192 moment ver genoeg. Wij vinden dan ook dat op korte termijn concrete maatregelen nodig zijn. Dit is een punt voor nader onderzoek en discussie op korte termijn. De concrete invulling van POR/Groenlinks en Roosendaals Belang Riet Knappers kunnen wij dan ook niet onderschijven. Tot zover. De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan de heer Hermans. De heer HERMANS: Mijnheer de voorzitter, allereerst nog een paar vragen naar aanleiding van de antwoorden van het college op onze eerste termijn. Allereerst de CAO-maatregel die bij buurtwerk Wouw door de wethouder aangegeven wordt als zijnde een CAO-maatregel die alleen 1999 betreft. Bij het Stedelijk Instituut Welzijn staat in de stukken dat dat betreft de CAO-maatregelen van 1997 tot en met 1999. Dus daar zou ik graag nog een toelichting over hebben. Ik neem aan dat de CAO- maatregelen van 1997 en 1998 dan ook bij buurtwerk Wouw zal worden verrekend. Verder, voorzitter, geeft de wethouder van financiën en economische zaken aan dat de Dokter Brabersstraat voor ons niet mogelijk is om daar verder in te sturen, wanneer de huurtermijn is afgelopen op 1 november 2000. Wel willen wij aangeven, dat wanneer de bestemming daarop niet zou zijn winkelfunctie, dat wanneer daar een vraag voor zou komen dat we daar aan-mee zullen werken. Dat zou een sturing kunnen zijn die positief mee zou kunnen werken om die hoek daar juist in te vullen. Verder vinden wij het een goede zaak dat de wethouder heeft aangegeven dat er een plafond komt voor de reserve oninbare dubieuze debiteuren. Wij wachten af hoe die voorstellen zullen luiden en wij zien de voorstellen tege moet. Verder, voorzitter, wil ik niet steggelen over boekhoudkundige keuzes die er gemaakt zijn. Wel wil ik zeggen, dat een goede boekhouder advies geeft hoe de cijfers ook verwerkt kunnen worden. En ik vind het goed boekhouden, daar is niks mee mevrouw de wethouder. Daar wil ik het toch bij laten, dat de boekhoudkundige keuzes goed geweest zijn. Voorzitter, dan wil ik komen op de moties en amendementen zoals die zijn ingediend nummergewijs. Nummer (1) dat betreft stads- en dorpsver nieuwing. Uw college heeft de motie aangenomen en wij zullen de voorstellen bij de begroting dan ook afwachten. Amendement (3) van de WD en onze partij betreffende de 1% maximering. Voorzitter, indicatief wil zeggen dat het misschien ook wel eens 1,6% zou kunnen zijn. En mevrouw Adriaansen - u zegt het gaat om een paar gulden - gezien de maatregelen die we allemaal met deze Perspectief nota voor ogen hebben, denk ik, dat een maximering van 1% best voldoende kan zijn. En dan zeg ik, in de ruimte die de Perspectiefnota nog laat, is het best mogelijk om die 1% inderdaad te handhaven en daarom zullen wij toch dit amendement warm willen aanbevelen. Amendement (2) van de WD betreffende het godsdienstonderwijs. U zult begrijpen voorzitter, dat wij dit amendement niet onder steunen omdat dat voor ons een te vergaand amendement is. Wij zullen onze toelichting geven bij ons eigen amendement betreffende het godsdienstonderwijs. Motie (4) van de Roosendaalse Lijst betref fende het rekenkameronderzoek eens in de twee jaar. Voorzitter, wij zullen deze motie ondersteunen en ook de motivatie die daarbij gegeven is dat vele onderzoeksvragen die er liggen en in de komende jaren in ieder geval aan de orde zullen komen. Ik denk dat de druk op de ambtelijke organisatie zoda nig zal zijn dat het best verstandig kan zijn om in ieder geval niet een rekenkameronderzoek te doen in het komende jaar. Wij zullen wellicht kunnen kijken over twee jaar of we misschien dat beleid terug om moeten