96/7) -8, a. de rekening over het dienstjaar 1932 van het Burgerlijk Armbestuur, en wel in uitgaaf op f 177.251.69 in ontvangst op Ib5.909.5i en alzoo met een nadeelig saldo van f 11.3142,38 en b. de rekening over het dienstjaar 1932 van den Gasthuis- of passantarme, en wel in ontvangst op f 522.78 in uitgaaf op 508.11 en alzoo met een batig saldo van f 21 ij.,67 Bij de vaststelling van de rekening 1932 van het Burger lijk Armbestuur hebben de heeren J.Ridders en C.A.Valkenburg, leden dier instelling,zich van medestemmen onthouden, IX. VOORSTEL TOT VERHURING VAN HET PAND VOORSTRAAT 98. (Prae-advies no.1128) De heer SMITS zegt met genoegen van .dit voorstel te hebben kennis genomen doch daarbij te hebben gemist eene speci ficatie van de kosten der verbouwing. De VOORZITTER zegt, dat deze kosten f 500,-- a f 600, zullen bedragen. De heer A. BROOS meent,dat het hoofdmotief voor den aan koop van het pand is geweest,dat er iets voor de werkloozen moest gedaan worden. Hij vraagt of het nu bijzondere kosten zal medebrengen als er een ander gebouw voor de jeugdige werkloozen moet best emd worden. De VOORZITTER zegt, dat het Burgemeester en Wethouders hot op dit oogenblik van grooter belang achten,dat het pand zal worden verhuurd aan de firma,die dat gevraagd heeft en dat, in dien dit zal noodig blijken,voor de jeugdige werkloozen wel weer een oplossing zal gevonden worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van Bur gemeester en Wethouders aangenomen en tot verhuring van het pand Voorstraat 98 aan de firma Gebrs. Min besloten.Dossier X. RECLAME VAN P.D. VAN DER LAAN TEGEN DE NAVORDERING VAN HONDENBELASTING OVER 1'955 Prae-advies noa1129). Zonder voorafgaande beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het bezwaar van den heer P.D. van der laan ongegrond te verklaren en den navorderingsaanslag te handhaven. (Dossier ilj.1/9) XII. VOORSTEL TOT HET VERBETEREN VAN HET STATIONSPLEIN EN DE TOEGANGSWEGEN TOT HET PARK IN WERKVERSCHAFFING,Prae- advies no.1130) De VOOR-ZITTER uoelt mede,dat wegens ontstane moeilijk heden met de betrokkenen,dit punt behoort te worden aangehouden. Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig bes sloten, VERORDENING WETHOUDERSPENSIOEN,, De heer VALKENBURG verzoekt behandeling van het ontwerp der regeling van de pensiongering van de wethouders. Hij wijst erop,dat is overeengekomen,dat alsnog de gelegenheid zou worden opengesteld voor het schriftelijk inzenden van wijzigingsvoor stellen en dat,waar geen voorstellen tot wijziging bij hem als Voorzitter der Commissie ad hoe zijn ingekomen,naar zijne moe- ning de verordening thans in stemming kan worden gebracht. Beheer v-kN GILSE zegt, dat dit voorstel hem eenigszins koud op zijn dak valt,omdat hij nu ontdekt,dat het zijne Fractie, die den laatsten tijd zeer besehaftigt is geweost,is ontgaan tijdig voorstellen in te dienen-, Spreker verzoekt alsnog deV de gelegenheid te verkrijgen voor die indiening en verze kert, dat deze dan tijdig zal geschieden. Mocht daartegen bezwaar worden gemaakt, dan gaat spreker ermede accoord,dat de verordening nu in stemming zal komen. Hij verzekert,dat geen sabotage der afspraak is bedoeld. De heer VALKENBURG wil op even populaire wijze als de vorige spreker te kennen geven, dat geen enkel haar op zijn hoofd eraan gedacht heeft, dat men de afspraak wilde saboteeren.Evenwel meende hij de opmerking te moeten maken, omdat in de vorige ver gadering zoo is overeengekomen0Spreker heeft er geen bezwaar tegen,dat