13
dat hij bij de woningverhuurder en bij het energiebedrijf moet aangeven dat
hij uitkeringsgerechtigd is en om reden daarvan uitstel van betaling vraagt?
De privacy van de cliënt wordt daarmee toch wel geweld aangedaan. Maar ook
stigmatisering wordt daarmee een feit. Of moeten we nu cliënten aansporen om
hun betalingen via de sociale dienst te laten lopen, zodat betaalproblemen
kunnen worden voorkomen. Hoe staat het dan met de zelfstandigheid van de
cliënt en ook zijn privacy. Voor wat betreft de financiële problemen heb ik
net al aangegeven dat door die verschuiving er toch wel wat zaken zijn gaan
rollen. U erkent in Uw schrijven dat in mei reeds problemen waren bij ENWA
en de woningverhuurders. Met name rekent de ENWA (en dat is gewoon een
correct feit) 15,invorderingskosten. Aanvullend wordt in Uw inleiding
gesteld dat met ENWA nog besprekingen gevoerd zullen worden inzake deze
problematiek. Mijnheer de voorzitter, wanneer gaat dat dan gebeuren en is
dat dan, gelet op het probleem, niet wat rijkelijk laat. In het totaal van
gebeurtenissen kreeg ik onlangs (het was 2 dagen geleden) de beschikking
over het schrijven van de sociale dienst, dat zij heeft doen uitgaan naar
cliënten die gereageerd hadden op een oproep van het Bureau voor Rechtshulp.
Zij konden dan een brief tekenen en die zou dan gestuurd worden naar de
gemeentelijke sociale dienst. In die brief wordt duidelijk aangegeven dat U
niet voornemens bent een categorale overbruggingsuitkering te verlenen,
gehoord de commissie, dat is correct. Wel geeft U in dit schrijven aan dat
cliënten in de gelegenheid gesteld worden om een individueel verzoek in te
dienen tot een overbruggingsuitkering. Daarop wordt besloten en vervolgens
het hele tracé van de besluitvorming afgewerkt en ik bedoel daarmee o.a. ook
bezwaarschriftprocedures. Dat is ook precies wat er dient te gebeuren, naar
ons gevoel. Individueel gericht hulp verlenen aan mensen die het nodig
hebben, omdat zij door oorzaken buiten zichzelf gelegen in de problemen zijn
gekomen. Mijnheer de voorzitter, dat schept verplichtingen. Vraag blijft dan
wel, of in deze de mogelijkheden van de wet creatief en ruimhartig worden
toegepast. Want het feit blijft onverkort boven tafel dat een groep
uitkeringsgerechtigden en zeker degenen die reeds een hele lange tijd in
deze situatie verkeren met hun uitkering de verschuiving hebben moeten
financieren. Daarbij is niet het recht op uitkering in het geding, maar wel
de beperktheid van de budgettaire mogelijkheden. Kan Uw college ons toezeg
gen dat een aanvraag voor een overbruggingsuitkering - en dat is dus geen
bedrag au fond perdu - in die bijzondere gevallen tot de reële mogelijkheden
behoort en dat de besluitvorming daarover in de commissie sociale zekerheid
plaatsvindt en niet bij mandaat. Tot slot, mijnheer de voorzitter, en dat
kunt U weten, want ik heb reeds eerder aangekondigd dat ik daarop terug zou
komen in de raad, is het feit van de jaarlijkse inkomstenopgave die wordt
verstrekt. Elke werknemer krijgt die, ook uitkeringsgerechtigden. Medege
deeld is op een vraag dat de inkomstenopgave 1988 ook de betaling die in
januari 1989 plaatsvindt omvat. Naar ons gevoel is dat onjuist. Volgens mijn
informatie dient iedereen, elke werkgever, maar ook de gemeentelijke sociale
dienst, een opgave te doen van de feitelijke betalingen die in een
betreffend belastingjaar hebben plaatsgevonden. Dat betekent dus niet de
betalingen in januari meenemen in het overzicht. Het is ook onjuist om dat
te doen, ik blijf dat benadrukken. Wel werd geopperd dat cliënten dan
individueel een verzoek kunnen doen om inkomensherziening. Een dergelijke
opmerking, mijnheer de voorzitter, het moet me van het hart, doet mij de
tenen krommen. Wij vragen U nadrukkelijk aandacht voor dit punt, enerzijds
omdat naar ons gevoel we ons aan de wet dienen te houden, maar anderzijds
ook omdat in sommige gevallen een voordeel, zij het een beperkt voordeel,
kan plaatsvinden voor de uitkeringsgerechtigden. Wij denken daarbij aan