2.
17. Verzoek van Th.p.Tiebackx om restitutie van vergoeding voor
verkoop van een uitweg,gelegen in het uitbreidingsplan
ten Westen der Brugstraat. (Prae-advies no.802)
18. Voorstel tot wijziging der gemeente-begrooting voor 1931.
(Prae-advies no.803)
19. Voorstel tot het aangaan eener overeenkomst met L-Baaijens
ter vaststelling van de door hem geleden schade door
gemeente-werken. (Prae-advies no.Solt)
2q. Onderzoek van geloofsbrieven.
21. Mededeeling van ingekomen stukken.
VOORZITTER: DE BURGEMEESTERDE HEER A.L.GH.M.COENEN.
Aanwezig met den Voorzitter de heeren G.J.Konings en J.
RiddersWethoudersen de heeren J.Verheijen, J.Haverkamp, P.
H.Vos, A.W.Smoor, J.A.Voeten, N.E.van der Burgt, ACWalravens
P.F.van Overveld, A.P.Romsom, F.C.C.Broos en CG.Damen,leden.
SECRETARIS: DE HEER A.A.RADEMAKERS
Afwezig *e heeren J.Broos, G.P.van Nassau, C.A.Valkenburg
en J.W.Vermuntleden.
De VOORZITTER opent te 10 uur de vergadering en deelt
mede,dat de heeren Valkenburg en Vermunt hebben kennis gegeven
door uitstedigheid verhinderd te zijn deze vergadering bij te
wonen.
Aan de orde is
1. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN VORIGE VERGADERINGEN.
De VOORZITTER stelt eerst aan de orde de vaststelling
van de notulen der vergadering van 30 Mei 1931.
Met algemeene stemmen worden deze ongewijzigd vastge
steld
De VOORZITTER stelt hierna aan de orde de vaststelling
van de notulen der vergadering van 30 Juni 1931.
De heer VERHEIJEN vraagt of bij het genotuleerde op
bladzijde 5 hij de ontwerpers van de notulen de bedoeling
heeft voorgezeten,Cat bij het door den Raad aangenomen,door
hem gedane voorstel,tot aanhouding van de beslissing op het
verzoek van den heer Tiebackx om verkoop van een strook gemeen
te-grond in aanmerking zal genomen worden hetgeen daaromtrent
door hem bij de discussie is gezegd.
De VOORZITTER zegt,dat zulks het geval is.
De heer VERHEIJEN verklaart §ierna alsdan geen bezwaar
tegen deze notulen te hebben.
Met algemeene stemmen worden deze notulen vervolgens
zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
2. VOORSTEL IN ZAKE HET AFGEVEN VAN GEZINSABONNEMENTS
KAARTEN VOOR DE ZWEMINRICHTING OP "ZONNELAND". (Prae-ad-
viezen nos. 777 en 791)
De heer ROMSOM zegt,dat hij zich met het voorstel kan
vereenigen,omdat daardoor de belangen van het groot gezin
worden gediend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna,overeenkomstig
het voofcstel,besloten,dat door den exploitant van de zwemin
richting "Zonneland" voor abonnementen een tarief mag worden
geheven,waardoor wordt verkregen,dat iedere eerste persoon
boven 16 jaar uit een gezin de volle abonnementsprijs van f 5>~
betaalt
betaalt,iedere tweede persoon boven dien leeftijd 75% van dien
prijs,iedere derde boven dien leeftijd 50%,enz. en daarnaast
iedere eerste persoon beneden dien leeftijd uit datzelfde gezin
de volle abonnementsprijs ad f 2,50,iedere tweede beneden dien
leeftijd 75% van dien prijs,iedere derde persoon beneden dien
leeftijd 50/^enz,met dien verstande, dat de totale abonnements
prijs door een gezin,hetzij voor personen boven,hetzij voor
personen beneden de 16 jaar te samen te betalen in geen geval
meer dan f 12,50 zal bedragen (voor meer dan vier personen glle
beneden dien leeftijd echter nimmer meer dan f 6,25)
3. VOORSTEL TOT AANLEG EENER RIOLEERING IN DE SPOORSTRAAT.
Prae-adviezen nos.778 en 796)
De heer HAVERKAMP vraagt of,nu de rioleering in de Spoor
straat zal worden aangelegd,ook tegelijkertijd trottoirs zullen
worden aangebracht.
De heer KONINGS beantwoordt deze vraag bevestigend,aan
gezien daartoe reeds vroeger is besloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna,overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders,besloten tot den
aanleg eener rioleering in de Spoorstraatwaarvan de kosten
zijn begroot op f 3200,--.
J+. VERZOEK VAN TH. PTIEBACKX OM. AANKOOP VAN EEN STROOK GE
MEENTE-GROND. (Prae-adviezen nos.780 en 798)
De heer VERHEIJEN zegt,dat hij eenigszins met Burgemeester
en Wethouders van meening verschilt omtrent de interpretatie
van het raadsbesluit van 1908j hij blijft van meening,dat de
eigenaar van het perceel,gelegen in eene lijn loodrecht gericht
op de as van de Brugstraataanspraak kan maken op den voor
diens perceel liggenden gemeente-grond,en dat,wanneer dit zóó
werd toegepast,in deze geen belangengeschil zou bestaan.
Spreker wil echter bedoeld raadsbesluit buiten beschouwing
laten,omdat de toestand in de Brugstraat,met uitzondering van
het perceel,waarover het hier gaat,is genormaliseerd. Doordat
reeds zoo'n langen tijd is verstreken sinds de Raad dit besluit
nam,meent spreker,dat een beroep op dat raadsbesluit niet op
gaat.
Spreker zegt,dat,wanneer overeenkomstig zijn verzoek
door Burgemeester en Wethouders was getracht met de belang
hebbenden tot overeenstemming te geraken,zij daarin zouden
zijn geslaagd,omdat de goede wil daartoe bij beide partijen
aanwezig is. Beide hebben n.1. zitten wachten op eene uit-
noodiging van Burgemeester en Wethouders voor eene bespreking.
In het belang van de bebouwing van de Brugstraat,zoowel als
in dat van de gemeente,acht spreker het gewenscht,dat Burge
meester en Wethouders nogmaals overleg plegen met de belang
hebbenden,waartoe hij voorstelt Burgemeester en Wethouders
uit te noodigen.
De VOORZITTER 2zegt,dat Burgemee ster en Wethouders
zich op het standpunt hebben gesteld dat het bestaande raads
besluit dient te worden gehandhaafd en dat,hetgeen de heor
en heeft gezegd,buiten de strekking van het prae-advies ligt.
Spreker zegt,dat de Raad de bevoegdheid mist om aan
iemand anders deze grond te verkoopen dan aan den achter lig
genden eigenaar en dat de Raad het daaromtrent bestaande be
sluit heeft te eerbiedigen.
Spreker vraagt zich af,waarom de door den heer Ver
hei jen bedoelde eigenaren,wanneer tusschen hen overeenstem
ming bestaat,zich niet tot Burgemeester en Wethouders hebben
gewend.
De heer VERHEIJEN verschilt met den Voorzitter van
gieening omtrent de appretiatie van de feiten. Hij zegt, dat
belanghebbenden, steunende op het door "De Grondwet" gepilibli-
ceerde verslag der raadsvergadering op eene uitnoodiging van
Burgemeester en Wethouders hebben gewgcht.
Spreker zegt het oneens te zijn met diens meening om
trent