet het voorstel dat zich direct leent voor publiekscommunicatie,
maar gewoon te maken heeft met het onderwerp dat nu aan de orde is. Dat is de organisatiekunde.
Waar uiteraard dat soort termen dan ook uit voort komen. Mijnheer Van Antwerpen, de functionerings
gesprekken voor de leden van het MT. Ik kan me helemaal niet herinneren dat ik daar negatief op
geantwoord zou hebben of die toegezegd zou hebben. Dat ligt in de lijn van de verhoudingen, zoals
ze hieruit blijken en zal gewoon in de regeling functioneringsgesprekken - die bestaat - ook opgeno
men worden. Dus die toezegging krijgt u gewoon voluit. Dat past daar geheel in. Uw kwalificaties rich
ting MT en een stap terug laat ik voor uw rekening uiteraard. Wij denken dat we met deze stap vooruit
dan wel achteruit - wat ons betreft vooruit - naar een nog adequater functionerende organisatie kun
nen komen dan nu het geval is. Ik constateer dat u overigens allen instemt met het voorstel. Wenst
iemand in tweede instantie het woord? Neen? Dan is het conform besloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie de besluiten FEFPA/88a, FEF-
PA/88b en FEFPA/88c).
3.b Voorstel nr. 89: Krediet maatregelen Millennium.
De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Het woord is aan de heer Hermans.
De heer HERMANS: Mijnheer de voorzitter, ook in onze reactie op de Perspectiefnota hebben wij
hebben hierop gereageerd. Wij vinden het een rare zaak dat wij als gemeente met het millenniumpro
bleem natuurlijk worden opgezadeld, maar dat wij dat zodanig moeten betalen, dat het verschil met
hetgeen wat het Rijk daarvoor ter beschikking stelt, 7 ton bedraagt. Ik neem aan dat er ook andere
gemeenten van de grootte van Roosendaal mee te maken zullen krijgen. Is het nu niet mogelijk om
dat richting VNG te ventileren en eventueel met de afrekening van de bijdragen van het gemeente
fonds, daar nog een extra bijdrage voor te krijgen vanuit het Rijk?
De VOORZITTER: Ik kan u gevoeglijk uit eigen ervaringen - ik zit er bij de VNG op dit onderwerp nabij
zeggen dat dat absoluut zinloos is en dat er vanuit de VNG heel veel - zo echt alles - aan gedaan is
om het bedrag zo hoog mogelijk te krijgen. Maar waar u zegt, wij zijn opgezadeld met het millennium
probleem. Het Rijk is ook opgezadeld, het is niet door het Rijk dat het tot ons gekomen is en er zijn
natuurlijk ook grenzen aan wat wij het Rijk kunnen toerekenen in de vergoeding. Er is vanuit de VNG
echt alles aan gedaan om daar zoveel mogelijk uit te slepen. Mag ik constateren dat u instemt met het
voorstel?
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 44e wijziging van de
gemeentebegroting van het dienstjaar 1999).
4.a Voorstel nr. 90: Jaarverslag en Jaarrekening 1998. alsmede Begroting 2000 en Meerjarenbegro
ting 2000-2003 van het Werkvoorzieninasschap.
De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen de heren Hertogh, Eist,
Van Antwerpen, Buijs en Verbogt het woord. Het woord is aan de heer Hertogh.
De heer HERTOGH: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. De Vrije Lijst wil u nogmaals de vraag voor
leggen: "Kan het Werkvoorzieningsschap concurrerend blijven werken"? Hetgeen van belang is voor
de werkgelegenheid van 2500 werknemers, met aangepast werk. Voorzitter, kan door het afstoten van
de onrendabele activiteiten of onrendabele bedrijven en door verlichting van het management, het
WVS uit de zwarte cijfers blijven, zodat de gemeenten geen extra geldmiddelen moeten bijdragen. Is
Ernst Young niet te vroeg ingeschakeld, vragen wij ons af. Was het niet beter geweest eerst de