Bii_
6
treftwaarvoor het nageslacht dankbaar zal zijn.
De VOORZITTER dankt den heer Konings. Den dank van den
heer Konings moet spreker terugbrengen tot de burgers van
Roosendaaldie het nemen van dit besluit hebben mogelijk ge
maakt.
4. BENOEMING VAN EEN PLAATSVERVANGEND WETHOUDER,
De VOORZITTER zegt,dat een voorstel'is gedaan tot be
noeming van een plaatsvervangend wethouder we Ik voorstel hij
aan de orde stelt.
De heer THEUNISSE zegtdat een dergelijk voorsrel iets
nieuws is voor Roosendaalomdat nog nooit een plaatsvervangend
wethouder werd benoemd, wanne er deze niet noodig was. Indien
spreker twijfelde aan de waarheidsliefde van zijn zegsman,
zou hij meenen,dat hier sprake was van naaperij van Bergen op
Zoom. Zijn zegsman heeft aan spreker echter medegedeeld ,dat
in de vorige vergadering vergeten is,dit voorstel te doen.
Aan spreker is voorts medegedeeld,dat het in de bedoeling lag
hiervoor Dr.Moerdijk te benoemen. Op diens capaciteiten wil
spreker niets afdingen. In'de Katholieke raadsfractie hebben
thans ook zitting personen,die daar vroeger niet toe behoorden.
Deze personen brachten vroeger steeds naar voren,dat ook re
kening diende te worden gehouden met de rechten van de minder
heid. Nu had spreker verwacht,dat deze fractie zulks thans wel
zou hebben gedaan. Spreker zegt,dat zijn fractie hieraan hare
medewerking niet kan verleenenwat blijkbaar ook niet noodig
wordt geacht,omdat door de Katholieke fractie niet is uitgekeken
naar candidaten buiten deze fractie. Een kersversch raadslid
acht spreker niet de daarvoor geëigende persoon. Van iemand,
die pas dc politieke schdenen heeft aan getrokken,kan niet
worden verwacht,dat deze dit alles zal kunnen. Beter ware
het geweest indien hiervoor een der beide afgetreden wet
houders werd aangewezen. Spreker bad veiwacht ,dat bi j een aan
tal van drie wethouders er voldoende tijd was om in een volgen
de raadsvergadering bij eventueele ontstentenis van een wet
houder diens plaats tijdelijk te doen vervullen.
De heer LEEUW zegt,dat de wijzewaarop deze'zaak wordt
aan de orde gesteld,n.1. zonder eenige motiveering,hem vreemd
aandoet. In de afgeloopen periode heeft men langen tijd^
slechts twee wethouders gehad. Spreker is er van overtuigd,
dat deze taak voor twee personen te zwaar is waar om zijne
fractie er hare medewerking aan heeft verleend drie wethouders
te benoemen. De Raad wordt thans voor een feit gesteld door
eene fractiewaarvan b.v. de heer Tiebackx,vroeger herhaalde
lijk zich heeft beroepen op het recht van de minderheid,doch
die,nu hij zelf hierin heeft te beslissen,de grootst mogelijke
minderheid in haar sop laat gaar koken, Er zijn drie wet
houders gekozenwaarvan mag worden verwacht,dat zij hun best
zullen doen. Een reserve-wethouder benoemen,die op gezette
tijden als reserve zou moeten invallen,is iets waarvan
spreker thans zijne medewerking niet zal verleenen,wijl hij
zulks overbodig acht.
De heer VALKENBURG zegt te moeten beginnen met schuld
te bekennen. Ofschoon spreker daartoe een opdracht had van
zijne fractie heeft hij in de vorige vergadering verzuimd
dit voorstel te doen. Bij de besprekingen in zijne fractie
is deze zaak onmiddellijk aan de orde gesteld. Dat het voor
stel eerst thans wordt ingediend is een nalatigheid van
sprekerwaarvoor hrj. hun'ydie zich daardoor gexrenkd voelen,
excuse vraagt. Thans is het voorstel schriftelijk door de
Katholieke raadsfractie gedaan.
Met de visie van den heer Theunisse op deze aangelegen
heid is spreker het niet eens. Zijne fractie stelt hoogen prijs
op continuiteit in het college van Burgemeester en Wethouders
De Secretaris der fractie zal vele besprekingen met de Wet
houders moeten houden, waar door deze vrij goed op de hoogte
zal zijn van de te behandelen zaken. Het ligt in de bedoeling,
dat alleen bij langdurige afwezigheid van een wethouder de
plaatsvervanger zal optreden,in welk geval op deze wijze
iemand
7,
iemand zal invallen,die daarvoor geschikt is. Spreker kan
zich niet voorstellendat het spoedig zal noodig zijn,dat de
plaatsvervanger in functie treedt.
