goed vindt spreker het,dat Burgemeester en Wethouders blijven voorbereiden den aanleg eoner rioleering,doch intusschen zag hij gaarne de onderhandelingen betreffende de pneumatische reiniging voortgezet De heer LEEUW verwondert het,dat,waar de laatste tien jaren alle plannen tot invoering der pneumatische roiniging zijn afgewezen,zulks uit onwil van den Raad,thansnu elk dubbeltje moet worden omgekeerd.men geen bezwaar tegen die invoering m^akt Spreker zou het zeer op prijs stellen de pneumatische reiniging thans te kunnen invoeren en daarom meent ook hij,dat de onder handelingen moeten worden doorgezet. Echter zal men voorzichtig moeten zijn cm te voorkomen dat onmogelijk hooge tarieven zullen worden ingevoegd De heer F.BROOS voelt ook zeer veel voor het idee van den heer Valkenburg en voor de voortzetting der onderhandelingen In een te treffen overeenkomst moeten naar sprekers meening geen te zwaren voorwaarden worden opgelegd omtrent^materieels als eontrapraestatie dient"alleenvertoningsrecht' gegeven te worden.De combinatie van rioleering en pneumatische reiniging acht ook spreker onjuist. -De, heer THEUNISSE meent dat het bedoelde aanbod niet nieuw is en dat een paar jaren geleden de wethouder een toen reeds ingekomen aanbod heeft laten schieten. Spreker zou gaarne vernemen waarom toen op dat aanbod niet is ingegaan. De hoer ROMSOM is het roerend eens met w* t de heer Val kenburg heeft opgemerkt. Er zal naar zijne meen'.ng voor moeten ^jj gewaakt worden,dat de menschen niet overvraagd worden. Spreker acht de zaak urgent en dringt erop aan,dat zij de volle aandacht zal behouden. De heer KONINGS,wethouder,zegt dat I3 jaar geleden da- zelfde persoon eene aanbieding voor de lediging van beerputten heeft gedaan en dat,nadat het aanbod in studie was genomen,er een voorstel door hem is gedaan,doch dat men toen,omdat er ernstige plannen bestenden voor den aanleg der rioleering,van dat voorstel heeft afgezien en den aanbieder heeft verzocht zijne plannen te laten rustenc Van zijn kant heeft spreker geen bezwaar ertegen,op het aanbod in te gaan,als na onderzoek zal blijken,dat het in het belang van de gemeente is, Spreker zegt verdere voorbereiding toe0 VOLGNUMMER I7lu Do heer ROMSOM zegt,dat men hem heeft verteld - en dat hij zich van de waarheid heeft op de hoogte gesteld - dat de kwaliteit van de klinkers die onlangs voor het wandelpark zijn $j§ aangekocht,zeer veel te wenschen overlaat. Spreker meent,dat men hier een soort afgekeurde klinkers heeft aangeschaft,die de gemeente heel goedkoop in handen kon krijgen. De heerKONINGS,wethouder,verwondert het door den heer Romsom gezegde,aangezien de gekochte klinkers zijn van prima kwalite it,scheikundig onderzocht en op kracht beproefd en eerst aangekocht, nadat gebleken was,dat zij aan de hoogste eischen voldeden, Spreker adviseert den heer Romsom de menschen,die de klinkers afkeu ren,naar hem te sturen,opdat spreker met bewijzen die critiek zal kunnen logenstraffen. De heer ROMSOM meent,dat wellicht alleen monsters zijn onderzocht j» De heer KONINGS,wethouder,dat de monsters kunnen worden vergeleken met de gekochte klinkers. De VOORZITTER vraagt of het niet beter is,dat de Commissie van Openbare Werken een onderzoek instelt. De heer VOETEN zegt dat Roosendaalsche schippers de klin kers hebben willen vervoeren voor f 1,65 en dat nu f 2,— daar voor betaald wordt. De heer KONINGS,wethouder,merkt op,dat de klinkers zijn geleverd franco wal Roosendaal, VOLGNUMMER 190. Do heer VAN GILSE vraagt of redds plannen tot verbetering zijn gemaakt, pe 29. De heer KONINGS,wöthoudor,zegt,dat zoo spoedig doenlijk de verbeteringen zullen worden aangebracht,die mogelijk zullen blijken. De heer A,BROOS zegt vernomen te hebben,dat