673 die zijn gehanteerd goed zijn, estetisch verantwoord en dat die voor ieder een zo zijn. Die beraadslagingen moeten gewoon bijgewoond kunnen worden door de aanvrager en die moet bijgestaan kunnen worden door zijn architect of deskundige, ik ben niet zo goed in die wereld thuis. Wij zien helemaal niets geheimzinnigs in dit gebeuren. De burger die niet komt, komt niet en dan gaat de behandeling in de commissie gewoon door. Maar als de burger een kaartje thuis krijgt met de mededeling, dat woensdagmiddag, tussen 15.00 uur en 15.30 uur, zijn aanvragebehandeling wordt behandeld in de welstandscom missie en dat hij hiervoor wordt uitgenodigd, dan kan hij met alle feiten en alle zaken tijdens de beraadslagingen meelopen, dan is er een stukje open heid ten opzichte van die burger, waar wij helemaal geen kwaad in zien. Wij zouden het erg op prijs stellen om deze motie in deze vorm te handhaven en wij hopen er voldoende steun voor te kunnen vinden. De VOORZITTER: Wethouder De Jong wenst te reageren. De heer DE JONG, wethouder: Ja, mijnheer de voorzitter, wat de heer Pirée wil, is bijna onmogelijk. Er liggen stapels plannen en als al die burgers zouden komen opdraven, dan is er toch geen werken aan. De meeste burgers hoeven niet op te draven; die krijgen zo hun plan kant en klaar en goed gekeurd thuisgestuurd. Degenen waar dan iets mee is, kunnen binnen 14 dagen komen opdraven en kunnen dan hun plannen in alle toonaarden komen toelich ten. De heer P1RËE: Ja, mijnheer de voorzitter, ik wil dan nog even dit opmerken. Voor degenen die dan in tweede instantie opgeroepen worden, heeft de wel standscommissie dan de stellingen al betrokken. Zij hebben dan al beraad slaagd over het plan en zij zijn het dan al ergens niet mee eens. Die burger komt dan te staan tegenover een eerder ingenomen standpunt. Wij weten, als politiek figuur, hoe moeilijk het is om iemand anders van een standpunt af te brengen of te overtuigen. Dat is de reden waarom wij zeggen: maak het gewoon open, niet met de pers en tv erbij, maar voor de betrokkene gewoon open maken. De VOORZITTER: Wij zijn nu aan de tweede instantie bezig en daarin vraagt mevrouw Kerkhof het woord, de heer Rampaart en mijnheer Vergouwen. Mevrouw KEKRHOF-MOSJa, mijnheer de voorzitter, ik geloof dat de wethouder denkt, dat wij iedereen willen verplichten die vergadering bij te wonen. Zo is het natuurlijk niet. Alleen de mensen die daar belangstelling voor hebben, willen wij graag de gelegenheid bieden. Al die mensen die helemaal geen sores hebben, die komen daar natuurlijk ook niet. Ik geloof, dat u daar niet bang voor hoeft te zijn. De heer VERGOUWEN: Ja, mijnheer de voorzitter, het begint mij nu toch een beetje te schemeren voor mijn ogen. In de eerste instantie zegt de wethouder: ik heb geen moeite met de motie zoals hij hier ligt, dan wordt er nog wat op en neer gepraat en dan blijkt dat er ineens ik weet niet hoeveel tegenstellingen bestaan in deze raad en mag je eigenlijk de conclusie trekken, dat de wethouder zegt: ik wil deze motie niet meer hebben. Dat is natuurlijk wel een beetje vreemd, wanneer je in eerste instantie zegt: ik heb daar geen enkele moeite mee. Het enige wat ik, vooraleer ik mijn stem zal uitbrengen, kan opmerken, is, dat de motie niets anders dan ontzettend onduidelijk gesteld is. 674 De heer RAMPAART: Mijnheer de voorzitter, wij hebben geen enkele behoefte aan deze motie. Wat de wethouder toegezegd heeft, dat de mensen, waarvan de bouwvergunning in eerste instantie geweigerd wordt, de volgende keer volop kunnen komen toelichten, vind ik voldoende. Als we de eerste keer echt alle mensen die een bouwvergunning ingediend hebben, daarbij moeten laten zijn, is er gewoon geen werkbare situatie en daarmee is niemand niet gediend. De VOORZITTER: Wij hoeven dus over de inhoud van de motie niet, na de toelichting van de indieners, van mening te verschillen. De indieners bedoelen met deze motie precies wat er staat, namelijk de vergaderingen van de welstandscommissie toegankelijk te maken voor de aanvrager en eventuele adviseur, zodat dezen de beraadslagingen kunnen bijwonen. De indieners bedoelen die gelegenheid te bieden direct wanneer hun plan de eerste keer in de commissie aan de orde komt. Zo interpreteer ik het toch juist? Dat betreft dan ongeveer zo'n 500 aanvragen per jaar. Maar U heeft gelijk, als U zegt: niemand is verplicht daar te komen. Dat is dus de bedoeling van de motie. Wenst de wethouder nu nog het woord. De heer DE JONG, wethouder: Ja, mijnheer de voorzitter, ik wil toch nog maar eens een lans breken om het werkbaar te houden om bij de eerste behandeling de mensen niet uit te nodigen en het bij een tweede behandeling wel te doen. De VOORZITTER: De zaak is duidelijk. Ik neem aan, dat de motie in stemming gebracht kan worden. Wenst het college nog even schorsing voor beraad over deze motie. Overgegaan wordt tot stemming over de motie van de V.V.D. Vóór de motie stemmen achtereenvolgens de heren Claessens en Van Drunen, mevrouw Van Benthem-Schoonen, de heren Van Rijswijk, Luijkx, Heijmans en Hoogendoorn, de dames Eenink en Moerdijk, de heren Vos, Backx, Buijsen, Biskop en De Man, mevrouw Wegman-van Kan, de heer De Leeuw, mevrouw Kerk hof-Mos, de heren De Bruijn, Machielse en Pirée. Tegen de motie stemmen achtereenvolgens de heren Wouters, Van Haperen, Notenboom, Rademakers, Kerstens, Vergouwen en De Jong, mevrouw Borghans, de heer Rampaart, mevrouw Adriaansen-van Nispen en de heer Verpaalen. De motie is dus aangenomen met 20 tegen 11 stemmen. De VOORZITTER: Dan stel ik aan de orde de andere motie, die is ingediend door de heer Pirée en de zijnen. Het lijkt mij toch goed om die even voor te lezen, omdat er behalve de lezers in de zaal nog luisteraars buiten de zaal zijn. De motie luidt als volgt: "De raad van de gemeente Roosendaal en Nispen in vergadering bijeen op donderdag 20 december 1984, OVERWEGENDE

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1984 | | pagina 343