140
meer conjunctuur gevoelig zal worden. Men heeft een veilige weg gekozen, het zei
gezegd: 21 economische groei maar men kiest wel voor een conjunctuurgevoeliger
benadering. Als het een keer mis gaat dan zullen de consequenties gevoelig zijn.
Dan naar een nadere wee, voorzitter: wanneer. Ik heb het ook tijdens de commissie
al benadrukt, er zijn nogal wat verschillen te merken, er kiert nogal wat licht
tussen de getallen van de gemeente Roosendaal als het over de woningaantallen
gaat en die van de provincie. Ik heb vernomen dat er wat contacten met de pro
vincie zijn geweest. Zou de wethouder mij van de laatste stand van zaken op de
hoogte kunnen brengen. Zoals ik al gezegd heb, 4 w's en het Volkshuisvestingsplan
heeft dan nog een stukje organisatie in zich. Een van die organisaties is dan het
C.B.H.. Met wat daarover is opgemerkt in het advies van het college aan onze
raad, kan de PvdA helemaal instemmen en wij kiezen juist, bijvoorbeeld over die
objectivering en over dat plaatsingsbeleid, voor het beleid dat hierin is neer-
gelegd, namelijk voor een prudent beleid, voorzitter. Dit in eerste instantie.
j De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Vos.
De heer DE VOS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik ben blij met het gegeven
j dat verschillende fracties zich inhoudelijk verdiept hebben in het Volkshuisves
tingsplan want, zoals de heer Verpaalen aangeeft, is dit inderdaad de eerste keer
dat wij zo'n plan in het Roosendaalse presenteren. Wij hebben daaraan fors geld
j besteed, aan externe maar ook aan eigen capaciteit. Het is dan ook heel goed te
merken dat de gemeenteraad zo'n plan op waarde weet te schatten. Ik ben dan ook
blij met de lof die wordt uitgesproken. Dat geldt ook ten aanzien van de lof die
de heer Verpaalen uitspreekt ten aanzien van de inspraak. Ik ben het dan ook niet
eens met datgene wat de heer De Man inbrengt. Zijn voorbeeld dat het college een
kostuum is gaan maken en nadien maar gekeken heeft of dat kostuum paste, zou ik
toch enigszins willen aanvullen, in die zin, dat het college in eerste instantie
gevraagd heeft: "wat voor pak had U ongeveer gehad willen hebben?" Wij hebben
moeten constateren dat daar niet zo'n beeld van bestond. Daarom zijn wij inder-
j daad aan de gang gegaan en hebben dat nadien uiteraard getoetst aan datgene wat
men er uiteindelijk van zou vinden. Wat is er namelijk gebeurd? Wij zijn begonnen
i overleg te plegen met de corporaties en andere belanghebbenden binnen de volks
huisvesting in het Roosendaalse en te vragen hun ideeën omtrent een Volkshuis
vestingsplan te presenteren, dus op schrift te stellen. Ik moet toch aangeven dat
de respons erg mager was en dat wij daarom zelf aan de gang zijn gegaan. De wijze
van totstandkoming is er een geweest van hard werken door een paar mensen, re
gelmatig terugkoppelend naar andere afdelingen binnen de gemeente om uiteindelijk
om het concept-plan de inspraak in te brengen. Ik vind dan ook dat wij daarmee
recht doen aan de wijze van behandelen zoals wij die toch met zijn allen voor
staan. Voorzitter, ik wil graag de verschillende aspecten langs lopen en hoop dan
alle reacties van commentaar te voorzien. Uiteraard heeft de heer Backx gelijk
wanneer hij stelt dat er gekozen is voor een marktgerichte benadering met daar
tegenover een compenserend beleid om juist te zorgen dat mensen, die niet zelf
standig kunnen voorzien in huisvesting, niet in de knel komen. Dat is correct het
spunt van dit plan. Ik denk dan ook dat wij dit politiek niet verder moe
ten benaderen, maar simpel moeten bekijken, waaraan behoefte bestaat het Roosen
daalse en zorgen dat we daarop gericht nieuwbouw plegen en niet vanwege voorin
genomen uitgangspunten alleen maar tot koopwoningen willen komen of omgekeerd,
alleen maar tot huurwoningen omdat de Roosendaalse burger het recht heeft zo té
wonen zoals hij dat zelf wenst. Het verschil in aantallen tussen dit plan, dus
het idee van de gemeente, ten opzichte van de provincie is denk ik minder groot
dan hier wordt gesuggereerd. Ons Volkshuisvestingsplan past binnen de discussie
die plaatsvindt om te komen tot een nieuw streekplan. Uw vergelijking gaat uit
141
van ons plan ten opzichte van het huidige streekplan, daar zit inderdaad meer
