8. 9. De heer TIEBACKX zegt,dat het niet gaat over het be drag ad f 31 dat het vergunningsrecht meer zal opbrengen, dooh meer over het bedrag der personeele belasting,hetgeen bij aanvaarding van hetgeen de heer Van Gilse verlangt voor de gemeente een mindere opbrengst aan personeele belasting beteekent van f 5000,-- a f 6000,--. Spreker meent, dat het wenschelijk is de personeele belasting voor koffiehuizen te wijzigen al s de heer Van Gilse vraagt,doch dat de belasting op biljarten kan worden gehandhaafd,in welk geval het ver schil niet zoo groot is. De heer LEEUW zegt,dat de opdrijving van het vergun ningsrecht een fait accompli is0 Hij meent,dat aan de wenschen van de koffiehuishouders behoort te worden tegemoet gekomen, waarom hij de ziensva jze van den heer Van Gilse deelt. De heer WALHAVENS izegt, dat het vorige verzoek van den requestreerenden bond werd afgewezen,omdat de gemeente het geld niet kon missen. Hij zegt,dat toén met allerlei gevaren is geschermd en dat hij niet begrijpt,dat de toestand zóó is veran derd, dat nu in eens tot belastingverlaging kan worden besloten. Hij kan niet met de zienswijze van den heer Van Gilse accoord gaan. De VOORZITTER zgèt,dat het grootste bezwaar is de ab normaal hooge biljartbelasting,waarom Burgemeester en Wethouder meenen deze eerst te moeten verlagen, vooral ook omdat kleinere zaken daarmede worden gebaat. Burgemeester en Wethouders heb ben het niet aan gedurfd de personeele belasting verder te verlagen,omdat daarmede van de gemeente een te groot offer zou worden gevraagd en de finaneieele positie van de gemeente dit niet^toelaat, Wanneer in de toekomst de mogelijkheid tot be lastingverlaging bestaat zal spreker daaraan gaarne zijne mede werking verleenen. De heer VALKENBURG vraagt den Voorzitterof deze ziish in zijne kwaliteit van wethouder van financien verantwoord zou achten wanneer verder werd gegaan dan in het prae-advies is aangegeven. De VOORZITTER zegt,dat hij dit niet met zijne verant woordelijkheid zou kunnen dekken. De heer VALKENBURG meent,dat eene verlaging der in komsten met f 25OO,"- reeds moeilijk te dragen zal zijn,waar uit blijkt,dat ten opzichte van de koffiehuishouders gedaan wordt wat mogelijk is. De heer VAN GILSE zegt te moeten erkennen,dat hij in deze zaak eenigsz&ns heeft gedwaald. Spreker voelt echter dat op het bedrijf een waren druk ligt,doch dat de Raad moeilijk in deze verder zal kunnen gaan. Hij zal dan ook zijne stem f geven aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer TIEBACKX is van oordeel,dat de vraag van den heer Valkenburg niet aan de orde is, omdat het te nemen besluit eerst op de begrooting voor 1935 drukt en de wijziging voor 1 September a.s, meet worden vastgesteld. De heer VERHEI JEN zegt.dat de verlaging automatisch op het jaar 1935 komt te drukken, al. .^e ^iee;ri TIEBACKX zegt,dat door het heffen van opcenten nog tijd eventueele bezwaren kunnen worden ondervangen. De heer VALKENBURG zegt,dat het voorstel van Burge meester en Wethouders reeds f 2500,— van de gemeente vraagt en dat,wanneer nog verder wordt gegaan,de andere belastingbe talers zullen moeten opbrengen wat de caféhouders minder be talen, Hij verzoekt den Raad niet te ver te gaan met pla tonische liefdesbetuigingen. De heer TIEBACKX zegt,dat de mindere inkomsten ook kun nen worden gecompenseerd door vermjndering der uitgaven. De heer VALKENBURG zegt, dat, aangenomen, dat de begrooting voor 1935 e;r> beter zal uitzien,kan worden besloten tot verlaging van het aantal opcenten op de personeele belasting,waarvan dan ook de caféhouders zullen profitoeren. Het voorstel tot wijziging van de verordening,rege3®nde het heffen van vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein,wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen aangenomen. (Dossier 39/9) Het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast stelling eener verordening tot vervanging van belastingbedragen, voorkomende in de wet op de personeele belasting 1896,door andere belastingbedragen (grondslag biljarten) wordt met 13 tegen Ij. stemmen aangenomen, (Dossier h$/6) vóór hebben gestemd de heeren Van Gilse, Theunisse, Welling, Van Osta, Romsom, Van Overveld, Valkenburg, A.Broos, Leeuw, Ver^eijen, Voeten, Smits en de Voorzitter! tegen de heeren Van t Westende, F.Broos, Walravens en Tiebackx. 