6. Ub. uitgaven. Spreker betreurt het voorstel,ook omdat aan de Rij- en Renvereeniging wel subsidie wordt verleend. Hij vreest,dat,wanneer "'"ó1 jaar geen feestelijkhedai worden gehouden het moeilijk zal zijn deze later weer te hervatten. Spreker geeft Burgemeester en Wethouders in overweging om, al zou dit ook met moeilijkheden gepaard gaan,in overleg met het Oranje-Comite middelen te zoeken om de feestviering te kunnen doen doorgaan. De heer HAVERKAMP betreurt eveneens,dat voor deze feesten geene gelden kunnen worden beschikbaar gesteld. Ook hij is er voor dat deze nog worden gezocht. s De^ heer ROMSOM sluit zich eveneens aan bij de woorden vanden den heer Verheijen. Hij voegt hieraan toe,dat de Raad zelf er schuld aan heeft,dat deze toestand is ontstaan,doordat hij bij de vast stelling dergemeente-begrooting daarop een niet voldoend bedrag voor de viering van den verjaardag van H.M.de Koningin heeft uitge trokken. Spreker stelt zich voor bij de a.s.begrooting het voor stel te doen om een behoorlijk bedrag voor feestviering uit te trekken. De VOORZITTER zegt,dat hij had gehoopt,dat de Raad voorstel len zou doen,tengevolge waarvan de noodige middelen beschikbaar komen. De heer VERHEIJEN oppert de idee,dat de leden van den Raad de helft van hun presentiegeld zullen beschikbaar stellen. De VOORZITTER zegt,dat dit eene persoonlijke aangelegenheid is voor de leden van den Raad. De heer ROMSOM zegt,dat hij er mede zou kunnen accoord gaan als er geene leden waren,die voor het bijwonen van raadsvergade ringen kortingen op hun loon moeten ondergaan. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om op het ver zoek eene afwijzende beschikking te nemen wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer VERHEIJEN zegt,dat Burgemeester en Wethouders,wan neer zij alsnog een bedrag zouden beschikbaar weten voor deze feestviering,zij daarover zullen willen beschikken,wij1 zij het gevoelen van den Raad in deze kennen. De VOORZITTER zegt,dat Burgemeest er en Wethouders deze aan gelegenheid nog nader zullen overwegen. De heer RIDDERS zegt,dat ten opzichte van de werkloozenzorg de begrooting zeer krap is. Hij zegt,dat,wanneer de weRkloozen niet meer bij de werkverschaffing zullen kunnen worden tewerk ge steld, dezen onder de steunregeling zullen komen te vallen,waaröm spreker er van overtuigd is,dat elke bron hiertoe moet worden aan gewend. De VOORZITTER vraagt machtiging aan den Raad om den Secre taris gelegenheid te geven zijn gevoelen in deze te doen kennen. De SECRETARIS zegt,dat inderdaad de groote werkloosheid en de daarmede gepaard gaande kosten een voorzichtig beleid eischen, te meer waar de gemeente tengevolge van de nieuwe wet op de finan- cieele verhouding tusschen het rijk en de gemeente minder vrij is in het zich verwerven van de noodige middeleh. De heer VERHEIJEN zegt, datwanne er voor steun gelden moeten worden beschikbaar gesteld een bedrag van f 1000,-- hagenoeg niets beteekent. Spreker acht het mogelijk dat aan de begrooting een post wordt toegevoegd zonder dat de noodige middelen tot dekking worden aangewezen. -^e heer RIDDERS doet een beroep op de medewerking van allen bij de opsporing van werkobjecten en zegt,dat alles zal worden gedaan om de kosten voor de gemeente zoo gering mogelijk te doen zi jn. 13. VOORSTEL TOT AAN- EN VERKOOP VAN GRONDEN VOOR DE VERBETERING VAN DE WATERMOLENBEEK. Prae-advies no.795) Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt,zonder bespreking en hoofdelijke stemming,besloten tot aan- en verkoop en tot