alsnog de heer van Gilse met voorstellen zal komen; hij vertrouwt echter,dat-waar toch slechts op een zeer onderge*>-T schikt punt, een wijzigingsvoorstel te wachten is,de afdoening der verordening nu niet meer vertraagd zal worden. De heer TIEBACKX merkt op,dat hem deze quaestie niet was ontgaan,doch deze niet op de agenda vermeld heeft gevonden en er toen geon verder werk van gemaakt heeft. Hij meent,dat hier van geen schuld of fout mag worden gesproken. De heer VALKENBURG meent dat de heer Tiebackx de zaak verkeerd beziet en de heer van Gilse goed. Spreker herinnert eraan,dat in de vorige vergadering is gezegd,dat de voorstellen moesten inkomen voor de volgende vergadering,hetgeen, zegt spreker, de heer van Gilse ruiterlijk heeft toegezegd te zullen doen. Het is voor spreker duidelijk,dat het punt niet op de agenda is geko men, omdat van de zijde der Commissie ad hoe niets is ingekomen. Spreker zegt niet zwaartillend te willen zijn en alsnog genoegen ermede te willen nemen,dat tijdens de behandeling der gemeente- begrooting de voorstellen zullen inkomen,opdat de zaak nu nog zal kunnen worden afgedaan. XI. VASTSTELLING DER BEGROOTING 193L. DER GEMEENTE EN DER GEMEENTE-INSTELLINGEN De VOORZITTER geeft gelegenheid tot het houden van alge- meeme beschouwingen. De heer VALKENBURG zegt,dat,gelijk reeds schriftelijk is te kennen gegeven,zijne Fractie zich zal onthouden van algemeene beschouwingen, omdat daarmede als regel een les wordt gegeven in oeconomie of staatsrecht of staathuishoudkunde en daartoe in dezen raad weinig aanleiding bestaat en thans nog te minder nu de begrooting zelve ook geen reden geeft om te beginnen met een dithyrambe op het gemeentelijk bestuursbeleid of den toestand der gemeentefinancien. Om deze redenen zal spreker zich bepalen tot eenige opmerkingen van algemeenen aard en tot eenige wensohen, welke bij de puntsgewijze behandeling der begrooting door hem of door een zijner Fractiegenooten zullen worden geuit. Mede namens zijne medeleden A.van Osta,M,van Overveld, A,Romsom,A.Smits,L.Theunisse,A.Walravens,H,Welling en P.van 't Westende legt spreker de navolgende verklaring af Wij verklaren hierbij,dat wij niet willen geacht worden te zijn een meerderheidsgroep,op wier medewerking hetbestaand6olleg> van Burgemeester en Wethouders te allen tijde zou kunnen rekenen. Met niet nader te definieeren bedoelingen worden onder de bevol king onzer gemeente allerlei legenden verspreid. Door deze ver klaring wenschen wij aan alle praatjes een einde te maken. Het beteekent evenwel niet,dat wij den heeren Wethouders geen vertrou wen zouden schenken. Er is voor ons vooralsnog geen aanleiding dat op te zeggen. Het wil nog minder beduiden,dat wij neiging krijgen alle verantwoordelijkheid van ons af te schuiven,of ons te onttrekken aan het gezag van het College van Burgemeester en Wethouders In verband met hetgeen hier van gezag gezegd wordt wil spreker nog opmerken,, dat ook nog een legende de ronde doet, dat Zijne Fractie wars is van gezag en revolutionnaire neigingen zou vertoonen, dat het verleden van sprekers fractie doorloopend het tegendeel heeft bewezen,.doch dat Zijne Fractie niet wenscht mede te doen aan verafgoding van de gezagsidee, iets waarvoor,naar het schijnt, allerwege gevaar bestaat0 Uitdrukkelijk wijst spre ker echter af,dat zijne fractie als Katholieke,democratische groep,wars zou zijn van gezage Die groep zal in de toekomst hare steeds

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1934 | | pagina 6