v wil nog wel even herhalen, wat ik de vorige keer gezegd heb en daar beantwoord ik dan tevens Uw verzoek mee om het in de commissie algemene en bestuurlijke zaken aan de orde te stellen. Dat lijkt me namelijk helemaal niet nodig, want het is volstrekt duidelijk. Ik heb de vorige keer gezegd, toen de heer Vergouwen vroeg: voorzitter, mag ik naar aanleiding van die C-stukken iets zeggen. Toen heb ik gereageerd, blijkens de band: Nou, nou, nou, nu moet U voorzichtig worden, mijnheer Vergouwen. Waarop de heer Vergouwen dan zegt: Nee, maar ik heb het bij de secretaris nagevraagd en daar leeft geen bezwaar tegen en nu moet ik voorzichtig worden. Waarop ik toen gereageerd heb: ja, het is de voorzitter, die hier nog steeds de orde van de vergadering uitmaakt en bij C-stukken is het zo dat daar niet over gesproken wordt en toen heeft de heer Vergouwen van mij inderdaad gelegenheid gekregen om twee opmerkingen te maken, waarbij ik verder aan niemand het woord heb gegeven om daarop te antwoorden. Ik ben toen vervol gens direkt overgegaan tot het andere agendapunt. Ik wil hier nog eens voor alle duidelijkheid de indeling van de ingekomen stukken aangegeven, maar ik heb er ook geen bezwaar tegen om het in de commissie algemene en bestuurlijke zaken nog eens te herhalen, want deze indeling van de lijst van ingekomen stukken, geda teerd 20 mei 1987, zit hier bij mijn stukken die ik ook onder mijn kussen heb liggen. Daar staat duidelijk in: A-stukken betreffen de zaken die reeds op de agenda staan. Zij worden aan die stukken op de agenda toegevoegd. B-stukken betreffen zaken die vallen onder de bevoegdheid van de raad. Deze worden voor het doen van een nader voorstel in handen van ons college gesteld. Wij geven bij deze stukken steeds aan of en zo ja aan welke commissie advies zal worden gevraagd. C-stukken betreffen zaken die vallen onder de bevoegdheid van ons college. Deze worden ter afdoening in onze handen gesteld. D-stukken betreffen de zaken die vallen onder de bevoegdheid van de raad, doch waarvoor geen apart geagendeerd ontwerp-raadsvoorstel behoeft te worden voorgelegd. E-stukken betreffen zaken welke zondermeer voor kennisgeving kunnen worden aangenomen. Bij de wijze van behandeling van deze stukken zal uitgangspunt zijn dat doorgaans nog slechts D-stukken inhoudelijk kunnen worden besproken. Alle overige stukken A, B, C en E worden in principe met de hamerslag afgedaan. Dat is de lijn, zoals hij destijds is afgesproken. Ik dacht dat wij hier in deze raad ons daar vrij goed aan hielden. Het betekent namelijk dat over A, B en C hoogstens nog eens een keer een procedure-debat je plaats kan vinden over de vraag: staat het wel terecht onder die categorie of niet. Ik geef toe dat er zo nu en dan van ver schillende kanten slimmigheidjes bedacht worden onder allerlei mooie titels, informatie of persoonlijk feit of weet ik wat, om er nog eens een keer onderuit te kruipen. Ik signaleer dat wel, laat het zo nu en dan ook wel een keer toe, maar ik dacht toch dat het over het algeheel vrij goed ging, maar ben ook bereid om het nog strenger toe te passen, als ik U daar een plezier mee doe. Dat is mijn antwoord, mevrouw Kerkhof-Mos, op de opmerkingen die U gemaakt heeft. Het woord is aan de heer Rampaart. De heer RAMP AART: Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat mevrouw Kerkhof-Mos die opmerking gemaakt heeft en ik ben ook blij met Uw antwoord, maar ik zou U toch nog wel eens willen verzoeken de notulen van de vergadering van december na te lezen, toen ik ook die opmerking gemaakt hebt en toen ik dus van U een kat terug kreeg. De VOORZITTER: Als U toen dezelfde kat kreeg, als U het zo noemen wilt, als nu mevrouw Kerkhof-Mos krijgt, heb ik dat tegen U ook heel vriendelijk gezegd. De heer RAMPAART: Nou, nou, nou, nou, ik kan me voorstellen dat U tegen dames vriendelijker ben dan tegen heren. 