34. gewerkt. Door het besluit var. Burgemeester en Wethouders is naar sprekers meening inbreuk gemaakt op de rechten van het personeel e: zijn gerechtvaardigde verwachtingen teniet gedaan. Overeenkomsten toch worden getroffen voor den termijn,waarvoor ze gelden. Spreker hoopt,dat Burgemeester en Wethouders hun houding te dezen opzichte zullen wijzigen. Vervolgens geeft de toepassing van de clausule,dat met 12 dienstjaren het maximum-salaris wordt verkregen tot klachten aan leiding omdat hierbij Burgemeester en Wethouders anders fandelen, dan de Raad bedoelde. Evenals voor toekenning van pensioen en voor de toekenning van belooningen bij een bepaald aantal dienstjaren de los-vaste dienstjaren worden medegeteld,behoort dit te geschied! ten aanzien van de toekenning van het maximum-salarisSpreker hoopt,dat ook deze bepaling royaler door Burgemeester en Wethouder zal worden uitgevoerd. De heer ROMSOM kan niet accoord gaan met hetgeen de heer 4 Tlneunisse in laatst instantie heeft gezegd. Bij geen enkele over- p? heidsdienst tellen los-vaste dienstjaren mede. Hij zegt niet te be grijpen waarom de gemeente een afwijzend standpunt ten opzichte val de rijksregeling zou moeten innemen. De heer VERHBIJEN (Wethouder) zegt dat de meening van den heer Romsom ook de zijne is. Aan Burgemeester en Wethouders kan men niet verwijten,dat dezen de verordening uitvoerenzooals deze is vastgesteld. De pe riodieke verhoogingen zijn vastgesteld op 2 jaar,terwijl de betrol kenen op 1 Januari 1934 een periodieke verhooging hebben gehad, zoodat de eerstvolgende verhooging eerst op 1 Januari 1936 kan worden verleend. V/' Spreker zegt verder,dat het recht op periodieke verhooginge eerst aanvangt me' de vaste aanstelling. De heer THEDNSSSE zegt dat zijne bedoeling is,dat het per soneel een half jaar heeft dienst gedaan onder de oude voorwaarden en dat de aanspraak op eene periodieke verhooging per 1 Januari 1935 dit personeel is ontnomen. Hierdoor is eene overeenkomst tusschentijds Verbroken. Spreker zegt,dat het aantal losse dienstjaren door hem is in verband gebracht met het toe te kennen maximum. De datum van 1 Januari 1936 stond niet in de oorspronkelijke voorstellen; deze datum hebben Burgemeester en Wethouders aangebracht. De heer DE BRUIJN komt ter vergadering. De VOORZITTER zegt dat aan de verordening niet is veranderd, Bij de interpretatie ken men zich richten naar de historische of de juridische richting. Spreker raadt den heer Theunisse aan deze zaak aan Burgemeester en Wethouders over te laten,wijl de taak van dezen toch reeds niet gemakkelijk is. De heer THEUNISSE zegt,dat hij de stukken naast elkander heoft gelegd^en gezien heeft,dat deze niet gelijkluidend zijn. De - Raad heeft zich niet uitgesproken over den datum van 1 Januari 193r) Als Burgemeester en Wethouders eene commissie ad hoe hebben en Bur- gemeester en Wethouders met de meening van deze commissie geene rekening houdenwaarmede moeten dezendan rekening houdenvraagt spreker De VOORZITTER zegt,dat het verstandig zal zijn deze Zaak te laten zooals ze is. De heer THEUN ISSE vraagt of het rechtvaardig is,dat,wan- f neer iemand onder de oude bepalingen een half jaar heeft dienst gedaan en daarbij aanspraak maakte op eene periodieke verhooging, tusschentijds dit recht wordt ingetrokken. De VOORZITTER zegt,dat met het oog op de billijkheid het juister was geweest,dat met de omstandigheid door den heer Theunisflj bedoeld was rekening gehouden, Thans is echter dit voor Burge meester en Wethouders slechts eene kwestie van uitvoering. De heer THEUNISSE zegt,dat dit dan betreft de verordening, zooals ze is hetdrukt De VOORZITTER zegt,dat Burgemeester en Wethouders de ver ordening hebben aangevuld vóórdat de Raad ze heeft behandeld. De redeneering van den heer Theunisse wekt den schijn alsof Burge meester en Wethouders na de vaststelling in den Raad veranderingen hebben aangebracht. De 35 De heer THEUNISSE zegt,dat noch het