2.
18. Verzoek van het Bestuur van het Instituut St.Louis om gelden
voor aanschaffing van nieuwe leermiddelen (prae-advies
no.853)
19. Verzoek van C.J.Roovers om toekenning van schadevergoeding
voor ingebruikneming van grond in verband met de verbe
tering van de Watermolenbeek (prae-advies no.85ip).
20. Voorstel tot het aangaan eener geldleening ad f 500*000»""
(prae-advies no.855).
21'. Mededeeling van ingekomen stukken.
VOORZITTER: DE HEER A.L.G.H.M.C0ENEN, BURGEMEESTER.
Aanwezig met den Voorzitter de heeren J.Ridders en G.J.
Kontngs,Wethouders, en de heeren H.Leeuw, H..C,Welling, J.Verheijen,
P.C.C.Broos, P.H.van t Westende, J.A.Voeten, J.W.Vermunt, Dr.
J.P.M.van Gilse, A.Smits, L.Theunisse, M.P.van Overveld, A.C.van
Osta, C,A.Valkenburg, Th.P.Tiebackx, A.P.Romsom en A.J.M.de Bruijn,
leden.
SECRETARIS: DE HEER A.A.RADEMAKERS
De VOORZITTER opent te 10 uur de vergadering en deelt mede,
dat de heer Walravens heeft kennis gegeven verhinderd te zijn
deze vergadering bij te wonen.
Aan de orde is:
1VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN VORIGE VERGADERINGEN.
De VOORZITTER stelt eerst aan de orde de vaststelling van
de notulen der vergadering van 214. October 1951*
Deze notulen worden met algemeens stemmen ongewijzigd
goedgekeurd.
Hierna komt aan de orde de vaststelling van de notulen der
vergadering van 29 October 1931.
De Heer VERHEIJEN zegt,dat het door hem gesprokene bij
punt 10,3e alinea niet juist is weeggegeven en dat deze alinea
behoort te luiden als volgt: "Hij zegt,dat het recht van het
uitoefenen van critiek op de doelmatigheid geenszins twijfel
achtig is en dat,hoewel het voor hemzelf duidelijk is,dat zulks
thans niet noodig is,door goedkeuring van dit voorstel van het
recht op critiek geen afstand wordt gedaan."
De heer LEEUW merkt op,dat op bladzijde 8 van deze notulen
wordt vermeld,dat besloten is het schrijven van den Gewestelijken
Raad uit de S.D.A.P. en het N.V.V. in Noordbrabant en de daarbij
behoorende resolutie betreffende de werkloosheidsbestrijding,
bij de stukken voor de volgende raadsvergadering ter visie te
leggen. Spreker mist nu dit onderwerp als punt op deze agenda,
terwijl het bedoelde stuk ook niet ter visie heeft gelegen.
Spreker verlangt cün de notulen te zien opgenomen, dat hem
is toegezegd, dat dit stuk in den Raad zou voorden behandeld.
De heer RIDDERS ontkent,dat behandeling van het door den
heer Leeuw bedoelde stuk zou zijn toegezegd. Zulks was zelfs
niet mogelijk omdat dit een vooruitloopen zou beteekenen op de
beslissing.
De heer LEEUW zegt,dat hij op behandeling grootelijks
prijs stelt.
De heer RIDDERS zegt,dat hij geen bezwaar heeft tot op
name van het gesprokene In de notulen,opdat Burgemeester en Wet
houders nader kunnen overwegen.
De heer TIEBACKX zegt, dat op bladzijde lp der notulen bij
de behandeling van punt 8 is vermeld,dat spreker verklaard heeft,
dat hij in het voorstel van Burgemeester en Wethouders" eene
aansporing tot bezuiniging zag,hetwelk moet zijn "het voorstel
van Gedeputeerde Staten".
Me t
z
Met inbegrip van de hierboven aangegeven wijzigingen
worden de notulen vervolgens met algemeene stemmen goedge
keurd.
De heer VERHEIJEN vraagt het woord tot het doen van
een voorstel van orde.
Het woord verkregen hebbende zegt hljdat,nadat de
agenda voor deze vergadering was uitgeschreven,de leden van
den Raad nog prae-advies no.852 hebben ontvangen,hetweIk
een der meest belangrijke punten van deze agenda is ge
worden.
Hij vraagt dientengevolge#de punten 16 en 20 dezer
agenda te zamen te behandelen voor de overige punten dezer
agenda.
De VOORZITTER zegt hiertegen geen bezwaar te hebben en
de wenschelijkheid ervan te erkennen. f
De heer VERHEIJEN vraagt thans in comlte-generaal te
gaan,wijl hij te voren eenige belangrijke gegevens van Burge
meester en Wethouders zou wenschen te ontvangen.
De heer LEEUW zegt, dat hij tegenstander is van het
houden van besprekingen in comite-generaalHij wenscht deze
in het openbaar te doen houden opdat de ingezetenen Weten
wat er besproken wordt. Nu de heer Verheijen vragen wil
gaan stellen merkt hij op, dat hij reeds op 6 November j.1.
vragen heeft gesteld en daarop schriftelijk antwoord heeft
gehad. Hij zegt,- dat hij den Raad verzocht heeft adhaesie
te betuigen aan het adres van de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten Inzake het wetsontwerp tot korting op de door het
Rijk aan de gemeenten verschuldigde uitkeering.
De VOORZITTER merkt op, dat dit laatste niets te
maken heeft met de behandeling van den punten 16 en 20.
De heer LEEUW zegt, dat de Raad toch te voren heeft
na te gaan welke verplichbingen op de gemeente rusten.
De heer VERHEIJEN zegt niet te begrijpen, wat de
heer Leeuw er tegen heeft om zaken in comite-generaal te
bespreken,die men niet gewoon Is In openbare vergadering
te behandelen.
De VOORZITTER zegt, dat de heer Leeuw aan het einde
der vergadering antwoord zal ontvangen omtrent do door hem
gestelde vragen.
Met 17 tegen 1 stem wordt besloten In comite-generaal
te gaan.
Tegen stemt de heer Leeuw; voor de overige leden.
Te 11.15 wordt de vergadering heropend.
De VOORZITTER stelt aan de orde punt
16. VOORSTEL MET BETREKKING TOT HET AANGAAN VAN TIJDE
LIJKE GELDLEENINGEN. (Prae-advies N0.85D.
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders wordt, zonder bespreking of hoofdelijke stemming,be
sloten het geldende besluit tot het aangaan van kasgeld-
leeningen in dier voege te wijzigen, dat Burgemeester en Wet
houders de bevoegdheid zullen verkrijgen kasgeldleeningen te
sluiten tot een totaal bedrag van f 700.0O0.-I dat de uiterste
datum van aflossing dezer kasgeldleeningen wordt bepaald op
50 Juni 1932 en dat aan het besluit eene bepaling wordt toe
gevoegd, datiwanneer de gemeente nalatig is in de betaling van
rente en aflossing van kasgeldleeningen, gesloten bij den
Staat, de Regeering het recht zal hebben het verschuldigde
I11 te houden op de aan de gemeente toekomende uitkeeringen,
ingevolge de wet op de financieele verhouding tusschen het
Rijk en de gemeenten. (Dossier 7^ /163).
20. VOORSTEL TOT HET AANGAAN EENER GELDLEENING AD
500.000.-. (Prae-advies no.855).
Zonder bespreking of hoofdelijke stemming wordt,over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, be
sloten tot het aangaan eener geldleening ad 500.000.- tegen
eene