36 g.g.k.d. deM>evoo|ipg van "Aldus worden de notulen na beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld". De VOORZITTER: Latejr wij het daar op houden, dat vind ik nog altijd een goede zaak. 2.a Voorstel nr. 705: ontslagaanvrage directeur gemeentewerken Ir. A. Lang horst De VOORZITTER: Hierover hoeft niet schriftelijk gestemd te worden, gebruikelijk bij ontslag. Wenst iemand hierover het woord? Zo neen, dan is dat besluit hierbij genomen. Uiteraard krijgen wij nog gelegenheid, zeker wij als college, maar ook U als raadsleden, om nog afscheid te nemen van de heer Langhorst en hem bij die gelegenheid dank te zeggen voor het vele en belangrijke en verantwoorde lijke werk, dat hij in het belang van onze gemeente heeft gedaan. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangeno men (zie het besluit III/705a) 2.b Voorstel nr. 706: benoeming lid algemene vergadering Hoogheemraadschap West-Brabant De VOORZITTER: De heer Pirée wenst het woord. De heer PIREE: Mijnheer de voorzitter, binnen onze fractie bestaat er in eerste instantie eigenlijk alleen maar behoefte aan een algemene toelichting op dit voorstel, want dit wekte bij ons verbazing, verwarring en wij weten helemaal niet de achtergronden van het stoeltje wisselen van de heer Vos. Misschien kunt U dat eens duidelijk overbrengen. De VOORZITTER: U vindt het niet erg dat ik die uiteenzetting daaromtrent vraag aan de heer Vos zelf, ook al is hij dan betrokken bij dit voorstel, maar het is nogal een ingewikkelde situatie bij dat Hoogheemraadschap. Hij heeft het ons in het college ook enkele malen goed uitgelegd, toen begrepen we het ook allemaal,' maar om dat nou zo eventjes hier te reproduceren dat is toch een beetje te veel gevraagd. De heer Vos vindt het niet erg om nog eens even toe te lichten hoe dat daar in dat Hoogheemraadschap in die nieuwe structuur, die nieuwe statuten ook, in elkaar zit. Het woord is aan de heer Vos. De heer VOS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, het gaat niet over de nieuwe statuten, het gaat over de huidige, oude statuten. Wat dat betreft is het misschien inderdaad goed om het nog eens uit te leggen. Wat is er aan de hand? De huidige situatie bij het Hoogheemraadschap is zo, dat de algemene vergadering bestaat uit vertegenwoordigers vanuit drie categorieën, drie fracties, zeg maar, ik noem ze met hun populaire namen, de industriële fractie, de gemeentefractie en de waterschapsfractie. Al die drie groepen van vertegenwoordigers kennen een eigen regime van gekozen worden in de huidige situatie, want we hebben het nu over een tussentijdse vacature. Bij de nieuwe verkiezingen over een half jaar hebben we inderdaad te maken met het nieuwe reglement; dan kennen we een wat ander regime, maar het gaat nu om het huidige regime. Dat is een. Bij de verkiezingen, nu al weer ongeveer een jaar of vijf geleden, is Roosendaal daar met 2 mensen ingekomen. De heer De Jong, als portefeuillehouder milieuzaken, in de gemeentelijke fractie. Wij vonden dat een logische verbinding met de portefeuille die hij toen had. Ik ben daar toen ingekomen in de waterschapsfractie, omdat Roosendaal de waterschapstaak zelf behartigde. Er zijn twee zaken in de loop der tijd gewijzigd. Op de eerste plaats heeft Roosendaal haar waterschapstaak overgedaan aan het Waterschap Mark-Vlietlanden en vanaf dat

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1989 | | pagina 35