163 wel interessant. Overigens dient dan ook aangetekend te worden waarom deze brief niet in de beraadslagingen is meegenomen. Het CDA wil echter ook uitspreken dat wij toch enigszins verbaasd zijn dat in de inspraak bij de behandeling van de realisatie-overeenkomst geen enkele keer sprake is geweest van dit probleem, ook niet van de kant van de watersportvereniging De Vliet. Overigens, voorzitter, een dergelijk mededeling had ook geen invloed gehad op de omvang van het slibprobleem, maar het had wellicht een andere bijdrage kunnen leveren in de discussie over de vraag of het verant woord zou zijn om een realisatie-overeenkomst aan te gaan met de firma Duijnhouwer ten behoeve van een jachthaven. Wat rest, voorzitter, is dat er in het onderhavige geval toch gesproken mag worden van onzorgvuldigheid in het inschatten van de situatie. Niet te ontkennen valt dat er taxatiefouten zijn gemaakt. Dan kom ik thans toe aan de overeenkomsten met de firma Duijnhouwer. Voorzitter, opgemerkt moet worden dat er met de firma Duijn houwer twee overeenkomsten zijn gesloten, te weten: een pachtovereenkomst en een realisatie-overeenkomst. Een vraag aangaande het pacht. In Uw notitie spreekt U op pagina 8, onder punt 6 over het feit dat er gedeelte van de oude haven nog in eigendom is van het Hoogheemraadschap West-Brabant. Hoe kan dit toch, voorzitter? De raad heeft Uw voorstel goedgekeurd om een gedeelte van de oude haven in pacht aan de firma Duijnhouwer te geven. Bij de besluitvorming in december 1988 was deze op zichzelf toch relevante informatie voor de raad niet bekend. Kunt U ons uitleggen waarom dit toen niet aan de raad is medegedeeld. Onder hetzelfde punt schrijft U dat de onderhandelingen over aankoop op een laag pitje worden gezet. Hoe verdraagt zich dit dan weer tot de pachtovereenkomst? Kan dat zo maar? Iets dat niet van ons is verpachten aan derden? Een vreemde manier van zakendoen, mijnheer de voorzitter, waarbij wij wel graag een antwoord wensen. Waarbij wij dan tevens vragen of er sprake is van opschorting van beide contracten. Gelet op deze naar het gevoel van de CDA-fractie onzorgvuldige manier van zakendoen is het wellicht toch verstandiger om in de toekomst soortgelijke transacties tussen gemeente en anderen door een herkenbare gemeentelijke dienst te laten afhandelen. Daar zou al de nodige informatie centraal bij elkaar moeten komen, zodat zakelijk correct en doelmatig kan worden onderhandeld en de zaken worden afgewerkt. Voorzitter, nu in ieder geval de realisatie-overeen komst met de firma Duijnhouwer voor een jaar is opgeschort en de CDA-fractie herhaalt dat zij niet uitsluit dat een verdere opschorting in het geding kan zijn komt ook de positie van de watersporters weer in beeld. Wij zouden Uw college willen uitnodigen alles in het werk te stellen dat de watersporters die toch al van plan waren in de Roosendaalse haven te blijven nu een kans te geven om ook echt in die haven te blijven. Naar het oordeel van de CDA-fractie moet het toch mogelijk zijn om hier, gelet op de beginselen van behoorlijk bestuur, een passende oplossing te vinden, wellicht in overleg met de firma Duijnhouwer, maar dat staat in relatie tot de eerdere vraag inzake de contracten. Voorzitter, de ernst van de problematiek in de haven is wel duidelijk. Al moet er omtrent de omvang nog het nodige worden onder zocht. In december zeiden wij als raad, met uitzondering van de heren Ver- paaien en Kuijpers van het POR, ja tegen het aangaan van een realisatie overeenkomst met de firma Duijnhouwer. Amper enkele maanden later worden we meedogenloos met onze neus op de keiharde feiten gedrukt aangaande een vervuilde en dichtgeslibte haven. Lezen we de kranten van de afgelopen dagen dan wordt er politiek zeer zwaar geschut ingezet en nog wel op volle oor logssterkte. Enerzijds is dat best wel begrijpelijk, gezien vanuit de zorg die we allemaal hebben voor een schone en goede haven. Anderzijds zou ik toch willen oproepen tot een verstandige opstelling waar het gaat