aan de Bur- gerhoutsche straat voorterreinen zijn afgestaan voor trottoirs en dat het hem bevreemdt,dat men niet zoo spoedig mogelijk tot den aanleg der trottoirs overgaat. De heer KONINGS,wethouder, zegt,dat hem van het afstaan van voorterreinen aan die straat niets bekend is, De heer A.BROOS wijst erop.dat er in 1932 op Openbare Werken een" overschot van f 78OO,— is gebleven en In I933 een van f 6000,—Spreker ziet nu,dat belastingen,die voor openbare werken worden geheven, daar niet voor opgebruikt worden,maar voor dekking van tekorten op andere hoofdstukken worden gebezigd. Dat vindt spreker niet juist0 De heer KONINGS,wethouder,zegt,dat hieruit blijkt,dat openbare werken een zuinig beheer voert,dat men weliswaar gaarne dat overschot voor openbare werken zou besteden,maar dat,wanneer op andere hoofdstukken nog een tekort bestaat,allereerst die tekorten mot'dat overschot moeten vereffend worden. Het is, zegt spreker,practisch niet goed mogelijk de hier bedoelde belastingen precies te bestemmen voor openbare werken alleen. De VOORZITTER zegt ook,dat niet een zoo heel schBrpe afscheiding kan worden gemaakt De heer A.BROOS zegt wel te weten hoe het moet,doch het verkeerd te vinden,dat hier met een overschot van het eené hoofdstuk een tekort van een ander hoofdstuk wordt gedekt, De VOORZITTER merkt op,dat de belastingen,waarover de heer Broos spreekt,niet een soort wegenfonds zijn. SCHOOLGELD. De heer TIEBACKX zegt,dat zijne Fractie,hoewel ongaarne, eene verhooging van het schoolgeld voorstaat in verband met don deplorabelen toestand der gemoentefinanciön. Die hoogere heffing ware zoo in te richten,dat de groote gezinnen daar niet al te veel bezwaar van zouden ondervinden, Eene vergelijking van de opbrengst dor schoolgeldon onder de oudo verordening (1922), met die welke volgens de nieuwe verordening (1930) verkregen wordt,toont aan dat thans nog niet de helft wordt ontvangen van hetgeen vroeger binnonkwam. Spreker vergelijkt eenige aan slagen volgens de oude verordening met die volgens de nieuwe verordening en geeft te kennen,dat het verschil zoo groot is, dat overwogen diont te worden of thans de heffing niet zal worden opgevoerd. Ook'in vergelijking met de kosten van het bewaarschoolonderwijs,acht spreker de schoolgelden van het lager onderwijs abnormaal laag. Hij acht het mogelijk f 10000,— meer schoolgeld te heffön zonder de lasten te zwaar te maken,n.1. door do heffing mot 50 te verhoogen. Hij acht dit ook gewensohf- ln verband met zijn bezwaren tegen het gebruik van de reserve der gemeentebedrijven. De heer ROMSOM concludeert uit hetgeen dé heer Tiebackx ter toelichting van diens voorstel heeft gezegd,dat deze de gezinnen nog eens wil gaan belasten. Hij wijst erop, dat in 1950 op een requost van don Bond van Groote gezinnen de verordening is gekomen,die iedereen bevredigd heeft. Een voorstel tot ver hooging zal weer nieuwe onrust brengen.bij de vple,die ©r in de gezinnen thans toch reeds bestaat. Spreker ontraadt verhooging. De hoer DE BRUIJN meent,dat de vroegere heffing te hoog was,doch de tegenwoordige heffing te laag is,dit vooral tenge volge van de toepassing van een tweevoudigen kinderaftrek. De totale opbrengst acht spreker te weinig. Hij wijst erop,dat voor de bepaling van het schoolgeld aan de Lycea uitsluitend wordt gelet op het aantal kinderen dat onderwijs volgt,terwijl bij het lager^onderwijs alle kinderen in aanmerking komen,zelfs die zelf verdienen» Spreker verzoekt Burgomeester en Wethouders de verordening nog eens onder de loupe te nemen omdat men bij de vorige vaststelling te ver is gegaan. De heer VALKENBURG is met den heer do Bruijn van gevoelen, dat

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1934 | | pagina 16