494
met een centrale stichting te gaan werken, waardoor de samenhang in de voorzie
ningen zoveel mogelijk gegarandeerd kan worden. Verder denken wij, als college,
dat de kinderopvang een gedeelde verantwoordelijkheid is van zowel ouders als
bedrijfsleven en overheid. De overheid vooral in de zin van condities scheppen
en kwaliteit bewaken en dat betekent dat wij op termijn daarin zeker moeten
terugtreden. Sinds wij de commissievergadering gehad hebben, hebben we al weer
verdere stappen kunnen zetten in informatieve zin en zijn we met name nog eens
verder in overleg getreden met Brabant Overleg Kindercentra. Daardoor is duide
lijk geworden, dat hetgeen wij hier voornemen, een vrij redelijk pad is wat ook
spoort met wat andere gemeenten op dit terrein aan ontwikkelingen inzetten. Wij
weten ook, dat voor die andere vormen, met name die buitenschoolse-opvangextra
geldmiddelen komen die vanaf 1992 ook beschikbaar zijn. Daar zullen we ook zeker
het beleid voor ontwikkelen en ik denk dat wij al in een eerder stadium ten
aanzien van bepaalde deeltaken, die in een nota voorgenomen zijn, zullen terug
koppelen via de commissie, om duidelijk te maken, hoe we dat nou precies gaan
uitwerken omdat de tijd, waarbinnen wij een subsidievraag moeten indienen, vrij
kort is. Ons is ook ter ore gekomen is, dat het zelfs verstandig is iets dat in
deze nota nog niet staat (om-de-beurt-speelzalen en met name half dag opvang)
daarin toch nog meer te betrekken, omdat een aantal gemeenten nog niet zover is
en er waarschijnlijk in dat eerste jaar wellicht meer gelden te verdelen zijn,
dan wij tot nu toe aannamen. Wij zullen ook in die zin die notitie, die aan-
vraag, inrichten, zodat wij in die richting een goede claim leggen en wellicht
al eerder dan we in de nota aangekondigd hebben peuterspeelzalen om kunnen bou
wen tot ook half dag opvang en dergelijke. Over het personeel is een heel con
creet vraagje gesteld door mevrouw Cormaux. Het is de bedoeling om het personeel
straks in te schalen in de CAO-welzijn en dus bij een particuliere instelling.
Omdat wij daar nu nog geen concreet model voor hebben, hebben we via Sociale
Zaken een specifiek contract gesloten om iemand vrij te maken die die ontwikke
lingstaak ook feitelijk ter hand kan nemen. Op termijn is het de bedoeling, dat
ook die betrokkene ingeschaald wordt in het particuliere gebeuren en dus niet in
het gemeentelijke gebeuren. Dus wat dat betreft komen wij volledig tegemoet aan
hetgeen uit de WD-hoek op dit punt wordt voorgestaan. Dan die zaak van de heer
Verpaalen of met name de positie van de minderheden. U heeft terecht gezegd dat
onderwijs en werkgelegenheid de speerpunten zijn. Als ik gesproken heb over
peuterspeelzaalwerk, dan wordt dat met name gezien, ook in het kader van een
soort voortraject voor het reguliere basisonderwijs, om kinderen op dat punt
juist in te kunnen sluizen in die richting. Daarnaast zullen wij proberen, daar
hebben wij ons bij het Brabants Centrum ook van overtuigd, of er mogelijkheden
zijn, in het kader van het werkgelegenheidsbeleid, mensen uit de minderhedenhoek
te mobiliseren voor dit type werk. Tot slot een punt van de PvdA-fractie over de
toegankelijkheid van de voorzieningen voor bijstandsmoeders. Ook het CDA en
mevrouw Adriaansen hebben daar naar gevraagd dacht ik. Uitdrukkelijk is een
beleidsvoornemen geformuleerd inhoudende dat wij in deze een actief beleid wil
len voeren en dat we in de uitwerking daarvan bij het feitelijk beschikbaar
komen van kindplaatsen, waar nog heel wat werk voor verzet moet worden, aan die
categorie van ouders bijzondere aandacht zullen besteden in de zin dat zeker de
eerste plaatsen voor hen beschikbaar zullen zijn. Ik denk dat ik hiermee de
meeste opmerkingen beantwoord heb.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
Voorstel nr. 907: wijziging subsidieramingen 1990 van de Stichting Algemene
Hulpdienst Roosendaal en de Stichting Stedelijk Project Wonen i.v.m. wijziging
huisvesting
495
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangeno
men (zie het besluit tot 7e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienst
jaar 1990 en de 6e wijziging van de begroting van de dienst WOSC voor het dienst
jaar 1990).
De VOORZITTER: Dan zijn wij aan het einde van deze raadsvergadering die wij
aanstonds zullen sluiten waarna wij naar beneden gaan. Ik verzoek de raadsleden
om voor te gaan en de belangstellenden op de publieke tribune even te wachten
totdat de raadsleden in de zaal hier beneden hun plaatsen hebben ingenomen.
Hierna, om 21.30 uur, sluit de VOORZITTER de vergadering met de christelijke
groet
Deze notulen zijn goedgekeurd en vastgesteld door de RAAD van de gemeente Roo
sendaal en Nispen in zijn openbare vergadering van 22 februari 1990, na wijziging
op pagina 462, Ie regel, van de naam "Van Hal" in de naam "Rampaart".
De voorzitter,
De secretaris,
A.J.G. 'de Bruyn. lb.
Dr. Mr. P. J. L. Engels, s.
Raad4