- 684 - grootte van een half miljoen zullen opleveren. Ik denk, dat we daarop ook al niet moeten vooruitlopen en even de voorjaarsnota moeten afwachten. De heer PIREE: Mijnheer de voorzitter, ik zal de tweede instantie heel kort houden en hoofdzakelijk gebruiken om het woord "snerend" te neutraliseren. Als mijn opmerkingen snerend waren, komt dat, omdat mijnheer Rampaart altijd zegt, dat ieder vogeltje zingt, zoals het gebekt is en ik ben nu eenmaal zo gebekt. Het is niet laatdunkend bedoeld geweest. Dat woord zit volgens het woordenboek ook in het woord "snerend". Het is beslist niet de bedoeling geweest. Het is alleen zo, mijnheer de voorzitter, dat op zakelijke gronden (die door mij dan misschien snerend zouden zijn opgemerkt) de V.V.D. deze motie afwijst. Het is zo, dat wij juist het profijtbeginsel erbij gehaald hebben (dat waren zeer zakelijke argumenten), omdat wij niet alle donkere wolken hebben willen con cretiseren, niet ééntje. Ook wij weten, dat de rente gelukkig wat dalende is. Tenminste voor vele mensen is dat gelukkig. Dat houdt in, dat er nog zoveel onzekerheden zijn die zo vaak zijn opgenoemd, dat wij daarop niet verder ingaan. Dat zijn de zakelijke redenen, waarom wij zeggen: wees verstandig, voer geen financiële politiek op korte termijn, maar kijk iets verder dan je neus lang is. Als U weet, dat er in de toekomst inderdaad (zonder dat je het precies tot op de cent kunt uitrekenen) nare zaken voor ons aankomen, moet je dit voorstel nu goedkeuren en tegen de motie stemmen. Dank U wel. Overgegaan wordt tot stemming over de motie van het C.D.A. V5ór de motie stemmen achtereenvolgens de heren Claessens, Rampaart, de dames van Benthem-Schoonen, Adriaansen-van Nispen, van Zon-de Wit, de heren Buijsen, Rademakers, Jongenelen, Biskop, mevrouw Kerkhof-Mos, de heren Backx, de Man, van Haperen, Wouters, Luijkx, mevrouw de Sutter-Besters, de heer Heijmans, mevrouw Moerdijk, de heren Notenboom en Kerstens. Tegen de motie stemmen achtereenvolgens de heren van Drunen, Hoogendoorn, de dames Wegman-van Kan, Eenink, Borghans, de heren Vergouwen, de Leeuw, de Jong, Vos, de Bruijn en Pirée. De motie is dus aangenomen met 20 tegen 11 stemmen. De VOORZITTER: Aan de orde is vervolgens motie nummer 3. Dat is de motie be treffende Youth for Christ, ingediend door de V.V.D. en luidende als volgt: "De raad van de gemeente Roosendaal en Nispen, in vergadering bijeen op 16 december 1982; a. overwegende, dat Youth for Christ een organisatie is die een kerkelijk doel nastreeft en als doelstelling heeft het evangelisatiewerk, blijkens artikel 3 van de statuten; b. overwegende, dat de gemeentelijke overheid in deze geen taak heeft; besluit aan Youth for Christ, afdeling Roosendaal, voor het begrotingsjaar 1983 geen subsidie toe te kennen; en gaat over tot de orde van de dag". >P - 685 - De motie draagt de ondertekening van mevrouw Eenink, de heer Pirée, mevrouw Borghans, de heer Vergouwen, mevrouw van Zon, de heren van Drunen, Hoogendoorn en mevrouw Wegman. Wie wenst naar aanleiding van deze motie het woord? Mevrouw EENINK: Mijnheer de voorzitter, graag een punt van orde. Ik wil de motie iets wijzigen, omdat ik in de schorsing begrepen heb, dat er dreigingen met Arob-procedures voor de deur zouden staan, als de motie op deze manier aan genomen wordt. Ik wil erin verwerken, dat de intrekking van de subsidie per 1 januari 1984 zal plaatsvinden, maar wel met de mededeling aan de betrokken instelling nu reeds. De VOORZITTER: Dus: "besluit aan Youth for Christ, afdeling Roosendaal, met ingang van het begrotingsjaar 1984 geen subsidie toe te kennen". De heer BUIJSEN: Mijnheer de voorzitter, ik heb een punt van orde. Wij behan delen nu de begroting 1983. Ik heb begrepen van mevrouw Eenink, dat zij om haar moverende redenen de motie wijzigt, maar het voorstel dat ze nu brengt, is voor het begrotingsjaar 1984. Kan dat nu aan de orde worden gebracht? De VOORZITTER: Dat denk ik wel, want je moet die instellingen tijdig waarschuwen, anders zitten we vast aan Arob-procedures. In wezen zegt men: stoppen met het subsidie aan Youth for Christ, maar het zijn subsidie-technische redenen die de ingang daarvan pas met ingang van 1 januari 1984 doen zijn. Dat is de materiële inhoud van de motie. Mevrouw KERKHOF-MOS: Mijnheer de voorzitter, de C.D.A.-fractie is van mening, dat de subsidieverordeningen in Roosendaal en Nispen correct moeten worden nageleefd, zowel door verenigingen en instellingen als door de gemeentelijke overheid. Op basis van de voor alle instellingen en verenigingen op het sociaal- cultureel terrein geldende verordening wordt ook door Youth for Christ om geldelijke steun gevraagd. Het zou van volstrekte willekeur getuigen als een instelling daarnaast nog met andere maatstaven wordt gemeten. Wij hebben van ons standpunt ten aanzien van het subsidie voor Youth for Christ hier in de raad al herhaaldelijk blijk gegeven. De doelstelling van de stichting bepaalt zich niet tot evangelisatiewerk alleen, maar heeft wel degelijk daarnaast ook maatschap pelijke zorg. Misschien moet mevrouw Eenink daarvoor iets meer de statuten lezen en dan zal ze er vanzelf achterkomen. Er is voor het C.D.A. danook geen enkele reden op onze eerdere visie (waarvan we herhaaldelijk hebben blijk gegeven) terug te komen. Dank U wel. De heer RAMPAART: Mijnheer de voorzitter, U zult niet verwonderd zijn als ik deze motie niet steun. Ik vind evangelisatiewerk ook een soort vormingswerk en ik vind het helemaal niet erg, dat er aan evangelisatie gedaan wordt. Ik weet ook wel, zoals mevrouw Kerkhof zegt, dat het niet het enige is dat daar gebeurt. Mevrouw EENINK: Mijnheer de voorzitter, ik wil even reageren op het betoog van mevrouw Kerkhof. In de statuten staat heel duidelijk het volgende.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1982 | | pagina 348