5. li- De VOORZITTER deelt mede,dat in het raadsbesluit van 28 Maart j.1. de nummers der verkochte perceelsgedeelten, doo r*4 dat de dubbelen der kadastrale plans en leggers den juisten toestand niet weergaven,foutief zijn vermeld en dat Burge meester en Wethouder® thans voorstellen in het besluit de noodzakelijke verbetering aan te brengen door vaststelling van het besluit,met vermelding der juiste nummers. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten (Dossier 95/^20) De heer LEEUW vraagt wanneer de in de ingekomen stuk ken vermelde geneeskundige verklaring betreffende den heer Ridders is ingekomen. De VOORZITTER antwoordt,dat deze verklaring is gedag- teekend 22 Juli 193^4-- De heer LEEUW vraagt of er nog meerdere ingekomen stuk ken zijn. De VOORZITTER zegt,dat dit,voor zoover hem bekend is, niet het geval is. De heer LEEUW zegt hierop te weten,dat de heer Haver kort een brief aan den Raad heeft geschreven,die niet in de vergadering is gebracht. Hij vraagt hieromtrent opheldering. Haverkort zou n.1. beweren,dat bij zijne meubels,die op het politiebureau berusten,eene geldkist zou geweest zijn,waarin zich een bepaald bedrag aan geld zou bevinden. De VOORZITTER zegt,dat een dergelijk schrijven inder daad daags te voren is ingekomen,doch,dat dit nog niet is be handeld in de vergadering van Burgemeester en Wethouders, Door Haverkort worden wekelijks epistels tot Burgemeester en Wet houders gericht,doch dezen nemen daarvan geen nota. Den laat- sten tijd hebben Burgemcesterr en Wethouders zich verplicht gezien deze stukken wegens hun beleedigenden inhoud in handen te moeten stellen van don'Commissaris van politie. De heer LEEUW zegt,dat ook de door hem bedoelde brief Burgemeester en Wethouders en Wethouders aanleiding moot geven tot het treffen van maatregelen. De heer ROMSOM merkt op,dat Burgemeester en Wethouders reeds te veel clementie hebben gebruikt, 3. VOORSTEL TOT BENOEMING VAN EEN LID DER COMMISSIE TOT WERING VAN SCHOOLVERZUIM.prae-advies no.1185) Bij de gehouden stemming verkrijgt de heer H.A.L.van Haren 1 lp stemmen en de heer W.P,Dekkers 2 stemmen,terwijl 1 stembriegj® blanco is ingeleverd,zoodat is benoemd tot lid van de commissie van schoolverzuim,als ouder van een op eene bijzondere school ingeschreven leerling,de heer H.A.L.van Haren. ij.. VOORSTEL TOT BENOEMING VAN EEN LID DER COMMISSIE VAN TOEZICHT OP DE ARBEIDSBEURSPrae-advies na.1186) Bij de gehouden stemming verkrijgt de hoer Th.Tiebackx ij. stemmen, terwijl 13 stembriefjes blanco worden ingeleverd. Na deze stemming constateert de Voorzitter,aan de hand van de bepalingen van het reglement van orde,dat deze stem ming nietig is. 5. VOORSTEL TOT VASTSTELLING EENER VERORDENING TER VOOR KOMING VAN BESMETTING DOOR DE ZIEKTE VAN WEIL.Prao-advies no1187O Zonder voorafgaande besprekingen of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld do door Burgemeester en Wethouders ontworpen verordening ter voorkoming van besmetting door de ziekte van Weil in zweminrichtingen en zwemgelegenheden. (Dossier 284/3) 6. VASTSTELLING EENER VERORDENING TOT INDEELING DER GE MEENTE IN STEMDISTRICTEN VOOR DE VERKIEZING VAN LEDEN VAN DEN RAAD.Prae-advies no.1188). Zonder Zonder voorafgaande bespreking of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld eene verordening tot verdeeling van de kies kringen dezer gemeente voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad in stemdistricten.Dossier 210/2) 7. VOORSTEL TOT VERBINDING VAN DE GASLEIDING VAN DE MARKT DOOR DE NIEUWSTRAAT EN WILHELMINASTRAAT