georganiseerd overleg, noch eenige instantie dit had verwacht. De heer ROMSOM zegt,dat de Voorzitter juist heeft opgemerkt, dat de wijzigingen door Burgemeester en Wethouders vóór de behan deling in den Raad zijn aangebracht. Spreker heeft toen nog er tegen geprotesteerddat zoo weinig rekening was gehouden met de wenschen van het georganiseerd overleg. VOLGNUMMER 40. De heer VAN GILSE meent,dat deze post,met het oog op de uit komsten yan het vorige jaar f 100,-- hooger behoort te worden ge raamd, Bij bezuiniging dient men de realiteit in het pog te houden. De VOORZITTER zegt,dat Burgemeester en Wethouders voorstel len dezen post met f 100 te verhoogen. De heer VAN 'T WESTENDE zegt,dat bij de raming vermoedelijk reeds rekening is gehouden met de lagere prijzen,die de gemeente zal betalen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VOLGNUMMER 50. De heer SMITS zegt,dat de leden van den Raad veelal voor het zitting nemen in een stembureau vrij moeten nemen,in welk geval zij bij het presentiegeld nog geld moeten toeleggen. Met het voorstel van Burgemeester en Wethouders kan spreker alleen aacoord gaan in dien de gemeente aan de leden van den Raad vergoedt wat de:zenvoor het zittingnemen moeten nissen. De heer VALKENBURG onderschrijft de woorden van den heer Smits. Uit vorige besprekingen is het bekend,dat de bedoeling niet voorêit om zooveel mogelijk binnen te halen,doch slechts om vergoed te krijgen wat men moet missen. Spreker zou er voor zijn het pre sentiegeld te laten,zooals het thans is geregeld. De heer DEBRUIJN zegt,dat bij zijne fractie heeft voorge- zeten dit presentiegeld gelijk te maken aan het presentiege1 d voor het bijwonen van raadsvergaderingen. Daarbij is er niet aan gedacht, dat daardoor door sommige personen schade zou kunnen worden geleden, waarom hij er voor is het presentiegeld te laten,zooals het thans Se3?egeld,al valt niet te ontkennen,dat ook zakemmenschen schade lijden. Ve VOORZITTER vraagt of de leden er zich mede kunnen ver eenigen, dat het presentiegeld ongewijzgd blijft. De heer VAN GILSE heeft hiertegen bezwaar. De heer VALKENBURG zegt,dat hij,indien het bedrag wordt ge wijzigd,geen functie meer in een stembureau zal vervullen. Van'hem kan niet gevorderd worden,dat hij zijn gezin moet treffen om zit ting te kunnen nemen in een stembureau. Het spijt spreker dat dit onderwerp bij elke begrotingsbehandeling naar voren komt! keer Lr El ii zegt geen bezwaar te hebben tegen afschaffing van het presentiegeld als de loonderving maar wordt vergoed. In de stembureaux hebben vele leden zitting,die niet op geld zitten te wachten. Hij wijs; er op,dat hij voor het bijwonen van elke raads vergadering geld moet bijleggen. 56er R0M50M zou met ket voorstel kunnen accoord gaan,in dien de leden van de stembureaux,die geen loonderving hebben vrij- wiilig afstand zouden doen van hot presentiegeld. De heer TIEBACKX. zegt,dat ook een voorstel aan de orde is geweest tot verlaging van het presentiegeld voor het bijwonen van sor.ue5S^eri?Sen 7an den Raad?welk voorstel niet werd aangenomen, .och nadien door Loogcre autoriteiten werd opgelegd. Snreker kan er mede accoord gaan,dat schadeloosstelling wordt gegeven aan leden van stembureaux,die hierdoor schade ondervinden. Het voorstel tot verlaging van het presentiegeld voor de leden van stembureaux wordt met 3 tegen 13 stemmen verworpen. Voor hebber gestemd de heer Van Gilse, De Bmiijn en Tiebackx* tegen de heer en Van Osta, Konings, Verheijen,5 Romsom, Voeten Wal? Theu£isseaon^e^w P-Broos» ValkenburgSmits, Van 't Westende, VOLGNUMMER 66. hee-t teïJfS Ifh ™SE ket bezwaar,dat sprekers fractie hllr Ridde?s on ït ^Son1S+Va?-^ensi°en aan de ^ezen wethouderden i 1 ,ers)°P s^' -abrecliterlioke gronden door Burgemeester en f/et- men SJdienf16®4' kan eohter nlet v°or Ssln post stem- gelézen en luidt™:!1's^olgtfa°°r Seoretaris wordt voor- "De

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1935 | | pagina 21