321
klimaatbeheersing van de huidige bouw laat veel te wensen over. Onze fractie is
steeds van mening geweest, dat de gemeente een ruimte, die wij reeds in eigendom
hebben, geschikt zouden moeten maken als huisvesting voor de archiefdienst. Tot
twee maal toe heeft onze fractie bij de algemene beschouwingen zelfs gewezen op
pand Markt 54. Door de kiezen voor een eigen ruimte komen wij alleen te staan
voor de kosten om de ruimte geschikt te maken voor de archiefdienst. Dat was ook
de reden, dat wij de laatste keer tegen de reservering stemden. We vonden, dat
er al genoeg gespaard was. Nu worden we geconfronteerd met een kant en klaar
plan. Het archief moet gaan huren bij Kroonenberg en alternatieven worden er
niet meer aangedragen. Wij moeten het dus met het ene voorstel doen en ons daar
een mening over vormen. Voorzitter, alles overwegend is onze fractie tegen huren
van een ruimte voor de gemeentelijke archiefdienst. Wij hebben daar een aantal
argumenten voor. Wij zijn van mening, dat voor zo'n specifieke gemeentelijke
lenst niet gehuurd moet worden. Zo'n dienst moet ondergebracht worden in een
gebouw, dat eigendom is van de gemeente. Verder gaan we als gemeente voor een
periode van een x-aantal jaren investeringen doen ten behoeve van de archief
dienst m een gebouw van een ander, terwijl weinig bekend is over huurcontrac
ten, duur van de huurcontracten en eventuele huurverhogingen in de toekomst. Ten
slotte, voorzitter, hebben wij als huurder weinig zicht op wat er in de loop van
die jaren in de benedenverdieping komt. Al met al toch wel een onzeker avontuur.
Als oplossing stelden wij U al voor in de commissie ruimtelijke ordening en in
de commissie welzijn om het monumentale pand aan te kopen van Kroonenberg en
daar het archief onder te brengen. Wij blijven het verder betreuren, dat nu geen
a teinatieven zijn aangedragen zodat er een keuze gemaakt zou kunnen worden.
Alleen ten behoeve van de Firma Kroonenberg kiezen voor deze geforceerde en toch
wel dure oplossing, daar heeft onze fractie geen behoefte aan en is tegen dit
voorstel.
De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Gerrichhauzen.
De heer GERRICHHAUZEN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het be
langrijk is om eerst toch nog een keer te memoreren -ik denk dat een aantal
sprekers daar wel terecht de nadruk op gelegd hebben- dat het hier gaat om een
belangrijk binnenstadsproject en een belangrijk cultuurproject. Ik denk, dat dat
op zichzelf al een belangrijke meerwaarde is van dit voorstel, dat wij erin
geslaagd zijn om beide belangen op een goede en verantwoorde manier te dienen
want in de Structuurschets voor de Binnenstad stond die zuidwand als een pro
bleemgebied en in de culturele sector zaten we met het probleem van de huis
vesting van het archief maar ook van het museum, dat te weinig ontplooiingsmo
gelijkheden heeft en deze oplossing biedt de mogelijkheid om die knelpunten op
te lossen. In de commissie heb ik namens het college erkend, dat wij in eerste
instantie geopteerd hebben voor het in eigendom verwerven van het betrokken pand
maar dat dat helaas niet mogelijk is, omdat we met een belegger onderhandelen,
die vooral geïnteresseerd is in het beleggen en niet in het verkopen of slechts
in het verkopen tegen dusdanige prijzen, dat het voor ons een onhaalbaar project
zou gaan worden; in ieder geval zouden wij dan inderdaad onvoldoende gespaard
hebben voor het archief, waar in het verleden de fractie Rampaart niet toe be
reid was, om dat dan te kunnen financieren. Ik denk, dat wij kiezen, wat betreft
de eigendomsconstructie, voor een naast beste oplossing, dat huren verantwoord
is, mits een aantal condities in dat huurcontract ook op een goede manier gere
geld Kunnen worden. Op een manier, dat onze investeringen veilig gesteld kunnen
worden en ik denk, dat wij met dit voorstel een hele goede oplossing hebben waar
de hele stad mee gebaat is.
