202 gaan. Wij vinden Benegora een bovenlokale organisatie en wij hebben gekozen om lokale organisa ties te subsidiëren. - De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, is de WD dan ook tegen alle gewestvormingen? - De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik heb het hier over Benegora en de subsidiëring daarvan. Ik zie daar op dit moment... - De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, u hebt het over bovenlokaal en lokaal. - De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, we hebben het over subsidiëring van een organisatie die - De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter en het Gewest subsidiëren we niet bovenlokaal? - De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, het Gewest is er niet meer uiteraard. - De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, maar gewestelijke vormen, daar doen we niks meer aan, volgens de WD? Of moeten we die afschaffen omdat bovenlokaal te ver gaat? - De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, het is geen subsidiëring trouwens. Maar in ieder geval het Streekgewest is er niet meer, als u dat soms bedoelt. Maar het principe van: wij subsidiëren alleen een lokale organisatie handhaven we nog steeds. Overigens of Benegora geen provinciale subsidie ontvangt, dat weet ik niet zeker. Ik zal het nog eens uitzoeken, want ik denk dat daar vanuit de provincie ook nog wat naar toe gaat, maar daar zal ik u nog wel eens wat over vertel len. Nogmaals, het college handhaaft het standpunt ten aanzien van de subsidiëring van Benegora. Daarmee zijn we over 1.500,- misschien erg grensverleggend met elkaar bezig geweest, maar goed. Het is natuurlijk aan uw raad om daar zelf een oordeel over te vellen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dan sluiten we daarmee de discussie. - Mevrouw GEPKENS: Voorzitter, sorry. U zou toch nog iets moeten zeggen over de rekenkamer, of niet? - - De heer TEUSINK: Mijnheer de voorzitter, dat dacht ik ook. - De VOORZITTER: Ik denk dat ik weinig toe te voegen heb aan wat er gisteren over de rekenkamer is gezegd, dan dat het er met name op neerkomt, dat het aan de raad is om daarover te beslissen. Het is niet aan het college om daar iets over te zeggen. Wat we er gisteren over gezegd hebben, dat blijft. - De heer TEUSINK: Mijnheer de voorzitter, ik heb graag een stemverklaring. - De VOORZITTER: Over de externe advisering van de WD? - De heer TEUSINK: Mijnheer de voorzitter, graag een stemverklaring over de motie betreffende het onderzoek naar het godsdienstonderwijs. Als u al zover bent? - De VOORZITTER: U wou vooraf een stemverklaring afleggen? De heer TEUSINK: Mijnheer de voorzitter, een korte opmerking nog. En we hebben nog een vraag over de motie (4) betreffende het rekenkameronderzoek. Want we dachten dat daar een kleine wijzi ging aangebracht was en die zou moeten luiden: "Verzoekt de raad Dus inhoudelijk, verzoekt de raad". En het lijkt wel een beetje onzinnig, maar als we hem zo goed begrepen hebben dan is dat helder. - Mevrouw ADRIAANSEN-VAN NISPEN: Mijnheer Teusink, dat heb ik straks ook aangegeven. Dat de wijziging is: stelt de "raad" voor en niet het "college". - De heer TEUSINK: Mijnheer de voorzitter, dan is dat duidelijk. 203 De VOORZITTER: Nou, om het helemaal duidelijk te maken zou ik ervan maken: "Besluit om slechts één rekenkameronderzoek". Dat is tekstueel netter. Goed, mag ik uw stemverklaring? De heer TEUSINK: Mijnheer de voorzitter, godsdienstonderwijs... De VOORZITTER: Niet de discussie herhalen. De heer TEUSINK: Mijnheer de voorzitter, nee, nee, zeker niet. Het amendement, betreffende het onderzoek naar het godsdienstonderwijs. Het is niet second-best. Aan de andere kant, als er een on derzoek komt, dan denken wij dat we overal de vinger aan de pols kunnen houden bij het college, om vaart in het onderzoek te houden. Dus de WD die steunt het amendement. - De heer VAN STEEKELENBURG: Mijnheer de voorzitter, u maakt wel een ommezwaai, mijnheer Teusink. - De VOORZITTER: We gaan nu niet meer de discussie... De heer TEUSINK: Mijnheer de voorzitter, nee hoor. U hoorde mij zojuist zeggen dat we ons er nog over zouden beraden, afhankelijk van de toelichting die de Vrije Lijst zou geven. U hebt niet goed ge luisterd. De VOORZITTER: Nu geen discussie meer. Beperkt u zich tot uw stemverklaring. We gaan over tot de stemming. Bent u ermee akkoord, dat we in afwijking van het Reglement van Orde, dat bij hand op steken doen, om het grote aantal amendementen en moties sneller tot besluitvorming te kunnen bren gen? Dan doen we dat. Dan wordt u verzocht om uw hand ook even op te houden, dan zal ik telkens opnoemen, welke fractie c.q. welke personen, hoe gestemd hebben, omdat het daardoor toch ook in het verslag terechtkomt. Dan gaan we eerst naar de amendementen. Allereerst het amendement be treffende het godsdienstonderwijs (2) van de WD. U wordt geacht u vóór of tegen het amendement uit te spreken. Wie vóór dat amendement is wordt verzocht de hand op te steken. - Er wordt gestemd. - Vóór het amendement stemmen achtereenvolgens de fracties van de WD, inclusief wethouder Hoogendoorn, (7), POR/GroenLinks (2), Partij van de Arbeid (3) en de SP (1). Tegen het amendement stemmen achtereenvolgens de wethouders Kerkhof, De Jaeger, Chamalaun en Jonkers en de fracties van het CDA (6), Roosendaalse Lijst (5), Vrije Lijst (4) en Roosendaals Be lang Riet Knappers (1). De VOORZITTER: Dan constateer ik, dat met 13 stemmen vóór en 20 stemmen tegen het amende ment (2) is verworpen. Dan gaan we naar het andere amendement (6) betreffende het godsdienstonderwijs, dat van de Vrije Lijst. U wordt geacht u vóór of tegen het amendement uit te spreken. Wie vóór dat amendement is wordt verzocht de hand op te steken. - Er wordt gestemd. - Vóór het amendement stemmen achtereenvolgens de fracties van de WD, inclusief wethouder Hoogendoorn (7), Vrije Lijst, inclusief wethouder Jonkers (5), Roosendaals Belang Riet Knappers (1), POR/GroenLinks (2), Partij van de Arbeid (3) en de Roosendaalse Lijst (5). Tegen het amendement stemmen achtereenvolgens de wethouders Kerkhof, De Jaeger en Chama laun en de fracties van het CDA (6) en de SP (1). De VOORZITTER: Dan constateer ik, dat met 23 stemmen vóór en 10 stemmen tegen amendement (6) is aanvaard. Dan gaan we naar het onderwerp kwijtschelding. Dat is amendement (3) van de WD en de Vrije Lijst. U wordt geacht u vóór of tegen het amendement uit te spreken. Wie vóór dat amendement is wordt verzocht de hand op te steken.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 105