- 680 -
De heer PIREE: Mijnheer de voorzitter, deze motie komt bij de V.V.D. typisch
over. Vooraf zal ik stellen, dat de V.V.D.-fractie deze motie zal ondersteunen,
opdat U niet denken zal, dat wij bang zijn dat er iets van de raadsvergoeding
afgaat als individuele raadsleden.
Als V.V.D.-fractie hebben wij wat moeite met de manier van politiek bedrijven,
hetgeen hier nu gebeurt. Wat is er namelijk aan de hand? Wat is het werkelijke
effect van deze motie? Wat bezuinigen we met deze motie? Spreekt hier misschien
iets uit in de zin van etalagewerk? Het zijn leuke dingen voor de mens, wij doen
dit eventjes, ziet U wel, wij bevriezen onze eigen jaarwedde.
Mijnheer de voorzitter, wij vinden persoonlijk, dat, als de minister de ambte
narensalarissen bevriest, uiteraard (daarvoor behoef je geen motie aan te nemen)
de vergoeding voor de raadsleden mee bevroren moet worden. Daarmee moet je geen
politiek bedrijven. Wij hebben waardering voor raadsleden die zelf hun werk goed
doen, die gemiddeld 20 uren per week met raadswerk, met commissiewerk en met
contacten met hun achterban bezig zijn. Dan vinden wij, dat je daarmee niet in
de etalage, dus in een openbare vergadering, moet spelen in de zin van: kijk
eens hoe goed wij zijn.
Nogmaals: de V.V.D.-fractie ondersteunt de motie, omdat wij niet bang zijn iets
te moeten inleveren, maar wij hebben moeite met de manier, waarop het gebeurt.
Het raadslid zou ook gedeelten van zijn vergoeding vrijwillig terug kunnen
overmaken aan de gemeente. Dan weet niet heel Roosendaal hoe goed ze wel zijn.
Dat is de smaak die onze fractie van dit soort moties overhoudt. Dank U wel.
De VOORZITTER: Wensen nog andere leden het woord over deze motie of wenst een
van de indieners van de motie te reageren op de opmerkingen die van de zijde van
de heer Pirée zijn gemaakt? Zo nee, wenst iemand stemming over de motie? Dat
blijkt het geval te zijn.
Overgegaan wordt tot stemming over de motie van het C.D.A.
Vóór de motie stemmen achtereenvolgens mevrouw Eenink, de heer Wouters, mevrouw
Borghans, de heer Luijkx, mevrouw de Sutter-Bestersde heren Vergouwen, de
Leeuw, de Jong, Vos, Heijmans, mevrouw Moerdijk, de heren de Bruijn, Notenboom,
Pirée, Rampaart, de dames van Benthem-Schoonen, Adriaansen-van Nispen, van Zon
de Wit, de heren Rademakers, van Drunen, Jongenelen, Biskop, mevrouw Kerkhof-
Mos, de heer Hoogendoorn, mevrouw Wegman-van Kan, de heren Backx, de Man en van
Haperen.
Tegen de motie stemmen achtereenvolgens de heren Kerstens, Claessens en Buijsen.
De motie is dus aangenomen met 28 tegen 3 stemmen.
De VOORZITTER: Aan de orde is de motie nummer 2, ingediend door het C.D.A. met
betrekking tot de financiën en luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Roosendaal en Nispen, in vergadering bijeen op 9, 14 en
16 december 1982, kennis genomen hebbend van het bij de begroting behorend
dekkingsplan, nodigt het college uit de navolgende in het plan opgenomen voor
stellen te laten vervallen:
- 681 -
a. de verhoging van het reinigings- en rioolafvoerrecht, welke boven de trend
matige aanpassing uitgaat, ten bedrage van 107.000,—
b. de doorberekening van de milieuheffing aan de afnemers van aardgas voor een
bedrag van f 47.000,--;
en het hieruit voortvloeiende tekort in de navolgende rangorde te dekken:
1. de hogere margeverbetering van de aardgasafzet ten opzichte van het oor
spronkelijke in het plan voorziene ten bedrage van f 185.740,--;
2. voortaan in het eerste jaar van de kapitaalsuitgaaf van onrendabele investe
ringen rekening te houden met een afschrijving van gemiddeld 10 maanden;
en gaat over tot de orde van de dag".
Ik kan niet precies alle handtekeningen lezen, maar er staan in ieder geval zes
handtekeningen onder. Het standpunt van het college van burgemeester en wethouders
ten aanzien van de motie is bekend. Wenst iemand naar aanleiding van deze motie
het woord?
Mijnheer Claessens, U staat als eerste op mijn lijstje vemeld, maar U bent de
indiener van de motie namens het C.D.A., begrijp ik*, dus zet ik U achteraan, dan
kunt U eventueel antwoorden op de opmerkingen.
De heer PIREE: Mijnheer de voorzitter, een toelichting van het C.D.A. is bij
deze motie méér dan nodig.
De VOORZITTER: Over de motie hebben we al 3| uur gepraat.
De heer CLAESSENS: Mijnheer de voorzitter, de motie is qua strekking zó dui
delijk, dat ik aannam, dat ze zelfs voor de V.V.D. duidelijk zou zijn.
De VOORZITTER: Tenslotte bepaalt de voorzitter de orde van de vergadering en
niet mijnheer Pirée.
De heer PIREE: Dat ben ik helemaal met U eens, mijnheer de voorzitter. Ik ben er
ook blij mee, want ik zou het niet op zo'n voortreffelijke wijze kunnen als U
het doet.
Mijnheer de voorzitter, de V.V.D. heeft enorme moeite met deze motie. Ten eerste
straalt ze iets uit van wat ze helemaal niet is, namelijke financiële deskundig
heid.
Sorry, ik moet een beetje hard zijn, mijnheer de voorzitter, want als het C.D.A.
zegt, dat de motie zó duidelijk is, dat ze geen toelichting behoeft, moet ik
toch zeggen, dat ze voor mij zo onduidelijk is als de donkere wolken die er
aankomen.
Wat is de bedoeling hiervan? We gaan enige tarieven ietsjes meer dan trendmatig
verhogen. Ik ga er niet meer nader op in. De wethouder heeft het op een voor
treffelijke manier gedaan. We gaan wat doorberekenen van milieuheffing. Al met
al gaan we een kleine honderdvijftigduizend gulden bij de burgers extra weg
halen.
Nu blijkt er tijdens het opstellen van de begroting en het aanbieden van de
begroting een meevaller te zijn ten bedrage van 185.000,-- op het gebied van
de margeverbetering van het aardgas. Als we deze motie, zoals ze hier ligt,
aanvaarden, gaan we een bedrag van f 154.000,-- weggeven als gemeente (dus