verschil in dan we verwachten van het nieuwe streekplan. Wij kennen namelijk de
berekeningswijze en uitgangspunten van de provincie om te komen tot de prognoses
ten behoeve van het nieuwe streekplan en de verwachting bestaat bij ons college
dat wij er toch wel uitkomen met de provincie in relatie tot de woonbehoefte. Dat
anders, als het niet zo lukken de mensen aangewezen zouden zijn op de kleine
gemeenten, lijkt mij sterk omdat de provincie, naarmate de gemeente kleiner
wordt, zich steeds strikter opstelt. Er zou eerder een neiging zijn naar grotere
gemeente dan naar kleinere. Ik denk dat Roosendaal als centrum-gemeente van dit
gebied toch recht heeft op voldoende woningen en ik heb er redelijk vertrouwen in
dat we dat met de provincie ook weten te klaren. Ik ben het met de heer Backx
eens dat wij voorzichtig zijn met de verkoop van huurwoningen; dat is de reden
dat het college ervoor gekozen heeft enige ruimte te creëren in de vorm van de
verkoop van de wat duurdere huurwoningen. Dat schrijven wij heel mooi op, het
zijn de woningeigenaren, de corporaties en andere verhuurders, die het zelf moe
ten wensen en ik heb geconstateerd, dat met name de toegelaten instellingen bin
nen het Roosendaal niet staan te juichen bij het idee en het zou best eens kun
nen zijn dat het in de praktijk daardoor niet zo van stapel zal komen. Wij wil
len, als er een verzoek zou komen, dat bezien in relatie tot de uitspraken die
wij doen middels ons Volkshuisvestingsplan, dus de duurdere huurwoningen. Ik ben
het helemaal met de heer Backx eens, dat wij niet ertoe moeten overgaan in de
Roosendaalse situatie om goedkope huurwoningen te verkopen. Hoewel bij verkoop de
woningen niet onttrokken worden aan de woningmarkt als zodanig, kan het wel zo
zijn dat in wat slechtere tijden wij vreselijk blij zijn als wij mensen kunnen
huisvesten in goedkope huurwoningen. Ik denk dat dat een stuk zekerheid is welke
wij in het Roosendaalse graag behouden. Ten aanzien van de verlaging van de huur
prijs, mijnheer Backx, moet U dat zo zien, dat wij meenden bij het schrijven van
deze nota dat het zo zou kunnen worden dat het rijksbeleid het in de toekomst
mogelijk zou maken, dat een corporatie een bepaald volume aan huur moet zien te
innen maar een stuk eigen beleid zou krijgen, hoe dat te verdelen over de wo
ningen c.q. over de huurders binnen die corporatie. Ik heb de indruk dat dat idee
weer enigszins verlaten is maar in de eerste concepten stond duidelijk aangegeven
dat dit een optie zou zijn, een stuk eigen beleid, te leggen bij corporaties,
totale volume binnenhalend, maar zelf bepalen hoe te verdelen. Vandaar dat het
idee, het uitgangspunt, dat het een goed idee zou zijn om hier en daar bij pro
bleemcomplexen te komen tot verlaging, een idee is dat wij ook hebben opgeschre
ven. Of het wettelijk mogelijk wordt moeten wij uiteraard afwachten. Wij zijn
graag bereid overleg te plegen met vertegenwoordigers van de verschillende doel
groepen zoals ouderen en gehandicapten, hoewel ik wel de rol van de gemeente
daarin zuiver wil houden; wij bouwen niet als gemeente, wij kunnen wel stimuleren
en wij kunnen wel randvoorwaarden geven vooral als er subsidies bij aan de hand
zijn, maar het zijn denk ik toch de toegelaten instellingen met name die moeten
zorgen voor voldoende huisvesting zover het woningwet betreft, hetzij andere
initiatiefnemers, zover het andere soort woningen betreft. Wij kunnen dat wel
stimuleren maar nogmaals we zijn afhankelijk ook van anderen daarin. Betrokken
heid wordt wel nagestreefd door de doelgroepen zelf. Wij schreven inderdaad op
dat het moeilijk zal zijn om specifieke woonvormen ten behoeve van ouderen her en
der door de stad verspreid te plaatsen en dat wij dat alleen maar haalbaar achten
in relatie tot verzorgingshuizen. Dat was inderdaad het beeld maar ik moet toe
geven dat sinds het contract met de serviceflat en Charitas er ligt, het inder
daad duidelijk is dat de verzorgingstehuizen vertegenwoordigende organisaties
bereid en blijkbaar in staat zijn, een servicepakket aan te bieden ook door de
stad heen. Dat biedt perspectief en mogelijk dat daardoor de lokatie als zodanig
niet zo bepaald meer hoeft te zijn. Als er woningen ten behoeve van bepaalde