gooien. Maar ik denk dat het heel verstandig is om dit een jaartje over te slaan. Ik heb zelf in de rekenkamercommissie gezeten en we weten wat voor ambtelijke capaciteit daarvoor nodig is en ik denk dat het een heel verstandig voorstel is. Wat betreft de 175.000,-- ik denk dat de voorzitter duidelijk heeft aangegeven, dat dat personeelskosten zijn die niet bespaard worden want die zullen op een andere manier ingezet worden. Voorzitter, de motie (5) van de Roosendaalse Lijst betreffende het openbaar vervoer in de stad. De wethouder heeft daar een duidelijke toelichting op gegeven, hij neemt deze motie over en inderdaad rekeninghoudend met de tijdstermijn kunnen wij deze motie ook onder steunen. Wij zullen hem in ieder geval ondersteunen. Amendement (6) dat betreft godsdienstonderwijs dat wij hebben ingediend. Voorzitter, wij hebben daar in onze fractie best aardig over gediscussieerd, we hebben gesteld dit is een Perspectiefnota waar een aantal onderzoeksvragen aan de orde komt die het college heeft verkozen om deze onderzoeksvraag met prioriteit 0 te betitelen. Wij hebben ge steld laat ons prioriteitstelling nummer 2 aangeven met de reden van reeds vele jaren dat dit gods dienstonderwijs in de begroting wordt opgenomen. Ik weet niet anders dan dat het in Wouw zo was. Ik heb begrepen dat het in 1982 in Roosendaal is gebeurd. Op beleidsterreinen zijn er vele veranderin gen gebeurd de laatste jaren, wij vinden het een goede zaak dat het onderzocht wordt, hoe nou pre cies deze gelden worden besteed en dan kunnen we een goede afweging maken op dat moment. - De heer TEUSINK: Mijnheer de voorzitter, mag ik een vraag stellen? U hebt in uw eerste instantie gezegd - als ik uw aantekeningen erbij pak - dat er een onderzoek moet plaats vinden en bekeken moet worden of de verleende subsidie nog steeds wordt ingezet voor het doel. En mocht nu uit zo'n 193 onderzoek gaan blijken dat die subsidie inderdaad voor het doel wordt ingezet, wat is dan de strekking van het amendement? Wat bedoelt u dan dat het onderzoek tot resultaat zou moeten hebben? - De heer HERMANS: Mijnheer de voorzitter, ook dan zullen wij op dat moment een waardeoordeel uitspreken. Het kan zelfs zo zijn, dat er een aantal dingen die er voor worden gedaan zodanig belang rijk zijn dat we toch zeggen dat wij dit ondersteunen. Maar het kan ook zijn dat we zeggen, van nou het waardeoordeel is zodanig dat we het godsdienstonderwijs af zullen wijzen. Op dat moment kun nen we dan pas een goede afweging maken. - De heer VAN STEEKELENBURG: Mijnheer de voorzitter, voor begeleiding van godsdienstonder wijs. - De heer HERMANS: Mijnheer de voorzitter, ja. Voorzitter, motie (7) dat betreft het godsdienstonder wijs van de Partij van de Arbeid. Ik heb voldoende gemotiveerd waarom we ons amendement te on dersteunen en hier heb ik verder geen behoefte aan. Motie (8) dat betreft de Zalmsnip. Voorzitter, wij hebben in onze eerste termijn ruimschoots uitgelegd hoe wij over het inzetten van de Zalmsnip den ken. Wij vinden ook dat de burger duidelijk terug moet zien wat hij er voor krijgt niet in geld maar in goed. De toelichting die de wethouder er op gegeven heeft zegt ons toch dat wij deze motie niet moeten ondersteunen en wij zullen deze motie dan ook afwijzen. Amendement (9) over Benegora. Voorzitter, de uitleg van de wethouder vinden wij toch niet helemaal bevredigend. Wij vinden dat het werk dat Benegora doet niet bij de grens van Roosendaal ophoudt en wij zullen dan ook deze motie ondersteunen. Amendement (10) over de Zalmsnip van POR/GroenLinks. Ik heb daar voldoende mo tivatie bij gegeven en wij zullen