322
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede instantie? Neen?
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
-Mevrouw ADRIAANSEN-VAN NISPEN, de heren RAMPAART, SNEL en RADEMAKERS wensen de
aantekening, dat zij geacht willen worden tegen dit voorstel te hebben gestemd.-
De VOORZITTER: Wethouder De Bruijn zal de leiding van de vergadering op zich
nemen, wat betreft het volgende agendapunt.
8.a Voorstel nr. 849: Verordening vertrouwenscommissie burgemeestersbenoeming.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangeno
men (zie besluit I/849a).
De voorzitter geeft het voorzitterschap weer terug aan de burgemeester.
De VOORZITTER: Mijnheer Melis, secretaris van deze gemeente en mevrouw Melis,
heel hartelijk welkom hier in ons midden. Wij hebben U tot onze spijt erg lang
moeten laten wachten en wij hebben nog een agendapunt verloren ook. Dames en
heren, U weet allemaal, dat in een ambtelijk bestaan, althans hier bij deze
gemeente, 12% jaar niets is. Daaraan zijn geen gratificaties, geen festiviteiten
verbonden, maar zoals U weet, ligt dat bij raadsleden iets anders. Wanneer die
12% jaar lid zijn van een raad, dan staan wij daar, en ik vind dat een zeer
goede gewoonte, even bij stil. Ik vind en het college met mij, dat als dat voor
raadsleden geldt, dat ook mag gelden voor de secretaris van deze raad, die ons
nu 1 oktober aanstaande 12% jaar terzijde staat. Wanneer ik terug kijk op die
12% jaar en ik heb ook nog eens het dikke boek bekeken, waarin onze notulen
gebundeld zijn (ik zag trouwens dat de secretaris daar zelf ook in keek) dan is
mijn conclusie, dat wij een goede secretaris hebben. Ik licht dat toe aan de
hand van de 12% jarige ervaring, die wij en ook ik persoonlijk met de secretaris
heb gehad. U weet, wanneer het gaat over ambtenaren, dan zijn er 2 begrippen die
centraal staan; dat zijn bekwaamheid en geschiktheid. Als we naar de bekwaamheid
van deze secretaris kijken, dan moeten wij zeggen, dat het een deskundige man
is. Een deskundige man op inhoudelijk gebied en op een inhoudelijk breed gebied.
Natuurlijk heeft hij daar binnen zijn specialisaties, die hij ook gedeeltelijk
heeft meegebracht uit Oosterhout, maar hij bestrijkt met zijn deskundigheid een
breed terrein. Zijn deskundigheid is niet alleen inhoudelijk maar heeft ook
duidelijk betrekking op de procedurele gang van zaken, zoals die in een gemeente
op geordende wijze dient te gaan. De secretaris geeft ongetwijfeld op een goede
wijze leiding aan een ingewikkeld apparaat, dat een gemeente van onze omvang nu
eenmaal kent. Middels de MOGde Management Overleg Groep, waar alle diensthoof
den in zitten, de chef financiën, de chef personeelszaken en de chef algemene
zaken, weet hij op een voortreffelijke manier velerlei activiteiten van de ver
schillende diensten te coördineren. Hij heeft bepaald oog voor coördinatiepro
blemen, al heeft hij evenmin als ik en evenmin als U naar ik aanneem, de illu
sie, dat je met een apparaat als het onze, dat geconfronteerd wordt met zo'n
ingewikkelde en steeds meer onderling samenhangende problematiek, alle coördi
natieproblemen kunt oplossen. Maar tegen die achtergrond is het zijn verdienste,
dat hij toch op gezette tijden, iedere paar jaar weer met nieuwe initiatieven
komt om het beleidsplan weer eens zus aan te pakken of weer eens zo aan te pak
ken of weer eens bij te stellen. Spreken wij over de geschiktheid van deze se
cretaris, dan moeten wij constateren, dat hij van huis uit een dienstvaardige
instelling heeft, en dat die dienstvaardige instelling in de loop van 12% jaar