Spreker is getroffen door Hetgeen de heer Theunisse'
zeide over de keuze van den plaatsvervanger uit'een der an
dere groepen. Zooals spreker reeds heeft gezegdwenscht zijne
fractie continuiteitwaarop de candiüaat uit deze fractie zal
worden gékozen. De heer Theunisse en anderen zijn er de o-or-
zaak vari,dat met hen te voren niet is kunnen worden gecon
fereerd, waar om dezen thans niet moeten spreken van gemis aan
zielegrootheid. Wat geschiedt is alleen nuchter practisch
parlementarisme
De heer-STUIK zegt niet te kunnen begrijpendat zou
zijn verzuimd dit voorstel in de vorige vergadering aan de
orde te stellen. Spreker wil de heeren niet voor leugenaars
uitscheldendoch felj vindt het vreemd,dat de leden der Kar.
üiolieke fractie den heer Valkenburg in de vorige vergadering
geen wenk hebben gegeven. De heer Valkenburg heeft gezegd,dat
het niet dikwijls zal noodig zijn,dat de reserve wethouder
invaltwaarom spreker zich afvraagt waarom niet bij voorkomen
de gelegenheden een dergelijk besluit ban worden genomen, Des
noods zou hiervoor eene spoedeischende vergadering kunnen worden
uitgeschreven.
De heer VAN DBR BURG# zegt,na de verdediging van den
heer Valkenburg er nog meer van overtuigd te zijn geworden,
dat deze aanstelling niet noodig is. De heer Valkenburg
heeft n.1, geen enkel argument aangegeven waarom deze be
noeming thans moet geschieden. Spreker acht het beter hier
mede te wachten tnt blijkt.dat de aanstelling noodig is.
De heer LEEUW zegt,dat de verdediging van het voorstel
door den heer Valkenburg vrij vaag is geweest. In de parle
mentaire geschiedenis van Roosendaal is zoo iets,voor zoover
spreker bekend is,nooit voorgekomen. Met de kleinst mogelijke
meerderheid tracht de Katholieke raadsfractie alles voor zich
in de wacht te slepen. Spreker kan zich niet voorstellen,
dat dit voorstel in de vorige vergadering zou zijn vergeten.
Indien een det^wethouders moet 'worden vervangen,waar moeten
dan de financiën vandaan komenvraagt; spreker. De heer Tiebackx
heeft nooit anders gesproken dan over bezuiniging,terwijl
ook deze thans sanctie vraagt op dit voorstél.
Waar de heer Valkenburg heeft gezegd,dat het feitelijk
de schuld is van de oppositiedat'geen overleg is kunnen
worden gepleegd,vraagt spreker,ofwanneer was gebleken,dat
men elkander verkeerd had begrepen,het niet beter was ge
weest in de vorige vergadering de kaarten op tafel te gooien
en mét elkander alsnog besprekingen te houden. Spreker stelt
vaat,dat de verantwoordelijkheid drukt óp de schouders van
hen,die thans dit voorstel doen en zegt,dat zijne fractie
blanco zal abemmen.
De heer VALKENBURG zegt weinig te hebben toe te voegen
aan hetgeen hij reeds heeft gezegd. Spreker constateert
tegenstrijdigheid, waar de oppositie eenerzi jds'er opwijst,
dat de voorgestelde aanstelling niét noodig is,doch ander
zijds aandringt op overleg in deze. Vast staat,dat de
grootste fractie niet is begonnen met het houden van be
sprekingen over de bezetting der wethouderszetelsVoor
spreker staat het vastdatwanneer het aan de overzijde ge
lukt zou zijn eene meerderheid te vöimen,van de grootste -
groep geen notitie zou zijn genomen. Sprekers fractie aan
vaardt ten volle de consequenties van haar voorstel.
Het voorstel tot benoeming van een plaatsvervangend
wethouder,als bedoeld in artikel 96 der gemeentewetwordt
met 10 te|en 9 stemmen aangenomen.
Voor hebben géstemd de heerén Broos, ValkenburgLanen
Van Nassau, Tiebackx, Van Overveld, Moerdijk, Voeten, Année,en
Damen; tegen de heeren Kónings, Verhei jen, Vergunst, Koen,
Van der Burgt, Van Miert, Theunisse, Stuik en Leeuw.
De VOORZITTER benoemt tot stemopnemers voor deze en
volgende stemmingen de heeren Lanen en Van Nassau.