dit amendement niet ondersteunen. Motie (11) betreft de BBA van de SP, als ik het zo mag noemen. Voorzitter, wij vinden deze motie te verstrekkend. En wij zullen de mo tie van de Roosendaalse Lijst ondersteunen. Amendement (12) van de SP betreffende de overheve lingen van de andere heffingen te laten staan op functie 610.5, zoals mijnheer Polderman die aan geeft. De wethouder geeft aan wanneer we dat doen dan schieten we een gat in de begroting van meer dan een half miljoen, dus ik denk niet dat dat aan te bevelen is. Dus dit amendement zullen we niet ondersteunen. En dan als laatste, voorzitter, amendement (13) van Roosendaals Belang Riet Knappers. Ook die vinden wij te verstrekkend en wij zullen dit amendement niet ondersteunen. Dank u wel. De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, we eindigen daar waar we gisteravond gebleven zijn en mij is bijgebleven. En daar wil ik de wethouder, mevrouw Kerkhof toch bedanken voor de zor gen die zij heeft uitgesproken over de kwaliteit van het fractieoverleg binnen PvdA. Enige warme men selijke belangstelling dat doet ons altijd goed en als zodanig heb ik dat ook echt als een steun in de rug ervaren. Dank u wel. Ik moet u overigens zeggen, er is geen enkele reden om u zorgen te maken. We hebben een uitstekend fractieoverleg. En daar waar u doelde op een vermeend verschil, dat was, dat mijnheer Alberts zich zeer serieus genomen voelt en dat voelde hij ook. Dat heb ik ook uitgedrukt. Wij vinden dat een hele goede zaak dat wij die flinke nota gekregen hebben waar we uit konden stu deren. Dan kan ik het natuurlijk niet nalaten om even te reageren op mijnheer Van Steekelenburg. Natuurlijk heeft de Partij van de Arbeid een constructieve opstelling in de commissies. Dat verwacht ik ook van elke politieke partij, daar proberen wij met name draagvlak te vinden voor onze ideeën, daar bekijken we andere ideeën en daar gaan we in mee als het idee ons aanstaat. Niks mis mee. U zegt de cynische toon. Ja, ik zou bijna zeggen wacht maar eens af tot we echt cynisch worden. Maar dat klinkt weer cynisch - begrijp ik - als ik dat zeg, dus dat zal ik dan maar niet zeggen. Natuurlijk in de raad vindt een finale afweging plaats van al die commissievergaderingen. En natuurlijk hoort daar een bepaalde toonzetting bij. U mag dat cynisch vinden. Ik vind die van u bijvoorbeeld, die vind ik ge speend van elke kritiek, een beetje zalvend af en toe. Maar wij vervullen hier met zijn allen een rol en die vervullen we - wat mij betreft - naar eer en geweten en sans rancune. En als dat voorop staat dan denk ik dat we met elkaar beet heel goed kunnen functioneren. Goed, dat moest ik toch even kwijt, voorzitter. Wat wij gemerkt hebben bij de beantwoording van het college, wij hadden met name een vraag gesteld van: waarom betrekt u het SIW niet bij de onderzoeksopdrachten, maar past u gewoon een algemene korting toe van 2 ton, wetende dat dat erg veel onrust gaat veroorzaken. Nou, over de redenen waarom, ik denk dat we daar nog over komen te spreken, maar die vraag was redelijk helder van: waarom doet u dat nou niet? Voorzitter, het lijkt mij eigenlijk het handigst dat we ook maar de moties en amendementen allemaal even doorlopen. Motie (1) is overgenomen. Amendement (2) van de WD over het godsdienstonderwijs. Voorzitter, wij vinden deze motie goed, die zullen wij steunen. Dat betekent overigens meteen dat wij onze motie (7), intrekken. Dan amendement (3) van de WD en de Vrije Lijst, de belastingverhoging van 1%. Wij zijn daar op tegen. Het zou best kunnen zijn in een

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 100