MET DIE VAN DEN BOULEVARD,Prae-advies nbe1189) De heer TIEBACKX zegt,dat hij de vergadering van de commissie,waarin dit voorstel is behandeld,niet heeft kunnen bijwonen,doch dat hij zich daarmede kan vereenigen. Het aan gevraagde bedrag kan spreker niet beoordeelen,omdat wel de lengte van de buisleiding, doch niet de diameter is aangegeven. Tegen het vinden der gelden uit de opbrengst eener geldleening heeft spreker bezwaar,omdat de schuld van het gas bedrijf reeds hoog is gestegen en hij deze wil trachten te verlagen. Deze schuld bedraagt ongeveer het dubbele van die van het gasbedrijf eener andere gemeente. Hij wil trachten dezeh aahleg uit de gewone middelen te bestrijden. De heer VERHEIJEN (Wethouder) zegt,dat het hem genoegen doet,dat de Raad met dit voorstel accoord kan gaan,al bestaat dan ook eenig verschil van meening omtrent de dekking van de kosten. Het voorstel om dezen aanleg uit de gewone middelen te betalen lacht spreker wel toe. Weliswaar is door Gedeputeerde Staten voorgeschreven,dat van de reserve f I4.OOOO,-- terug naar de bedrijven moet,doch hieraan is nog geene bestemming gegeven,terwijl Burgemeester en Wethouders niet vriendelijk staan tegenover het voorstel der bedrijvencommissie omtrent de verdeeling van de winst van de bedrijven. Spreker is van oordeel,dat er weinig bezwaar tegen kan bestaan tegen dekking van deze uitgaven uit den gewonen dienst,omdat buiten het geraamde bedrag der winst nog wel f 600a,— meer winst zal worden gemaakt,waarop de uitkomsten van het gasbedrijf thans reeds wijzen» De heer A,BROOS maakt uit de woorden van den heer Ver- heijen op,dat er geld genoeg is,waarom hij vraagt of met dat geld geen andere tekorten kunnen worden gedekt. De heer VERHEIJEN Wethouderzegt,dat de winst van de bedrijven pas wordt vaattgesteld als alle lasten van den gewonen dienst zijn betaald,, Wanneer de bedoelde f 6000,-- uit gewone inkomsten wordèn betaald,wordt alleen de winst kleiner. Op het oogenblik,zegt spreker,is de geheele geraamde winst van het gasbedrijf reeds binnen. De heer VAN T WESTENDE zegt niet te begrijpen waarom, wanneer iets wordt vernieuwd,de kosten dezer vernieuwing niet uit den kapitaaldienst kunnen worden betaald,te meer daar hog moet worden aggewacht wat de uibkomsten van het jaar 1934 zullen zijn» De heer VAN GILSE zegt eveneens voor het voorstel van den heer Tiebacljx te voelen,waarom hij dit ondersteunt. De heer A.BROOS zegt,dat hetgeen de heer Verheijen heeft opgemerkt niet geheel juist is,omdat deze reeds wil be ginnen met meer uitgeven in de hoop,dat er meer winst zal zijn. De heer F.BROOS vreest,dat de boekhouding moeilijkheden zal ondervinden bij verantwoording van het voorgenomen werk op den gewonen dienst. Hij is van oordeel,dat dit tot den kapitaaldienst behoort. De heer VAN GILSE zegt,dat de heer F.Broos mogelijk theoretisch gelijk heeft,dcch dat de practijk anders is,omdat het bezit iets is,waar niemand geld voor over heeft. De heer TIEBACKX vindt eveneens de zienswijze van den heer F.Broos verkeerd. Hij merkt op,dat de meeste winst weg gaat aan rente en aflossing van geldleeningen. De heer ROMSOM geeft toe,dat de bedrijven zwaar zijn belast,doch vraagt waarom,nu blijkt,dat dit werk reeds lang in voorbereiding is,dit voorstel niet is gedaan bij de be handeling van de begrooting. Spreker wenscht,dat hieraan in de toekomst meer aandacht wordt geschonken, Ook spreker is van meening,dat dit werk op den kapitaaldienst thuis behoort. De

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1934 | | pagina 73