El £SS?13SÏ-r 15 ?Fis - r~ -10- scnreven "bmr--^01710gsoir on wsijhoudpy^ in -s- rtAmn4--n n JfaviH- rio+ ^au^rs aan neo CoiQit»8 Balan^sn uipimp m«stefe^we?hoSierSf4°nF°I F°T^ «S^rioMS^toge- G -J: ,°ok blijkt niet, waarom de markt binnen elf dagen moet verdwijnen naar de Nieuwe Markt, hoewel sr aan de Nieuwe T^JTÏ voorzieningen zijn getroffen. Met voldoening en erkenïe- n IJ spreker m de brief van burgemeester en wethouders aan het Hoofdbedrijfschap voor de Markthandel gelezen, dit de mening van de markukooplieden van veel belang is. Ook verheugt het hem dat burgemeester en wethouders aan die instelling advies vroegen over de te treffen voorzieningen. Het antwoord van het hoofdbedriif- 91 nSv mW°Sr\Yan—no7Gïnber .T-958. Het prae-adviesis gedagtekend 21 novemberEr zijn zeker enige dagen overheen gegaan en spreker moet daarom concluderen, dat dit advies niet in aanmerking is^genomen bij het opstellen van het prae-advies. Spreker vraagt zich af, waarom burgemeester en wethouders aan de mening van de marktkooplieden blijkbaar toch niet die waarde hecnren, waarvan in hun brief sprake was. Bovendien is het advies over de te treffen voorzieningen nie£,afgewacht. Spreker vraagt" zich ai, met welke middelen er nog voor 15. december a.s. voorzienin gen aan de Nieuwe Markt getroffen zullen kunnen worden. Hij denkt hier aan het wegwerken van putten, aan fietsrekken, aan ringen voor het vastzetten van de kramen, aan toiletvoorzieningen, waarbij hij MVefJ:Sens °Pm~rken> geen aanwinst voor de Nieuwe Markt zou vinden, als daar gebouwtjes met een hartvormige uitsnijding voordeur aangebracht zouden moeten worden# Sprekers primaire vraag is nu, of dit agendapunt niet dient te worden aangehouden opdat burgemeester en wethouders zich zullen kunnen beraden over het' a -Vies van het Hoofdbedrijfschap en over de later ingekomen adviezen. En zijn tweede vraag als de raad verplaatsing van de markt wil, is het dan niet beter, de termijn zodanig te stellen, dat de nodige voorzieningen nog kunnen worden getroffen Spreker vind.t het prae- advies vaag. De argumenten, die burgemeester en wethouders opnoemen voor verplaatsing, zijn de wenselijkheid van een snelle ontplooi ing van de Nieuwe Markt, de huidige moeilijkheden voor de aan- en aivoer, het te grote aantal kramen en de huidige verkeersmoeilijk heden. Naast deze vier kan spreker nog wel twintig redenen pro en contra bedenken. Zijns inziens kan hier niet van een advies worden gesproken, maar alleen van een subjectief standpunt, d.at overigens niet voldoende gemotiveerd is. Spreker is van oordeel, dat, gezien de belangstelling van de bevolking en de mededeling, dat burgemees ter en wetnouders veel belang hechten aan de adviezen, dit agenda punt zeker niet kan worden afgewerkt zonder geduchte afweging van f langen. De raad zal zich bij die afweging moeten laten lei den door de adviezen van technischezijde en van de zijde van het publiek. De raad zal immers thans zelf deze zaak moeten overwegen. Tot goed begrip zal het eerst nodig zijn, vast te stellen, welke functie een markt heeft. Spreker gelooft, dat die functie is a) -11- a) de markt kan aan bepaalde groepen van de bevolking inzicht geven in de prijsniveaus. Zij heeft dus een prijsbepalende functie. Men ziet de prijzen en kan ze vergelijken met die in de winkels. b) op de markt worden goederen in ruil gebracht, die men normaliter niet kan kopen. c) dank zij de markt komen er consumenten naar het marktterrein^ Deze aanvoer var consumenten is thans het twistpunt tussen vele ingezetenen van Roosendaal. Men zal zich ook moeten bezinnen op de eisen, die aan een markt gesteld moeten worden.- Yereist is dan allereerst, dat de mar; j zich bevindt op een gesloten circuit, een volgebouwd plein, looms is nodig, dat de kramen niet ver uit elkaar staan, maar dicht opeen. Men denke in dit verband aan belangrijke winkelstraten de Kalver- straat in Amsterdam, de lijnbaan in Rotterdam, de Ginnekenspraatru Bredade winkelstraten van Tilburg, Eindhoven en Brussel. Dat zijn allemaal enge straten, die het winkelen tot een gezellig iets maken. Uit eigen ervaring spreker ook Nijmegen als voorbeeld noemen. In dit opzicht gelden psychologische faktoren, die door ervarings- regels bevestigd zijn. Behalve de functie van een markt en de ver eisten, waaraan een marktterrein en de kramenopstelling moeten voldoen, dient men voorts nor in het oog te houden de ervaringen, die met marktverplaatsing opgedaan plegen te worden. De ervaring nu heeft geleerd, dat marktverplaatsing de tendentie heeft, dat de markt terugloopt en wel tijdelijk, indien voldaan wordt aan de eisen, waaraan een markt moet voldoen en blijvend, als daaraan niet wordt voldaan. Het is van belang, dit alles in het oog te houden bij de oordeelvorming over de wenselijkheid of niet-wenselijkheid van de verplaatsing. Aan de eis, dat het marktterrein een gesloten plein moet zijn, voldoet de Nieuwe Markt nog niet. De kramendichtheid heeft men in eigen hand. Belangrijk is, dat er in Roosendaal sprake is van een centrale markt, die een streekverzorgende functie heeft. Een centrale markt is gevoeliger voor verplaatsing dan een weekmarkt. In het prae-advies wordt als argument voor verplaatsing genoemd de wenselijkheid van een snelle ontplooiing van de Nieuwe Mar kt. ^Gezien de ervaringsregelen echter is een teruggang te verwachten. Dat spreekt overal, maar net zal hier veel sterker spreken dan elders, omdat de Nieuwe Markt niet volgebouwd isAls men van een middel gebruik maakt ter bestrijding van een kwaal, moet men wel zeker weten, dat het middel niet zijn kracht verliest tijdens de behande ling, want in dat geval zou Let middel erger zijn dan de kwaal. De fractie van de Katholieke Unie heeft bewondering voor de moed van de winkeliers, die zich aan de Nieuwe Markt gevestigd hebben. Spreker zou niets liever zien dan dat de exploitatie van hun be drijven zo goed mogelijk zal gaan, maar het is z.i. de vraag, of dat inderdaad kan worden bereikt door verplaatsing van de markt. Naar de mening van spreker c.s. is d.aarvoor nodig, dat burgemeester en wethouders door het verlenen van faciliteiten en door de uiterste diligentie zorgen voor het volbouwen van de Nieuwe Markt. In ijmegen heeft men naast een drukbezochte markt een nieuw,groot plein aan gelegd. Dat leed aan hetzelfde labeur. Er liep geen sterveling overheen, hoewel het nog de verbinding vormde tussen de benedenstad en de rest van Nijmegen. Het plein is pas gaan leven, toen het voor drie kwart volgebouwd was en toen werd het een integrerend deel van de stad. Hetzelfde zal hier gebeuren, als met alle middelen -wordt-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1958 | | pagina 135