ruiling van gronden voor de verbetering van de Watermolenbeek. (Dossier 212/165, 212/166 en 212/167) 11+. VOORSTEL TOT -VASTSTELLING DER EXPLOITATIEVERGOEDINGEN VAN DE BIJZONDERE LAGERE SCHOLEN OVER 1929(Prae-advies no.799) De door Burgemeester eh Wethouders voorgestelde vergoedingen worden zonder bespreking en hoofdelijke stemming vastgesteld. (Dossier 80 nos.75 t/m 86) 15. VOORSTEL TOT TOEKENNING VAN EENE VERGOEDING AAN J.C.VAN KAAM WEGENS GEMIS ZIJNER BELOONING TER ZAKE VAN NIET-GEÏND KADE- GELD. (Prae-advies no.800) De Heer WALHAVENS zegt zich met het voorstel niet te kun nen vereenigen,omdat,wijl tengevolge van formaliteiten geen kade- geld is geheven,er nog geen reden bestaat den betrokkene daarvoor een douceurtje te geven. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 9 tegen I4. stemmen besloten voor het toekennen van eene vergoeding aan den vroegeren gaarder der havengelden wegens niet- geind kadegelu een post ad f 180,-- aan de gemeente-begrooting toe te voegen. (Dossier 69/38) Voor hebben gestemd de heeren Konings, Ridders, Romsom, F.Broos, Verheijen, Haverkamp, Vos, Voeten en van der Burgt; tegen de heeren Walravens, van Overveld, Damen en Smoor. 16. BESLISSING OMTRENT VERDEREN AANLEG VAN DE BESCHOEIING AAN DEN OOSTELIJKEN HAVENDIJK. (Prae-advies no.801) De VOORZITTER doet mededeeling van het voorstel van Bur gemeester en Wethouders en zegt,dat bij dit voorstel er mede moet worden rekening gehouden,dat het water vóór de suikerfa briek niet kan gerekend borden te behooren tet de haven. De heer VERHEIJEN is het hiermede niet eens en zegt, dat ter plaatse uoor de gemeente toch ook havengeld wordt geheven, zoodat de zorg van de gemeente zich ook daar behoort mit te strekken. Spreker zegt van meening te blijven,dat de verbetering van den havendijk voor de suikerfabriek ter hoogte van de spoelen zeer urgent is. Hij doet voor deze verbetering het voorstel. De VOORZITTER zegt van meening te zijn,dat de haven zich niet verder uitstrekt dan tot het zwaaigat. De heer HAVERKAMP vraagt hoe het komt,dat de totaalprijs zooveel verschilt met den opgegeven eenheidsprijs. De heer KONINGS zegt,dat In het prae-advies eene schrijf fout is geslopen; de aanbestede lengte Is niet,zooals vermeld 230 M, doch 300 M. Hierna brengt de Voorzitter in stemming de vraag of het werk der verbetering van den Oostelijken Havendijk zal worden uitgebreid en het daartoe uitgetrokken bedrag geheel zal worden besteed. Met 12 tegen 1 stem wordt hiertoe besloten. Tegen heeft gesteïhd de heer Romsom; vóór de overige leden. De heer VERHEIJEN aoet^hierna het voorstel om de uit breiding te doen geschieden vóór het terrein van de coöperatieve suikerfabriek. De heer ROMSOM verklaart,dat hij bij de vorige stemming heeft tegengestemd,omdat hij van oordeel was,dat deze gelden beter konden worden besteed voor werkloozenzorg. Nij hij heeft gehoord,dat zulks niet mogelijk is, verklaart hij zich eveneens voor uitbreiding van het werk. Het voorstel van den heer Verheijen wordt vervolgens met algemeene stemmen aangenomen. 17. VERZOEK VAN TH.PTIEBACKX OM RESTITUTIE VAN VERGOEDING VOOR VERKOOP VAN EEN UITWEG,GELEGEN IN HEI UITBREIDINGSPLAN TEN WESTEN DER BRUGSTRAAT. (Prae-advies no.802) De heer VERHEIJEN vraagt te worden Ingelicht of zijne meening,dat dit geval geheel gelijk Is aan dat van Mevr.Van Wely-Verwiel,waaromtrent In eene vorige vergadering werd "be slist,juist is,en wanneer zulks niet het geval mocht zijn te mogen

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1931 | | pagina 41