12. VOORSTEL TOT CONVERSIE VAN GELDLEENINGEN. Prae-advies no.11 9q.) De VOORZITTER zjggt,dat hij hieromtrent nog mededeelingen heeft te doen,waarom hij dit punt aan het einde van de agenda zal aan de orde stellen, 13«®© heer VALKENBURG segt,dat hij bij de mededeeling van de ingekomen stukken heeft gehoord,dat Gedeputeerde Staten de goedkeuring van het besluit tot wijziging van de begrooting in verband met dezen aanleg afhankelijk hebben gesteld van de goedkeuring der gemeente-begrooting. De heer VERHEIJEN (Wethouder) zegt,dat dit een tijdsbe paling is en dat het niet anders kan. De heer VALKENBURG meent,dat de Raad alsdah hetzelfde voorbehoud moet maken voor den aankoop van den grond. De VOORZITTER zegt,dat hij namens Burgemeester en Wet houders kan mededeelen,dat geen gebruik zal worden gemaakt van de volmacht vóór het geteekende contract in het bezit van Bur gemeester en Wethouders is. f De heer TIEBACKX zegt, dat heih den aankoopprijs niet zoo goedkoop voorkomt. Hij vraagt of de gemeente van het ge- I vraagde bedrag nog terug ontvangt van het rijk. De VOORZITTER beantwoordt deze vraag bevestigend. De heer TIEBACKX zegt,dat hij geen teekening bij de stukken heeft gezien! hij zag gaarne dat aan de gewoonte van tervisie-legging de hand wordt gehouden. De VOORZITTER zegt,dat,wanneer deze teekening niet ter visie heeft gelegen, dit eene fout is,dio in het vervolg zal worden voorkomen. De heer TIEBACKX zou graag het schattingsrapport zien. De VOORZITTER vreest,dat dit niet zal gaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten van f(|£ C.Potters en van het Burgerlijk Armbestuur voor den aanleg van de ringbaan benoodigde grond aan te koopen,respectievelijk voor een bedrag van f 10.000,en f 699».(Dossier 285/5) lil. BESPREKING OMTRENT DE CIRCULAIRE VAN DEN MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN d.O.23 JUNI 195I4., N0.775,afd.W.en SBETREFFENDE DE STEUNVERLEENING VOOR WERKLOOZEN. De heer ROMSOM zegt,dat deze circulaire in de Commissie voor sociale zaken is besproken en dat omtrent de indeeling van deze gemeente in de "Jde klasse voor de steunverleening een stemmig van oordeel was,dat dit niet juist was. Naar aanleiding Ite ver- hiervan besloot zij aan Burgemeester en Wethouders[eene coramis- zoeken si© wit de commissie voor sociale zaken te benoemen,die zou trachten in deze indeeling verbetering te verkrijgen. Deze Commissie is door Burgemeester en Wethouders benoemd en heeft zich Van hare taak gekweten. Zij trachtte de gemeente evenals de gemeenten Breda en Bergen op Zoom ingedeeld te krijgen in de 5de klasse en toonde,bij de besproking,die op het departe ment werd gehouden,aan,dat bij de nieuwe regeling zeer veel werkloozen in hun steunbedrag zouden worden verlaagd,terwijl zij reeds belangrijke vertragingen hadden ondergaan. Bij het onderhoud bleek,dat men op het departement iets wilde doon, n.l. den Minister voorstellen de vakmenschen te rangschikken in de 6e klasse. Tegen dit voornemen heeft de commissie hare bezwaren kenbaar gemaakt en werd getracht alle werkloozen dezer gemeente ingedeeld te krijgen in de 6de klasse,doch hieraan kon li !l

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1934 | | pagina 75