om deze 164 moties. Ik zou de indieners willen vragen (en we krijgen nog een motie heb ik begrepen) om deze energie, die we stoppen in het wel of niet aannemen van een dergelijke motie, te bundelen om samen via een gezamenlijke krachtsin spanning de klus te klaren en de zaak ten goede te keren. Het afgeven van signalen, akkoord. Het uiting geven van gevoelens van onrust, terecht. Het nauwgezet volgen van ontwikkelingen, natuurlijk. Het ondersteunen van moties van afkeuring gaat de CDA-fractie echter te ver. Ook, zoals ik uit de krant heb vernomen, het door de PvdA ingediende voorstel om te komen tot een commissie van onderzoek is op zichzelf wel een te rechtvaardigen verzoek, maar staat als middel in geen enkele verhouding tot hetgeen men wil gaan onderzoeken. In december, voorzitter, heeft de heer Kuijpers een uitvoerig betoog gehouden over de te realiseren jachthaven. Weet U het nog? De zake lijke bril, de sportbril en zijn gewone bril. Had de heer Kuijpers toen maar een duikbril op gehad. Ik dank U. De heer PIREE: Mijnheer de voorzitter, dank U wel. Nadat de beide vorige sprekers al zo ontzettend diep op de materie zijn ingegaan wil de VVD-frac- tie zich beperken tot wat wij als hoofdlijnen zien van deze materie. Onze tractie was in december 1988 een groot voorstander van het realiseren van een jachthaven in de Roosendaalse haven. Ik zeg: was in 1988 en is dat nog in mei 1989. Edoch er zijn zaken geschied die niet voorzien waren of het moet inderdaad zo zijn dat, zoals de motie dat noemt, onvolledige en on juiste informatie is verstrekt. Ik heb Van Dale niet bij me, maar onvolledig is dus dat de informatie er wel was, maar niet volledig is doorgegeven. Dat suggereert enigszins kwade trouw. Onjuist zou naar twee kanten kunnen worden uitgelegd. Men wist zelf niet beter en dan is het ook niet goed, of met opzet heeft men niet de juiste informatie verstrekt. Ik ga even niet verder in op die twee woorden, omdat ik nogmaals zeg dat ik de Van Dale niet bij mij heb, maar de motie suggereert alsof de informatie er wel was, maar vervormd is verstrekt. Nou, mijnheer de voorzitter, dat lijkt de WD-fractie nogal krasse taal, want als wij de problemen en de zaken die hier aan de orde zijn op een rijtje zetten, dan heeft zowat het totale gemeentelijke apparaat gefaald bij de realisatie van een jachthaven. Op 26 februari 1988 beweert de watersportvereniging De Vliet en toonde zij aan met een fotokopie dat er een brief is gezonden aan een ambtenaar van de gemeente, die nooit ter plekke is gekomen. Wat kan er allemaal niet zijn fout gegaan? Er is daar een ambtelijke dienst, één centraal punt waar de post binnenkomt. Dit valt onder algemene zaken en dat zal best wel in de portefeuille van één van de leden van Uw college vallen. Wellicht is die vanavond op vakantie. Daar is dan al iets fout gegaan. Er is dus al één lid van Uw college voor aan te spreken. Dan heeft de havenproblematiek, zoals we die hier vanavond hebben, gezeten in de portefeuille van de wethouder van economische zaken, die wel brood zag in een plan waarmee hij weer wat leven kon brengen in een hoek van de stad, die inderdaad niet de meest levendige genoemd mag worden op dit moment of het zou moeten zijn dat de verontreiniging zo hard leeft daar. Dan hebben we de problematiek ten aanzien van de vervuilingsgraden en de ver schillende momenten waarop daarover informatie is verstrekt. Als wij goed zijn ingelicht zit in de rij van informanten ook onze eigen afdeling milieu. Weer raken wij een portefeuille van één van Uw collegeleden en omdat het over sport en recreatie gaat zal ook de wethouder van sport, onderwijs enz. daar wel de nodige zorg mee gehad hebben. Wat moet er allemaal niet fout gegaan zijn als dan toch de historie er ligt zoals die er nu ligt. Daarom, mijnheer de voorzitter, aan een motie in deze bewoordingen, zeker ten aanzien van het gevoerde beleid hebben wij nu geen behoefte: wij willen toch

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1989 | | pagina 100