- 639 - veelvoud van woorden weggevallen, maar ik heb hem toch genoemd, omdat het praktisch allemaal op hetzelfde neerkwam. Ik ben met zijn laatste opmerking gelukkig, dat wanneer mijn periode tot een eind komt, ik geschikt ben voor winkelier. Als ik dan toch winkelier word, hoop ik sigarenwinkelier te worden, want mijnheer van Schilt zal dan wel klant worden, want hij is weer aan het roken geslagen. Mijnheer van Overveld zegt, dat hij de gesprekken die op gang zijn gebracht met Saroen geweldig waardevol vindt. Ik kan hem in dit verband toezeggen, dat inderdaad een vervolg in januari plaatsvindt en ik mag zeggen, dat het voltallig college hieraan heeft deel genomen om zodoende toch meer de vertrouwensrelatie ten opzichte van de stichtingen met het uitvoerend werk in het kader van het welzijnsplan op die manier te kunnen realiseren. De bedoeling van zijn vraag betreffende de woningtoewijzing heb ik inderdaad goed begrepen. Dat mag ik wel zeggen. Mij rest nog de vraag van de heer Notenboom. De heer Notenboom is het met de wethouder niet eens (dat gebeurt niet zo vaak, maar het kan natuurlijk wel eens gebeuren) en dat gaat over de uitlating die ik heb gedaan in het kader van het onderbrengen van meer welzijns aspecten en eventueel gezondheidszorg in de gemeentelijke sociale dienst. Ik heb het woord "sociale supermarkt" laten vallen. Het is natuurlijk geen supermarkt, zoals dit naar buiten wordt gedragen, maar ik moet U wel zeggen, dat dit een landelijke term is geweest bij de behandeling van dit stuk. Men is landelijk aan het pro beren - en op enkele plaatsen heeft men het reeds gedaan, maar het is een totale mislukking geworden - bepaalde dingen die tot het welzijnsterrein en ook bij volksgezondheid behoren onder te brengen in een sociale dienst om daardoor - zoals U het ook formuleerde - een betere communicatie te krijgen van het een naar het ander, zowel de materiële als de immateriële nood, gelijk aan elkaar gekoppeld met de sociale aspecten eraan verbonden. Aan de andere kant moet ik zeggen en daar komt de naam supermarkt vandaan, dat de mensen zeggen: "U kunt natuurlijk alles onder één dienst brengen, maar niet iedereen is ervan gediend, wanneer hij op een ander terrein hulp nodig heeft dat onder het odium van de gemeentelijke sociale dienst te moeten verwerken". Anderen zeggen weer: "met de huisvesting zijn we gebonden aan richtlijnen en financiële consequen ties eraan verbonden, ook weer in een andere vorm". Vandaar, dat ik zei en ook anderen hebben dat voor mij gezegd, dat het onderbrengen van teveel disciplines in de sociale supermarkt te gemakkelijk leidt tot fricties die later dan weer ontaarden tot een splitsing of het uiteengaan van elkaar met nadelige gevolgen voor de patiënt of de cliënt. De andere vraag van de heer Notenboom ging over de agressiviteit die er altijd ontstaat en hij vroeg of dat niet zijn oorzaak vindt eventueel in te weinig kwalitatieve krachten. Hij heeft genoemd ongeveer 15 tot 20%. Wij komen aan een totaal bedrag van 3.600 personen en partijen en zo komen we toch uit op nog geen 10%. - Daarover - - 640 - Daarover willen we vanavond niet redetwisten, maar het is toch een heel bedrag. Met kwalitatief zijn bedoel ik, dat wij er druk mee bezig zijn, ook vanuit het college van burgemeester en wethouders, want ik heb ook in mijn algemene beschouwingen gezegd, dat we op dit moment bezig zijn met de vaststelling en de taakomschrijving van twee groepschefs die dan meer gespecialiseerd dit werk kunnen gaan doen. Ik ben blij met Uw bezorgdheid daaromtrent en met Uw verlangen, dat de mensen die inderdaad gebruik moeten maken van de dienst op een zo efficiënt mogelijke wijze en op kwalitatieve wijze kunnen worden behandeld. Dit was het, mijnheer de voorzitter. De heer DE JONG, wethouder: Mijnheer de voorzitter, de heer van Lieshout is wat verontrust over een publicatie die hij gelezen heeft in een advertentieblad. Hij was zo vriendelijk mij vóór de vergadering er even op attent te maken. Hij zegt, dat er een valse beschuldiging van de raad in staat. De raad zou kortzichtig zijn geweest, de raad zou vertraging in de hand hebben gewerkt en het zou miljoenen hebben gekost. Hij vraagt waaraan die uitspraak te danken is. Het is niet afkomstig van het gemeentebestuur en het is niet afkomstig van het bestuur van de vuilverwerking. De direkteur van de V.V.R. verzekert mij, dat hij wel een interview heeft toe gestaan aan de journalist van het desbetreffende blad, maar hij is ook zeer verontrust over de publicatie en hij stelt, dat hij (en er staan meer verkeerde publicaties in dat stuk) geen bijdrage heeft geleverd aan de verkeerde publicaties die er zijn. Ik geloof, dat de raad zich ook niet verontrust daarover hoeft te voelen, want er is maar één waarheid en dat is de echte waarheid. De raad heeft hierin helemaal geen rol gespeeld. Ik wil dan ten genoegen van de heer van Lieshout echt wel zeggen: er is niets anders aan de hand geweest. Het heeft gewoon erg lang geduurd, omdat het geen eenvoudige zaak is voor ondernemers om aan subsidie, vergunning en vooral om aan grond te komen. Sinds vanmorgen ben ik er toch iets optimisti scher over geworden. Ik heb zeker de hoop, dat het zeer binnenkort in de loop van het volgend jaar allemaal voor elkaar gaat komen, ondanks toch wel (ik heb het in meer kranten gelezen) ergens een actie om een dergelijk project voor iets te gebruiken, wat in deze helemaal niet aan de orde is. Ik dacht de heer van Lieshout te kunnen geruststellen. De raad treft geen enkele blaam. De heer Rademakers komt weer terug op de bereikbaarheid van het ziekenhuis. Ik ben bang, dat het ziekenhuis altijd wel slecht bereikbaar zal blijven om de doodeenvoudige reden, dat het slecht ligt. Het ligt nu eenmaal slecht ten opzichte van het centrum en ten opzichte van de aansluitingen aan de rijkswegen. Wij hebben er aan gedaan wat we kunnen, maar voor het tot stand brengen van nieuwe afslagen op de rijksweg hebben wij tot nog toe geen resul taat kunnen bereiken. Optimaal zal het zeker nooit worden. Het blijkt, dat de heer Rademakers nog steeds niet is ingenomen met de bereikbaarheid van de industrieterreinen en hij zegt: "die - chauffeurs -

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1977 | | pagina 335